Op deze, tegen alle eerdere voorspellingen in, warme lenteavond stond de New Cool Collective Big band op het podium van LantarenVenster in Rotterdam. Samen met de Senegalese altsaxofonist Thierno Koite, een absolute grootheid in Afrika en ver daarbuiten. Een contact dat in 2103 tijdens een reis door Afrika, waarbij onder meer Kenia en Senegal werden aangedaan, is gelegd. Aan de vooravond van die reis was vooral percussionist Jos de Haas laaiend enthousiast omdat ‘naar de bron van nieuwe ritmes’ werd gegaan. Waarvan deze avond, de laatste in een reeks tijdens de anderhalve week durende tour door Nederland, het uiteindelijk hoorbare resultaat is geworden.
In een niet uitverkochte zaal luisteren de aanwezigen naar het stemmen van de laatste instrumenten door de negentien musici wat naadloos uitmondt in het eerste muziekstuk. Zachtjes, ingetogen aansluitend bij de drums, bespeeld door Joost Kroon en de percussie van Frank van Dok en Jos de Haas. Met het tweede stuk deze avond komen de eerste Afrikaanse sferen de zaal in en beginnen zowaar de eerste mensen spontaan te dansen. Een stuk waarbij direct een indrukwekkende trompetsolo wordt neergezet door Randell Heye.
HERHALEN
Iets wat zich het hele optreden door blijft herhalen, zijn elke keer solo’s door de diverse musici, maar ook wisselingen van instrumenten bij de ‘harde kern’ die ook speelt in het ‘gewone’ New Cool Collective. Zo bespeelt Willem Friede behalve de Fender Rhodes ook percussie. Staat ineens Joost Kroon naast Jos de Haas op percussie net zoals Leslie Lopez op basgitaar dat doet. Met een afsluitende solo door Kees Adolfsen op trombone is het tijd voor Thierno Koite.
De altsaxofonist geniet bekendheid als bandlid van de fameuze gezelschappen Orcheste Baobab en Le Sahel waarbij hij een belangrijk stempel op het geluid drukt. Iets wat ook vanavond gebeurt. De manier waarop hij zijn altsaxofoon bespeelt is opvallend. Het geluid is helder, maar toch ook omfloerst en getuigt van een enorme beheersing van zijn instrument. Een bescheiden muzikant van formaat staat op de planken, duidelijk zoekt en pakt hij zijn momenten om zich weer terug te trekken op een stoel en mee te spelen met de big band. Waarbij pianist Willem Friede de signaaltjes aangeeft dat hij weer een solopartij kan spelen.
De muziek is deze avond tijdens de voorstelling van Amsterdam – Dakar swingend, met zoals te verwachten een duidelijke Afrikaanse inslag. Er wordt jazz met Afrikaanse wortels gespeeld. Het neigt soms naar funk zonder die kenmerkende gitaarpartijen die daar vaak bijhoren. Voor het publiek is stilstaan of stilzitten allang geen optie meer, iedereen lijkt mee te bewegen of te dansen op de muziek. Aanvullende solopartijen op altsaxofoon door Miquel Martinez en Benjamin Herman maken het muziekstuk verder af.
Tijdens de aankondigingen moet Herman regelmatig naar de titels zoeken, dit tot vermaak van zijn collega’s. De oorzaak blijkt er gedeeltelijk in te liggen dat het meeste repertoire alleen uit werktitels bestaat en de hulp van het publiek wordt ingeroepen om suggesties aan te leveren voor betere naamgeving van de stukken. Stukken als Afro Sour en andere vaak onnavolgbare titels passeren vanavond. David Rockefeller op trompet en Koite en Herman spelen opvolgende solo’s, waarbij swingende maar ook slepende melodielijnen ondersteund worden door de band.
VEREERD
Gedurende dit optreden wordt duidelijk dat er veel respect is voor de gast van deze avond, maar de gast ook erg vereerd is om met zijn gastheren te kunnen optreden zoals hij vertelt. Met Mossa komt het moment waarop het merendeel van het publiek heeft gewacht. Altsaxofonisten Herman en Koite spelen een duet. Een heerlijke swing van muziekstijlen verovert LantarenVenster, er is veel plezier op het podium en een uitstekende sfeer in de zaal.
Ondersteund met mooie, maar niet overheersende percussie wordt iets neergezet wat alleen door zeer ervaren musici uitgevoerd kan worden. De band krijgt elke keer ruimte voor improvisatie tot Benjamin Herman het gezelschap met handgebaren weer ‘tot de orde roept’ en de compositie richting afsluiting gaat.
Voor Quatre werd inspiratie opgedaan in Senegal. Het is, opnieuw, enorm dansbare muziek in een big-bandsetting. De percussie is hier een stuk opzwepender, op de achterste rij van de bigband staan vier trompettisten te dansen terwijl Rory Ronde met zijn gitaar de boel verder opjaagt. De gast speelt zijn partijen rustig met de bigband mee in dit stuk.
De geoliede machine die New Cool Collective al 23 jaar is speelt ook het stuk Thierno, genoemd naar de gast van deze avond. Iets waarvan de bandleden ooit vonden dat het leek op Orchestre Baobab en daarom naar Koite hebben genoemd. Inmiddels weten ze, volgens Benjamin Herman, uit ervaring dat het in de verste verte niet lijkt op stukken van dit Afrikaanse gezelschap. Tijd voor Joost Kroon om naast Jos de Haas op percussie aan de gang te gaan. Een wat slepend ritme en een glansrol voor Herman op zijn melody-c saxofoon. Maar ook Rory Ronde laat opnieuw van zich horen, vol overgave speelt hij op de partijen op zijn gitaar, ondersteund met het geluid van Willem Friede op Fender Rhodes.
SCHEURENDER
De titeldrager speelt de afsluitende solo in dit stuk waar het publiek erg enthousiast op reageert. Opvallend dat hij zijn saxofoon veel ‘scheurender’ bespeelt dan tijdens de rest van het optreden. Tijd om het concert te gaan afsluiten, maar niet voordat er met alle saxofonisten van deze avond zonder verdere begeleiding een indrukwekkend muziekstuk wordt neergezet, spontaan ontstaan tijdens het repeteren anderhalve week geleden.
Als na een aantal minuten de bigband opnieuw het podium betreedt, gaat Benjamin Herman in op de onverwacht mooie avond. Volgens hem ging de zon schijnen toen Thierno Koite aankwam in Nederland en nu hij morgen vertrekt wordt het – met onvervalste Rotterdamse tongval – ‘pleurisweer’. Waarvan akte.
Met een uitgebreide toegift, opnieuw met veel solopartijen, wordt het concert afgesloten.
tekst en beeld JAN PIET HARTMAN
New Cool Collective Bigband – Amsterdam – Dakar
LantarenVenster Rotterdam, 12 mei 2016
Thierno Koite – altsaxofoon
Benjamin Herman – altsaxofoon en melody c-saxofoon
Miquel Martinez – altsaxofoon
Wouter Schueler – tenorsaxofoon
Efraim Trujillo – tenorsaxofoon
Peter Broekhuizen – baritonsaxofoon
David Rockefeller – trompet
Randell Heye – trompet
Joe Rivera – trompet
Jelle Schouten – trompet
Bart Lust – trombone
Kees Adolfsen – trombone
Frans Cornelissen – trombone
Andre Pet – trombone
Rory Ronde – gitaar
Willem Friede – Fender Rhodes en percussie
Leslie Lopez – basgitaar
Jos de Haas – percussie
Frank van Dok – percussie
Joost Kroon – slagwerk en percussie