Gidon Nunes Vaz is trompettist, geboren in Amsterdam. Zijn voorouders kwamen vier eeuwen geleden vanuit Portugal naar Nederland. Sinds vorig jaar is zijn leven drastisch veranderd, want hij verblijft vanaf die tijd telkens een half jaar in Nederland en het andere in Denemarken, waar hij solist is bij de Danish Radio Big Band. De 33-jarige musicus maakt een zelfverzekerde indruk, zeker door de mooie uitspraken die hij doet. Ooit was dat anders: hij moest het vroeger doen met heel wat minder zelfvertrouwen. “Maar nu ken ik mezelf veel beter”, zegt hij. En ook: “Ik kan niet goed tegen alles wat er nu in de wereld gebeurt, ik word er heel somber van.” Maar dan is er zijn trompet: “Trompet spelen geeft mij een andere manier van leven.” Kenny Dorham is een van zijn grote voorbeelden, maar het moet gezegd dat Gidon Nunes Vaz altijd Gidon Nunes Vaz is. Na vijftien jaar muzikantschap wil hij wat “minder dingen, maar wel meer diepgang.” Dat blijkt ook uit de antwoorden die hij geeft op de twintig vaste vragen van de JAZZ-tafette. Gidon Nunes Vaz is er een waardige ambassadeur van.

Gidon Nunes Vaz: “Ik ben echt een jazzmusicus, dáár ligt mijn expertise.”

Waar ben je op dit moment mee bezig?
Met de tegenhanger van in een big band spelen. Zes maanden per jaar werk ik voor de Danish Radio Big Band. Ik verblijf al die tijd dan in Denemarken. Twee zomers terug deed ik auditie voor een solistenplek. In mijn eerste seizoen moesten we veel producties spelen, zodat er niet veel ruimte was voor eigen zaken. Die ga ik nu meer opzoeken, achter de piano kruipen, echt genieten van kleine bezettingen. Het speelseizoen van de Deense big band loopt van oktober tot april. In de zomer kan ik dan in Nederland werken en zijn. Die ruimte en afwisseling is erg klein. Nu ben ik meer bezig met schrijven en spelen met gitarist Davor Stehlik. Onlangs speelde ik weer met de Eric Ineke JazzXpress, dat doe ik al acht jaar. Ik ben echt een jazzmusicus, dáár ligt mijn expertise. Ik wil minder dingen, maar meer diepgang. Ik heb nooit veel commercieel werk gedaan, maar ik kijk er niet op neer, hoor. Ik speel gemiddeld een keer per week. In Denemarken moet ik zes maanden knallen, met soms wel vijf concerten per week. 

Welke herinneringen aan je carrière zijn je het dierbaarst?
Er zijn mensen geweest die mij op een podium zetten en in mij geloofden. Ik denk aan Peter Guidi en later aan Ruud Breuls en Willem van der Vliet. Deze mensen hebben me heel erg geholpen om grote stappen beter aan te kunnen. Ik denk dat ieder mens het nodig heeft dat er iemand over zijn schouder meekijkt en je vertrouwen geeft. 

Waarom doe je graag wat je doet?
Ik merk dat ik in hyperfocus rust bereik. Trompet spelen geeft mij een andere manier van leven. Ik wil elke dag spelen, dat is voor mij geen lijdensweg. De trompet helpt me ook bij mijn astma. In die focus word ik rustig.

Wanneer is je passie voor jazz ontstaan?
Ik was nog heel klein, zo rond mijn vijfde jaar. Ik heb de jazz zelf ontdekt. Mijn ouders hadden er niets mee. Ik vond een bandje met muziek van Dizzy Gillespie. Ik ontdekte ook Miles Davis en Glenn Miller. Mijn ontdekkingsreis is dus niet opgelegd. Ik vind het heel fijn iets te ontdekken, dat intrinsiek van mijzelf is.

Gidon Nunes Vaz: “Ik denk dat ieder mens het nodig heeft dat er iemand over zijn schouder meekijkt en je vertrouwen geeft.”

Van welke ontwikkeling in de jazzgeschiedenis had je onderdeel willen zijn?
Van het ontstaan van de bebop. Revolutionaire ontwikkelingen in de jazz waren niet gebeurd als de ontwikkeling van bebop niet had plaats gevonden. 

Wat is het bizarste dat je ooit mee hebt gemaakt tijdens een concert?
Toen ik twaalf jaar geleden een paniekaanval kreeg op het podium. Dat zal me nu niet meer gebeuren. Ik had een soort doodsangst dat ik een hartaanval zou krijgen. Ik weet dat ik nooit meer op dat punt zal komen, omdat ik mezelf nu beter begrijp dan toen. Ik neem mezelf in bescherming door aan de rem te trekken. Dat heeft ook met zelfreflectie te maken. Ik vind dat angst moet worden doorbroken.

Waar vind je inspiratie?
In het leven zelf. In alles wat je meemaakt. Je kunt je dagenlang opsluiten en muziek gaan maken, maar ik denk niet dat je daar beter door gaat spelen. De kracht van muziek als verbindende factor is zo belangrijk. Mijn grootste angst is dat de lessen uit de twintigste eeuw niet geleerd zijn. Ruud Breuls zei mij eens: ‘Creativiteit werpt het juk van het verleden van je af’.

Wat is het spannendste dat je ooit hebt ondernomen?
Mijn laatste auditieweek bij de Danish Radio Big Band.Ik moest een trompetsolo doen met alleen de contrabas als begeleiding. Zo’n complete big band, met een symfonie-orkest erbij, veel publiek en ook nog een tv-opname. Dit bracht een nieuw record aan spanning bij mij teweeg. Het betrof de laatste momenten van de auditie, waarin ik moest worden beoordeeld.

Gidon Nunes Vaz: “Ik neem mezelf in bescherming door aan de rem te trekken.”

Welk muziekstuk of album heeft voor jou een speciale betekenis?
De afgelopen twee weken luisterde ik vooral naar de albums uit 1965 van George Coleman en Chet Baker. Vroeger heb ik al veel naar Chet geluisterd. En nu weer wat meer: hij is de perfecte ‘reminder’ om te beseffen dat je niet perfect hoeft te klinken, maar natuurlijk en oprecht. Dat is ook mijn insteek. 

Wat neem je altijd met je mee?
M’n beste mondstuk. Wat dat betreft ben ik een beetje een nerd. Het meest bepalend om bij mijn eigen geluid te komen is de klankvoorstelling in mijn hoofd in combinatie met het juiste mondstuk. Muziek moet eerst in je hoofd klinken. Ik speel op een zeldzaam Black-Hill mondstuk, die zijn alleen begin jaren negentig gemaakt. Dit mondstuk gaf mijn beste vriend aan me, er is geen tweede die zo klinkt.

Welke actualiteit heeft je aandacht?
Ik houd van geschiedenis. Ik lees op dit moment Een Kleine Geschiedenis van Amsterdam van Geert Mak. Je kunt in het nu parallellen zien met het verleden. Ik kan niet goed tegen alles wat er nu in de wereld gebeurt, ik word er heel somber van. Ik zie dat de mens in essentie niet verandert, dat hij niet veel van het verleden heeft geleerd.

Wie is je grote voorbeeld buiten de jazz?
Mijn oma Paula. Zij had een levensinstelling die ik graag in mijzelf meedraag. Zij had zo’n warm hart en veroordeelde mensen nooit.

Wat intrigeert je aan je instrument?
De trompet is een keiharde spiegel van jezelf. Hij vertelt je precies hoe je in je vel zit. Het geluid van de trompet is het mooiste dat er is; zoveel kracht en kwetsbaarheid.

Gidon Nunes Vaz: “Ik zie dat de mens in essentie niet verandert, dat hij niet veel van het verleden heeft geleerd.”

Wat heb je geleerd van je muziek?
Het belangrijkste: play yourself, radicaal jezelf zijn. Dat oefen ik. Dat betekent spelen wat je hoort, dat verandert met de tijd en ik heb geleerd mezelf daarin te accepteren.

Wat wilde je vroeger altijd worden?
Archeoloog. Maar ik begon op mijn achtste trompet te spelen en wilde op mijn twaalfde muzikant worden. Voor mijn achtste heb ik nog een half jaar viool gespeeld, maar dat werd niks. Het grappige is dat vioolmuziek me nog steeds pakt. Ik luister graag naar strijkkwartetten.

Wanneer ervaar je de vrijheid te falen?
Op trompet in principe bij elke noot. Als je bang bent om hem te missen, dan mis je hem. Als je dat accepteert dan raak je ‘m. Het is bijna hetzelfde als de kunst van het boogschieten. Om noten te kunnen spelen, moet je ze van tevoren horen. Dat helpt!

Welke ontwikkeling in de jazz juich je toe?
Dat er meer diversiteit in ons muzieklandschap komt. Dat geldt in elk geval voor Nederland, om daar elders over te oordelen vind ik moeilijk. Ik beweeg me in de realiteit van hier. Ook kun je tegenwoordig anders zijn voor een ander, daar hoef je geen angst meer voor te hebben. Dat je durft te spelen met mensen van een andere achtergrond is ook van deze tijd. Kliekjesvorming moet worden doorbroken.

Met wie werk je graag samen?
Met de collega’s van de Danish Radio Big Band. Afgelopen jaar maakte ik daar het eerste seizoen mee. Ik heb me nog nooit ergens zo thuis gevoeld. Het is een gezelschap waar ik volledig mezelf mag zijn. Als eenieder dat zo voelt, ga je vanzelf beter spelen, omdat er dan minder angst is. Angst blokkeert, je wilt dat die buiten de deur blijft.

Gidon Nunes Vaz: “Ik zou heel graag rust en harmonie hebben, niet alleen voor mezelf maar in ieders leven.”

Welke dromen liggen nog voor je?
Ik vind het moeilijk mezelf in de toekomst te plaatsen. Ik wil alleen vanuit mezelf en in het nu leven. Ik zou heel graag rust en harmonie hebben, niet alleen voor mezelf maar in ieders leven. Ik voel vooral dankbaarheid voor wat er in mijn leven is. Ik verlang niet zo veel.

Aan wie geef je het Jazz-tafette stokje door?
Aan Wim Both. Hij speelt in de WDR Big Band. Ik vind hem al decennialang een legendarische lead-trompettist. Hij heeft op honderden platen meegespeeld. Ik vind het ontzettend leuk dat hij zijn levenservaring met jullie kan delen.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

www.gidonnunesvaz.com

Previous

Sanne Sanne maakt andere opstap naar eigentijdse jazz

Next

Boy Edgarprijs begeleidt Tony Roe op verdere pad van innovaties

Lees ook