JazzNu heeft januari uitgeroepen tot de Maand van de Contrabas. Het instrument krijgt volop aandacht in de vorm van vijf interviews met contrabassisten die een bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van de jazz- en improvisatiemuziek in Nederland. Op vijf achtereenvolgende zaterdagen, te beginnen op 2 januari, publiceert JazzNu een portret: 2-1 Wilbert de Joode, 9-1 WIRO MAHIEU, 16-1 Ernst Glerum, 23-1 Mick Paauwe, 30-1 Eric van der Westen.

Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.comWe hebben afgesproken in het nog van nieuwigheid blinkende grand café Stan & Co in Arnhem. Voor contrabassist Wiro Mahieu (1964) ligt deze plek op een kwartiertje treinen van zijn eigen woonplaats Nijmegen. En of toeval nu bestaat of niet, door de luidsprekers van het etablissement klonk zo-even nog een opgewekt stukje muziek van Ben L’Oncle Soul, de Franse soulzanger. Toevallig, omdat Mahieu een groot liefhebber blijkt te zijn van soulmuziek. “Ik hield van jongsaf al heel erg van soul, vooral van het ritmische aspect”, vertelt hij. Dat verklaart deels waarom hij óók een fan was van disco en andere muzikale mengvormen die met elkaar gemeen hebben dat harmonie en ritme hand in hand gaan. “Op de middelbare school was ik bijvoorbeeld ook fan van Queen.”

Inmiddels is Wiro Mahieu een gerespecteerd jazzmusicus, maar hij houdt er nog steeds van om andere muziekstijlen te combineren met zijn eigen ideeën over jazz. Zo kan het gebeuren dat hij de muziek van de Amerikaanse funkband Chic (Le Freak) gebruikt voor een eigen nummer. “Voor mij is het ritme van die verschillende stijlen de gemeenschappelijke noemer. Maar ik houd ook van het uitgelatene van zo’n band, wat je in de popmuziek zag bij iemand als Freddy Mercury en in de jazzwereld bij bassist Stanley Clarke.”

Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.comBASGITAAR

De basgitaar is al zijn muzikale leven lang het instrument van Mahieu. Hij was 13 jaar toen hij begon met basgitaar spelen. “Ik was al gek op de klank van de bas en hij leek me ook nog eens makkelijk te bespelen met maar vier snaren. Dat was natuurlijk naïef. Maar ik begon het steeds leuker te vinden. Dat kwam vooral doordat ik ontdekte hoe expressief de bas eigenlijk is. Nadat iemand me een cassettebandje gaf met daarop de muziek van het Bill Evans Trio, was ik verkocht en wilde ik de basgitaar inruilen voor de contrabas. Ik hoorde voor het eerst Eddie Gómez en Scott LaFaro op de contrabas. Ik vond het allemaal geweldig, heel erg mooi. En natuurlijk speelde de romantiek van zo’n groot, akoestisch instrument natuurlijk ook wel een beetje mee”.

Wiro Mahieu was 17 jaar toen hij overstapte op de contrabas. Zijn eerste instrument kocht hij bij de toenmalige leider van het gelijknamige zigeunerorkest Tata Mirando. Een paar jaar later ging hij contrabas studeren aan het ArtEZ Conservatorium in Arnhem. Hij studeerde er in 1990 af bij Henk Haverhoek en volgde intussen gastlessen bij zijn grote voorbeeld Eddie Gómez, bij de Tsjechische Miroslav Vitous (een van de oprichters van Weather Report) en bij de in 2002 overleden Amerikaanse contrabassist Ray Brown (ooit bassist bij Oscar Peterson en Dizzy Gillespie).  Kortom, Mahieu’s leermeesters waren geen kleine jongens in de internationale jazzscene.

Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.comAls we vragen wat het spelen op de contrabas nu zo bijzonder maakt, moet Mahieu toch even nadenken. “De contrabas is een beetje een mysterieus instrument, ook voor degene die erop speelt. Want er zijn veel verschillende soorten en kwaliteiten. Je moet elk instrument echt leren kennen.  En natuurlijk is er ook de stijl, de techniek van de bespeler die mede de klank bepalen. Hoe het uiteindelijk klinkt, hangt echter ook af van de rol die je als musicus in het geheel van de band wil hebben. Zelf ben ik op muzikaal gebied een avonturier, het liefst voel ik me tijdens het spelen als een aap in de touwen. Als ik bas, gaat het om expressie, communicatie met de andere leden van de band, timing, avontuur. In een band sta ik open voor wat anderen doen en daar reageer ik op. Ik probeer mezelf en de andere musici ook altijd te verrassen als ik speel. Daarom ben ik zeker geen begeleider, ik voel me eerder een solist die anderen ook ruimte geeft om te spelen. Ik functioneer dan ook het beste in kleine bezettingen. Je bent natuurlijk wel gebonden aan de atmosfeer in het nummer, maar een andere structuur in het spel kan de atmosfeer ook weer aanpassen.”

EXPRESSIONISME

Wie Mahieu zo hoort praten, snapt waarom hij al sinds 2004 deel uitmaakt van het Paul van Kemenade Quintet. Want het was onder meer de Tilburgse altsaxofonist die Nederland kennis liet maken met die combinatie van lyrische muziek en expressionisme, waar Mahieu zo van houdt; muziek die geënt is op de Amerikaanse moderne jazz van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Net als Mahieu draait Van Kemenade er zijn hand niet voor om, om een breed scala aan muziekinvloeden te verwerken in zijn muziek en dat vervolgens met een hoog improvisatieniveau over het voetlicht te brengen. Het is precies die manier van musiceren die Wiro Mahieu ook nastreeft. “Want of het nu Bill Evans is of soulmuziek, funk of de prachtige melodieën van (basgitarist, red.) Marcus Miller, de strakke en losse elementen tesamen zijn complementair en zorgen uiteindelijk voor het mooie, homogene totaalbeeld.”

Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.comDe invloeden van andere muzieksoorten met andere ritmes en klankkleuren beïnvloedden de manier van spelen van Mahieu sterk. “Het gaat al lang niet alleen meer om welke noot je speelt. De dynamiek, de lengte van de noten, de speeltechniek bepalen uiteindelijk het resultaat.” Niet voor niets dat Mahieu zijn contrabas soms weer verruilt voor de basgitaar. “Want”, zegt hij, “omdat ze elk zo’n andere klankkleur hebben, is het een uitdaging om tussen die twee instrumenten af te wisselen. Het wordt nog boeiender, vind ik, omdat ik de vingerzetting van de basgitaar gebruik op de contrabas, dat is tamelijk onconventioneel.” Hoewel, onconventioneel? De meester van de jazzfusion Stanley Clarke doet het ook op die manier. Dus speelt Mahieu ook in het kwintet van Paul van Kemenade op de basgitaar, onder meer tijdens recente tours in China en Rusland en ook weer in september als de band opnieuw op tournee gaat in Zuid-Afrika.

Behalve bassist in de band van Van Kemenade, in gelegenheidsbands en tijdens gastoptredens, is Mahieu ook docent contrabas aan het cultureel centrum De Lindenberg in Nijmegen én heeft hij nog zijn eigen band Low Motion Trio met pianist Philipp Frenzel en drummer Yonga Sun. Ze treden niet alleen in binnen- en buitenland op, maar zetten ook regelmatig muziekvideo’s op de website van Wiro Mahieu. “Low Motion is mijn ding, daarin kan ik alles kwijt.” Met instemming citeert Mahieu vervolgens een artikel in de Volkskrant waarin werd geschreven dat ‘de contrabas bij het Low Motion Trio emancipeert’.

Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.comGEEN ACHTERGESTELD KINDJE

Die emancipatie is nog altijd nodig, vindt hij. Niet dat elke contrabassist als Avishai Cohen letterlijk op de voorgrond wil staan bij optredens, want zegt Mahieu: “De contrabas is gelukkig al lang geen achtergesteld kindje meer.” “Maar”, voegt hij eraan toe, “de contrabassist wordt nog wel vaak gezien als een beetje saai, zo op de achtergrond, hoewel er steeds meer waardering voor het instrument komt. Daarom is het ook zo belangrijk dat een contrabassist blijft zoeken naar vernieuwing en zich vrij voelt om die in praktijk te brengen en te laten horen.”

Minstens zo belangrijk is echter dat Nederland zelf flink moet emanciperen als het om jazz gaat. Want ons land is volgens Mahieu niet bepaald een paradijs voor jazzliefhebbers en -beoefenaars. Op de publieke zenders is het nauwelijks te horen en in de meeste concertzalen blijft jazz ondergewaardeerd. “Zo speelde pianist Peter Beets tijdens een concert een keer een stukje van Herbie Hancock. Het publiek vond het maar niks, ze waren gekomen voor nummers van Oscar Peterson. Als het om muzieksmaak gaat, is Nederland een carnavalsland. Er heerst hier een zeer eenvoudige beleving van muziek. En er is ook nauwelijks een goed cultureel klimaat; dat is de schuld van de commercie die geen belangstelling heeft, maar ook van partijen die beslissen over overheidssubsidies. Wat ze vergeten is dat kunst altijd is gesubsidieerd. Hoewel het zelfs zonder subsidie anders kan. Als je in Amerika door een supermarkt loopt, hoor je vaak jazzmuziek. Laten we het er maar niet over hebben wat je in Nederlandse winkels hoort.’’

 JOHAN BOSVELD
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN

Wiro Mahieu nam meer dan dertig cd’s op met tal van Nederlandse en buitenlandse jazzartiesten, zoals Michiel Borstlap, Tineke Postma, Eric Vloeimans, Gerd Dudek, Charlie Mariano, Kenny Wheeler, Bob Malach, Benny Bailey, Amina Figarova, Noa, Tony Levin, Luluk Purwanto and the Helsdingen Trio en Rob van den Broeck. Mahieu organiseerde zeven edities van het East of Eastern Jazzfestival in Nijmegen, waar hij ook docent contrabas, basgitaar, pop en jazz ensembleleider is bij de Lindenberg. Hij treedt op in heel Europa en had tournees in Rusland, Zuid-Afrika, China, Indonesië en de VS. Behalve in zijn eigen Low Motion Trio speelt Wiro Mahieu in Three Horns and a Bass van Paul van Kemenade; Paul van Kemenade Quintet; Paul van Kemenade’s project ‘Soul Afrique’ (met een nieuwe Zuid-Afrika tour in september van dit jaar); Ad Colen Quartet en Colette Wickenhagen/Clous van Mechelen Quintet.

Van recente nummers van het Low Motion Trio staan films op:
www.wiromahieu.com

Previous

Pericopes + 1 verlaat het terrein van het drijfzand

Next

Jeroen van Vliet schittert in wonderbaarlijk soloconcert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook