Anna Serierse maakt wat je noemt een bliksemcarriére door. In enkele jaren tijd is zij een gevierde en veel gevraagde zangeres in diverse groepen. Toch blijft zij de eenvoud zelf. Doordat zij jazz met de paplepel kreeg ingegoten – haar vader Marcel is jazzdrummer, grootvader Koos contrabassist in de jazz – kon zij in alle vrijheid haar keuze maken in het land van de vrije muziek. Met Gijs Idema vormt zij een eigen kwartet, bij Kika Sprangers speelt zij een hoofdrol in zowel haar kwintet als Large Ensemble. In dit kwintet laat Anna Serierse (1993) woordloosvrije zang samensmelten met het altsaxofoongeluid van de leidster, in het Large Ensemble vormt Anna Serierse de frontlinie met medevocalisten Marit van der Lei, Nina Rompa en Liva Dumpe. Een opvallende bezige bij derhalve, die volop en met groot enthousiasme de tijd nam voor de twintig vragen van de JAZZ-tafette.

Anna Serierse met Jacks, de studiobewaker van fotograaf Gemma Kessels.

Waar ben je op dit moment mee bezig?
Met de tour voor onze nieuwe plaat Cloud Studies van het Idema/Serierse Quartet. Ter promotie dus. Ik heb zojuist ook de nieuwe plaat van Cantorias gepresenteerd in het Bimhuis. Met Cantorias en het kwartet speelden we daar twee keer in een week!

Welke herinneringen aan je carrière zijn je het dierbaarst?
De momenten dat ik met het Nationaal Jazz Jeugd Orkest speelde onder Martin Fondse. Zoals tijdens de Muziekzomer op North Sea Jazz. Alle keren op dat festival trouwens. Aan de buitenlandse tours met Kika Sprangers heb ik ook prachtige herinneringen. Ze waren altijd een grote droom van me. Mijn vader zag ik regelmatig op tour gaan en dat wilde ik ook. En nu doe ik dat!

Waarom doe je graag wat je doet?
Het voelt niet eens aan of ik hiervoor heb gekozen. Er is altijd het gevoel geweest dat dit moest gebeuren. Ik word het allergelukkigst bij mensen waar ik dat gevoel mee deel.

Wanneer is je passie voor jazz ontstaan?
Al toen ik heel klein was. Thuis werd altijd veel jazz gedraaid en ik hoorde deze muziek ook om me heen. Toen ik op de middelbare school zat, heb ik me er even tegen verzet, zo van: dacht het niet, ga ik lekker niet doen. Maar het begon al snel weer te kriebelen, het gevoel voor jazz was sterker.. Op mijn achtste of negende begon ik met zangles. Tot mijn vijftiende speelde ik echt standards, op de middelbare school ook popdingen. Rond mijn zeventiende dacht ik: dit wil ik graag en ben toen naar het Junior Jazz College van het Conservatorium van Amsterdam gegaan. Mijn ouders vonden het heel belangrijk dat ik eerst mijn schoolopleiding deed. Hoewel ze mijn keuze niet toejuichten, hebben ze me altijd gesteund. Nu zijn ze heel trots. Als ik met mijn vader samenspeel, voel  ik me zó verbonden.

Anna Serierse: “Hoewel mijn ouders mijn keuze niet toejuichten, hebben ze me altijd gesteund. Nu zijn ze heel trots.”

Van welke ontwikkeling in de jazzgeschiedenis had je onderdeel willen zijn?
Niet per se van een bepaalde ontwikkeling, wel van een bepaalde gebeurtenis, namelijk toen Ella Fitzgerald in het Concertgebouw optrad. In de Grote Zaal spelen daar is een grote wens van mij.

Wat is het bizarste dat je ooit mee hebt gemaakt tijdens een concert?
Dat was in Griekenland tijdens een buitenconcert met Kika Sprangers. Er kwam een man naar het podium met een grote oliekaars. Hij zette hem vlak voor mij neer en stak ‘m aan. Was een heel mooi symbolisch gebaar, maar ik kon door de rook nauwelijks zingen. Achteraf was het natuurlijk een heel mooi iets, maar wel bizar.

Waar vind je inspiratie?
In muziek om me heen, tijdens concerten. Ook nu ik zo bezig was en ben met onze plaat Cloud Studies. Ik heb me ervoor verdiept in schilderijen van John Williams en William Turner. Deze landschapschilders inspireren mij ten zeerste. Ook in musea vind ik veel inspiratie.

Wat is het spannendste dat je ooit hebt ondernomen?
De verhuizingen naar Kopenhagen en Trondheim voor mijn masterstudie. Mijn verblijf daar was heel spannend en heeft me als musicus en mens verrijkt. Ik verbleef er twee keer een half jaar. Ik was tot dan gewend comfortabel te leven, maar daar was helemaal niks, ik kende er niemand. Was heel ongemakkelijk, maar het heeft mijn blik als mens wel verruimd. Ik moest ineens alles zelf oplossen. Ik had vóór mijn verblijf daar heftige meningen, maar ben nu veel meer open-minded geworden.

Anna Serierse: “Ik  had vóór mijn verblijf in Kopenhagen en Trondheim heftige meningen, maar ben nu veel meer open-minded geworden.”

Welk muziekstuk of album heeft voor jou een speciale betekenis?
Ella Swings Lightly is mijn favoriete plaat always. Maar ook het album A Thousand True Stories van Silje Nergaard met het Metropole Orkest. Die cd zet alle sluizen open als ik verdrietig ben en niet bij machte ben dat te uiten.

Wat neem je altijd met je mee?
Mijn sleutels en telefoon, met daaraan gekoppeld – heel belangrijk – mijn oordoppen. Ik ben zo bang voor gehoorbeschadiging, ook tijdens concerten. Maar daar kan ik geen invloed uitoefenen op het volume.

Welke actualiteit heeft je aandacht?
Gaza. Als je op sociale media ziet hoe verschrikkelijk het daar is. Word ik machteloos van, zou zo graag iets willen doen. Die ellende zie je overal. Filmmaker Bisan Owda bijvoorbeeld die op sociale media video’s plaatst om te laten zien hoe het daar toe gaat. Het kán toch niet wat daar gebeurt!

Wie is je grote voorbeeld buiten de jazz?
Ik heb niet echt een voorbeeld. Maar ik hou echt van koken en vind chef-kok Joris Bijdendijk heel inspirerend. Hij werkt in twee sterrenrestaurants, Wils en Rijks. Bij het eerste ben ik al geweest, het andere volgt binnenkort. Koken is voor mij heel ontspannend, ik word er rustig van en kan mijn hoofd ermee leeg maken.

Wat intrigeert je aan je instrument?
Vooral dat je een stem als instrument kunt zien. Van oorsprong dient een stem om tekst over te dragen, daar ben ik heel blij mee. Maar het is ook heel fijn om de stem als instrument te zien en bijvoorbeeld te laten ‘blenden’ met verschillende andere instrumenten. Een stem is daardoor zo veelzijdig. Mensen kunnen er zich mee identificeren. Iedereen heeft immers een stem, niet iedereen heeft een trompet. Ella Fitzgerald belichaamt overigens die twee elementen van de stem.

Anna Serierse: “Het is heel fijn om de stem als instrument te zien en bijvoorbeeld te laten ‘blenden’ met verschillende andere instrumenten.”

Wat heb je geleerd van je muziek?
Dat ik mag vertrouwen op de ideeën die ik heb. Muziek schrijven vind ik een van de ergste dingen. Het kost me veel moeite, maar geeft me nadien veel voldoening als mensen het mooi vinden.

Wat wilde je vroeger altijd worden?
Ik schreef in vriendenboekjes dat ik zingende serveerster wilde worden. Op dit punt in mijn leven houd ik van ondersteunen, mensen helpen. In de spotlight op een podium staan is de ene kant en heel comfortabel. Aan de andere kant is je positie van het podium vandaan dat je iets voor anderen wilt doen, heel betrokken wilt zijn, er altijd voor vrienden zijn. Grappig vind ik dat: zingen en serveren dus…

Wanneer ervaar je de vrijheid te falen?
Daar moet je echt over nadenken: wat is falen dan? Bestaat er wel zoiets als falen? Wie beslist daarover? Omdat ik heel perfectionistisch ben, vind ik zelf dat ik heel snel faal. Ik probeer daarom minder streng te zijn. Wat daarbij helpt is om veel te spelen, met vrienden die heel dicht bij me zijn. 

Welke ontwikkeling in de jazz juich je toe?
Dat er veel jongeren zijn die jazz ontdekken. Ik heb les gegeven op het Junior Jazz College en daarbij gemerkt dat 14-, 15-jarigen al zoveel weten. Ik hoop dat dit niet verloren gaat.

Met wie werk je graag samen?
Met eenieder met wie ik nu in een band zit. In het kwartet met Gijs, in het kwintet en Large Ensemble met Kika, in Cantorias, te veel om op te noemen.

Anna Serierse: “Wat is falen? Bestaat er wel zoiets als falen? Wie beslist daarover?”

Welke dromen liggen nog voor je?
Ik zou heel graag met een eigen kwartet willen touren. Dat is mijn grootste droom. Ik wil sowieso veel reizen, dat was altijd een hartewens. Ik zag mijn vader naar Japan en China gaan en dacht: ik wil ook zo graag. Toen ik dan ook de eerste keer met Kika naar China ging, was het wow!

Aan wie geef je het Jazz-tafette stokje door?
Aan Gijs Idema. Ik vind hem zó’n fantastische muzikant. En hij is mijn partner-in-crime!

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

www.annaserierse.com

Previous

Stranger than Paranoia kan het gemakkelijk met één avond af

Next

'Gilgameš' van Daniël van der Duim ook muzikaal een heldendicht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook