Het gebeurt niet vaak dat een musicus voordat hij één noot heeft gespeeld, een donderende ovatie over zich heen krijgt. Wynton Marsalis en zijn Jazz at Lincoln Center Orchestra overkwamen het deze avond in een uitverkochte Grote Zaal van het Concertgebouw. Als Marsalis er niet zelf een einde aan had gemaakt, had deze eruptie van uitbundig enthousiasme minutenlang geduurd.

Wynton Marsalis, leider en directeur van het Jazz at Lincoln Center Orchestra midden op de foto, die is gemaakt tijdens de repetitie vóór het concert in Amsterdam.
Wynton Marsalis, leider en directeur van het Jazz at Lincoln Center Orchestra midden op de foto, die is gemaakt tijdens de repetitie vóór het concert in Amsterdam.

Toen het Jazz at Lincoln Center Orchestra, met directeur Wynton Marsalis ergens gewoon tussen zijn mannen, het podium betrad, barstte een orkaan van handgeklap, gefluit en geroep los. Er had geen duidelijker teken aan de wand kunnen worden gemaakt dan deze verwelkoming. Wynton Marsalis is ongekend populair en hij is dat in de breedst mogelijke lagen van de bevolking. ‘Het volk’ echter dat je door de jaren heen telkens in jazzclubs ziet opdagen, was nauwelijks te bespeuren. Wellicht dat de hoge entreeprijzen voor dit concert een drempel vormden.

Het Jazz at Lincoln Center Orchestra in de statige entourage van het Concertgebouw in Amsterdam.
Het Jazz at Lincoln Center Orchestra in de statige entourage van het Concertgebouw in Amsterdam.

Wynton Marsalis wordt door het deel van jazzliefhebbers dat als purist wordt gekarakteriseerd, omschreven als een doodsaaie musicus. Een man met een surplus aan techniek, maar zonder fantasie en experimenteerdrift, en zich bewegend langs de platgetreden paden van de jazztraditie. En dan ook nog eens dat gedeelte waar ‘toen al’ geen enkel avontuur of spatje spanning te halen viel. Marsalis zou een brave pion zijn die met uitsluiting van elk risico zijn ongekende vakmanschap te gelde maakt.

De rietsectie van het Jazz at Lincoln Center Orchestra.
De rietsectie van het Jazz at Lincoln Center Orchestra.

Misschien is dat wel zo. Maar deze avond in het statige Concertgebouw stond een man op het podium die hart en ziel heeft verknocht aan de rijke historie van jazzmuziek. Aan het Afro-Amerikaanse deel wel te verstaan. De ontwikkelingen buiten de Verenigde Staten kwamen niet aan bod. Hetgeen te verwachten was, want het programma rond Marsalis heette niet voor niets Giants of Jazz. En die vind je in zijn optiek vrijwel uitsluitend in zijn vaderland. Giants of Jazz was gedompeld in de jazztraditie vanaf het ontstaan van deze muzieksoort tot pakweg de jaren zestig van de vorige eeuw. Werk van Wayne Shorter en Dizzy Gillespie kwam twee keer voorbij, maar ook uiteenlopende componisten als Lee Morgan, Miles Davis, Jerry Roll Morton, Bill Evans en zelfs onvervalste New Orleansmuziek werden van stal gehaald.

De trombonesectie van het Jazz at Lincoln Center Orchestra met op de achtergrond slagwerker Obed Calvaire.
De trombonesectie van het Jazz at Lincoln Center Orchestra met op de achtergrond slagwerker Obed Calvaire.

De kracht van Wynton Marsalis’ aanpak is gelegen in zijn keuze voor de jazztraditie, getransponeerd naar het heden. Alle stukken van zijn illustere voorgangers waren gearrangeerd, veelal door de leden van zijn orkest. Daarmee werd een aansprekende lijn gespannen tussen toen en nu. Want het muzikaal gebodene klonk nergens duf of uit de tijd. Door zijn aanpak is Wynton Marsalis schatbewaarder van de traditie en daar is niks mis mee.

Vergelijk zijn concept met dat van Het Nationale Ballet. Dit Nederlandse dansgezelschap heeft zich ten doel gesteld de eeuwenoude verworvenheden van de klassieke theaterdans te conserveren. Het doet dat door het stokoude repertoire intact te laten en slechts minimale wijzigingen door te voeren in bijvoorbeeld het toekennen van de solistenrollen. Wynton Marsalis gaat echter stappen verder door zijn keuze om oud materiaal van hedendaagse glans te voorzien.

Wynton Marsalis (links) leidt de trompetsectie van het Jazz at Lincoln Center Orchestra.
Wynton Marsalis (links) leidt de trompetsectie van het Jazz at Lincoln Center Orchestra.

Daarmee werd het concert Giants of Jazz meer dan geslaagd. Het opende met Milestones van Miles Davis, waarin Wynton Marsalis meteen vol gas gaf met een lange, snelle solo. Om daarmee ruim baan te geven aan Contemplation van Wayne Shorter dat werd gedragen door de kopersectie waarbij alle zeven instrumenten gestopt waren. Het lage tempo kroop als een slang door de immense ruimte van de Grote Zaal. Very Early van Bill Evans mondde uit in deftig-melodieuze blazersfragmenten en met Jump-Did-Le-Bah van Dizzy Gillespie werd de basis gelegd voor een ongekend staaltje scatten van de trombonisten Chris Crenshaw en Vincent Gardner en tenorsaxofoniste Camille Thurman.

Het Jazz at Lincoln Center Orchestra tijdens de soundcheck.
Het Jazz at Lincoln Center Orchestra tijdens de soundcheck.

Ceora van Lee Morgan was helemaal een toonbeeld van de uitgekiendheid die Marsalis aan zijn ode aan de jazzreuzen had toebedeeld. Een contrabassolo sloot nauw aan bij het lyrisch-romantische karakter van het stuk om de orkestklank nadien rustigjes aan te laten ‘verstoren’ door een cornet. Het meeste te beleven was echter aan The Crave van Jerry Roll Morton. Contrabassist Carlos Henriquez had het gearrangeerd naar een latin-uitvoering. Steeds wisselende ritmes droegen de compositie, van chachacha tot rumba en van mambo tot uiteindelijk de ragtime van Jerry Roll Morton. Je moet erbij zijn geweest om te beseffen hoe knap deze compositie bij het Jazz at Lincoln Center Orchestra in elkaar was gestoken.

Een overzicht van het Jazz at Lincoln Center Orchestra op het podium van het Concertgebouw.
Een overzicht van het Jazz at Lincoln Center Orchestra op het podium van het Concertgebouw.

Na dit concert dus maar even niet zeuren over de zielloosheid van Wynton Marsalis. Een man die op deze wijze de jazztraditie overeind en vooral levendig houdt, mag gewoon op zijn voetstuk blijven.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

 

WYNTON MARSALIS EN JAZZ AT LINCOLN CENTER ORCHESTRA

Concertgebouw Amsterdam, 16 februari ’20

Wynton Marsalis – trompet
Kenny Rampton – trompet
Marcus Printup – trompet
Ryan Kisor – trompet
Chris Crenshaw – trombone
Vincent Gardner – trombone
Elliot Mason – trombone
Victor Goines – altsaxofoon/klarinet
Ted Nash – altsaxofoon/klarinet/dwarsfluit
Camille Thurman – tenorsaxofoon/klarinet
Sherman Irby – tenorsaxofoon/klarinet
Paul Nedzela – baritonsaxofoon/klarinet
Dan Nimmer – piano
Carlos Henriquez – contrabas
Obed Calvaire – slagwerk

 

WYNTON MARSALIS EN ZIJN ORKEST

Previous

Moonchild creëert wederom een droomwereld

Next

Japanreisje van Young Jazz Society en Joris Posthumus

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook