Ewout Dercksen is saxofonist. En contrabassist, en fluitist, en gitarist. En ook nog docent. De 57-jarige jazzmusicus geeft vanaf 2008 muziekles aan het Beekdallyceum in zijn woonplaats Arnhem. Tot dat jaar was hij ‘vrije muzikant’. “Sinds die tijd ben ik opgebloeid als speler”, zegt hij. Hij heeft veel workshops gegeven en heeft twaalf jaar lang sessies geleid in Café De Kroeg in Arnhem. Componeren doet hij al vanaf zijn vroege jeugd – “ik hou het graag hobbymatig” – en ontdekte er zijn eigen methodiek in. Sinds deze week speelt hij weer met zijn eigen trio The Bobs (genoemd naar grootheden in de jazz met de voornaam Bob: Bob Berg, Bob Malach, Bob Mintzer). Het trio wordt mede gevormd door drummer Wim de Vries en contrabassist Taeke Stol. De tenorsaxofoon is zijn belangrijkste ‘stem’, maar alt- en baritonsaxofoon kennen ook geen geheimen voor hem. Evenmin als de fluit. En de contrabas, die staat achter de deur van zijn woonkamer altijd klaar om te worden bespeeld. Ewout Dercksen speelde in Ewout Dercksen’s BIGFISH (met een cd met de fraaie titel ‘Bigger Fish To Fry), I Compani en vaak  in bigbands zoals de Dual City Big Band en het orkest van Guus Tangelder.

Ewout Dercksen: "Deze week kreeg ik ineens één concert, nu ben ik zomaar vier avonden weg."
Ewout Dercksen: “Deze week kreeg ik ineens één concert, nu ben ik zomaar vier avonden weg.”

Waar ben je op dit moment mee bezig?
Terugkomen als musicus in deze coronatijd. De situatie was naar mijn gevoel uitzichtloos. Deze week kreeg ik ineens één concert, nu ben ik zomaar vier avonden weg. Het afgelopen jaar ben ik echt aan de gang moeten blijven. Wat betreft de culturele sector was ik alleen maar pessimistisch gestemd.

Welke herinneringen aan je carrière zijn je het dierbaarst?
Die aan het Markus Türk Quintet in mijn conservatoriumtijd, dat uitsluitend uit vrienden bestond. Dat zijn we nog steeds. We schreven allen vijf voor die band. Het was zó spannend om jazz te spelen, maar het voelde ook vertrouwd. We wonnen nog een prijs in Leipzig en hebben zo’n tien jaar bestaan.

Waarom doe je graag wat je doet?
Ik hou heel erg van spelen. Spelen geeft mij een fysiek gevoel. Mijn vrouw zegt altijd dat ik meer van spelen dan van muziek hou. Maar dat is natuurlijk voor haar rekening. Als de muziek klopt is spelen het liefste wat ik doe. Liever dan uitgaan of naar een feestje gaan. Bovendien zijn jazzmusici vaak prettige mensen om mee om te gaan.

Wanneer is je passie voor jazz ontstaan?
In een tijd dat ik niet wist of de muziek die ik hoorde, jazz was. Tijdens mijn middelbare-schooltijd ging ik met vrienden naar Winterswijk. Daar was de vereniging Jazzewind, waar sessies werden gehouden. Op straat werd New Orleansmuziek gespeeld en na een half jaar mocht ik al meedoen. Terwijl ik toen sinds kort altsaxofoon speelde. Toen ik een jaar of vijftien was ben ik ook contrabas gaan spelen. Ik ben als het ware door de jazzgeschiedenis gegaan. Ik begon met dixieland, kwam toen uit bij de cool jazz van onder andere Gerry Mulligan en bij de bop van Art Blakey. Ik had een muziekdocent, Johan Meerdink, die dat stimuleerde.

Ewout Dercksen: "Als de muziek klopt is spelen het liefste wat ik doe. Liever dan uitgaan of naar een feestje gaan."
Ewout Dercksen: “Als de muziek klopt is spelen het liefste wat ik doe. Liever dan uitgaan of naar een feestje gaan.”

Van welke ontwikkeling in de jazzgeschiedenis had je onderdeel willen zijn?
De mooiste periode vind ik die van de hardbop. Veel van mijn generatiegenoten baseren daar hun spel op. Die muziek is zó puur. Ik doe binnenkort mee aan een Art Blakey-project, daar ben ik voor gevraagd. Ik denk dat die hardbop zo goed is, omdat musici in die tijd zoveel konden spelen. Het orkest van Duke Ellington trad 250 dagen per jaar op.

Wat is het bizarste dat je ooit mee hebt gemaakt tijdens een concert?
Dat gebeurde niet tijdens een concert. Mijn vader stierf in 2008. Tijdens de begrafenis was het -15 graden. Wel ontzettend zonnig met rijp aan de bomen. Ik speelde solo op mijn tenorsaxofoon, met bevroren vingers, maar heel bijzonder.

Waar vind je inspiratie?
Als ik vast kom te zitten tijdens het componeren, helpt het als ik naar buiten ga. Tijdens wandelen of sporten lost alles dan vanzelf op. Ik heb veel moeten fietsen en lopen afgelopen periode. Ik was pasgeleden op vakantie in Frankrijk en hoorde na anderhalf jaar weer live-muziek. Het was inspirerend om daarna weer aan de gang te gaan. YouTube is ook een enorme inspiratiebron.

Wat is het spannendste dat je ooit hebt ondernomen?
In 2001 heb ik samen met mijn vrouw een jaar vrij genomen. We zijn een half jaar naar Canada gegaan en daarna nog vier maanden naar Zuid-Spanje. Dat was geen gemakkelijke, maar wel noodzakelijke stap. In Canada had ik snel een paar optredens. Fijn, maar ik hoefde er niet van te leven. Ik voelde me daar heel welkom. Spanje was meer gesloten.

Ewout Dercksen: "Als ik vast kom te zitten tijdens het componeren, helpt het als ik naar buiten ga. Tijdens wandelen of sporten lost alles dan vanzelf op."
Ewout Dercksen: “Als ik vast kom te zitten tijdens het componeren, helpt het als ik naar buiten ga. Tijdens wandelen of sporten lost alles dan vanzelf op.”

Welk muziekstuk of album heeft voor jou een speciale betekenis?
Het album dat ik de afgelopen vijfentwintig jaar het meest draaide is The Human Feel van Toon Roos. Prachtig. Het zit niet puur technisch, maar wel super vernuftig in elkaar. Het is èn clever èn knap dat mensen die niet helemaal zijn ingevoerd in jazz, het ook mooi vinden. Ik zoek er altijd naar iets te schrijven dat mensen mooi vinden, maar waak ervoor dat die muziek dan ordinair zal zijn. Dat streven hoor ik ook bij Toon Roos.

Wat neem je altijd met je mee?
Mijn persoonlijkheid. Altijd laten weten wie je bent.

Welke actualiteit heeft je aandacht?
De impact van corona op kinderen en jongeren. Het zijn wel flexibele geesten, maar als je in de vierde klas je Rome-reis mist of je eindexamen, dan grijpt dat sterk in. Als docent zie ik daar vele voorbeelden van. Het is voor mij een uitdaging om jonge mensen die anderhalf jaar onderwijs voorbij moesten laten gaan, weer op weg te helpen. Deze situatie heeft hun ritme gebroken en het zal moeilijk zijn, dit weer terug te krijgen.

Wie is je grote voorbeeld buiten de jazz?
Ik vind klokkenluiders moedige mensen. Ze zijn meestal niet goed uit bepaalde situaties gekomen, maar hebben wel een maatschappelijk probleem aan de orde gesteld. Ben van den Dungen is wellicht ook een voorbeeld. Hij heeft zoveel voor de jazz in Nederland gedaan. Zijn Nationaal Podium Plan is geweldig. Dat heeft hij positief opgepakt en toen een goed plan bedacht. Ben is dan wel geen klokkenluider, maar hij heeft geen gemakkelijke taak op zich genomen.

Ewout Dercksen: "Een tenorsaxofoon is een heel fijn instrument. Gek dat je niet kunt zien wat je doet, maar je raakt er wel mee vergroeid."
Ewout Dercksen: “Een tenorsaxofoon is een heel fijn instrument. Gek dat je niet kunt zien wat je doet, maar je raakt er wel mee vergroeid.”

Wat intrigeert je aan je instrument?
De directheid. Een tenorsaxofoon is een heel fijn instrument. Gek dat je niet kunt zien wat je doet, maar je raakt er wel mee vergroeid. Je herkent spelers vaak aan drie noten. Het is zó individueel doordat je van alles kunt doen met vibrato en hoe je de dingen uitspeelt.

Wat heb je geleerd van je muziek?
In mijn pubertijd speelde ik gitaar en ineens was ik iemand. Dat sijpelt nu ook door. Zonder optredens ben ik niet in balans. Daar gaat het bij mij om; zelf optreden en mensen leren kennen. Ik hoop dat na de afgelopen anderhalf jaar die balans weer wordt hersteld. Weer in dit idioom komen met mensen met dezelfde achtergrond als ik, maar zeker ook met andere.

Wat wilde je vroeger altijd worden?
Al heel jong gitarist, toen contrabassist en vanaf mijn vijftiende saxofonist. Bij contrabas – die ik nog altijd bespeel – is het heel leuk om vanuit de achterkant van de band te spelen.

Wanneer ervaar je de vrijheid te falen?
Als je met vertrouwde mensen speelt. Toen ik in café De Kroeg in Arnhem sessies leidde, had ik mezelf opgelegd wekelijks of om de week met minstens drie nieuwe stukken te komen. Daarmee permitteerde ik me wel de vrijheid om af en toe een fout te maken.

Welke ontwikkeling in de jazz juich je toe?
Het Nationaal Podium Plan. Dat vind ik de beste ontwikkeling van de laatste tijd. Er moeten weer kleinschalige podia komen. Als alles weer open is, is het Nationaal Podium Plan een enorme impuls.

Ewout Dercksen: "Het Nationaal Podium Plan vind ik de beste ontwikkeling van de laatste tijd."
Ewout Dercksen: “Het Nationaal Podium Plan vind ik de beste ontwikkeling van de laatste tijd.”

Met wie werk je graag samen?
Met Wim de Vries en Taeke Stol. Toen wij in 2014 begonnen, hadden we niet zoveel te spelen. We zijn toen wekelijks gaan studeren, uitsluitend om dat sámen te doen. Om het interessant te houden ben ik stukken gaan schrijven. Daar bouwde ik moeilijke passages in om beter te kunnen oefenen. Wim en Taeke zijn zó gek van hun instrument. Ze zijn heel fanatiek en daarom is dit trio zo inspirerend voor mij.

Welke dromen liggen nog voor je?
Ik zou graag muziek voor een film willen schrijven.

Aan wie geef je het Jazz-tafette stokje door?
Aan Ben van den Dungen. Ik ken hem niet heel goed, maar waardeer dat hij zo geïnteresseerd is in mensen. We speelden eens samen tijdens een sessie. Hij was al een gearriveerde naam, ik kwam net van het conservatorium. Hij kwam naar mij toe en zei: je moet eens dit en dat doen. Ben was oprecht geïnteresseerd.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

Previous

Toptrio schildert met adembenemende klanken

Next

Befaamd trio opent nieuwe seizoen in Belgische Alleur

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook