Componist, dirigent, docent en schrijver Gunther Schuller is zondag 21 juni op 89-jarige leeftijd overleden. Hij stierf in Boston aan de gevolgen van leukemie. Met zijn overlijden ontvalt de jazz wederom een sleutelfiguur. Schuller was namelijk grondlegger van de tandem jazz-klassieke muziek.

Eerst maar even een lesje muziektheorie. Terug naar het einde van de Eerste Wereldoorlog, toen ene Arnold Schönberg in Wenen vond dat het in die tijd gebruikelijke tonale muzieksysteem op de helling moest. Hij zocht naar de mogelijkheid om chromatische toonladders te gebruiken en vond die in wat al snel de twaalftoonstechniek werd genoemd. Het kwam er daarin op neer dat er twaalf tonen in een reeks worden geplaatst. Elke toon is gelijk aan de andere. De componist bepaalt die reeks en heeft de mogelijkheid hem achterstevoren of met spiegeling van de intervallen in te zetten. Ook kan hij beide mogelijkheden combineren.

Gunther Schuller dirigeert in de Jordan Hall in Boston. Foto Boston Symphony Orchestra
Gunther Schuller dirigeert in de Jordan Hall in Boston. Foto Boston Symphony Orchestra

De twaalftoonstechniek, ook wel dodecafonie genoemd, kreeg al snel navolgers in de personen van Alban Berg en Anton Webern, leerlingen van Schönberg en mede de Tweede Weense School vormend. We stippen hier alleen even Webern aan. De Oostenrijker nam vanaf 1925 Schönbergs dodecafonie over in zijn composities en ontwikkelde die zodanig dat een reeks tonen voor hem het handvat was in plaats van een thema. Hij zette de tonen binnen de reeks in een andere volgorde en verspreidde ze over meerdere instrumenten. Ook was Webern de bedenker van het serialisme in de jaren vijftig, maar het gaat te ver om in dit bestek hier dieper op in te gaan.

REVOLUTIONAIR

Anton Webern dus. Een revolutionair op het gebied van eigentijdse gecomponeerde muziek. In dit geval de dodecafonie, die bijna een eeuw later nog altijd wordt aangemerkt als ‘moeilijke muziek’. In Amerika echter was er een jochie dat er volledig van in de ban raakte: Gunther Schuller. Hij was geboren op 22 november 1925 in New York en hij was pas twintig jaar toen hij zijn eerste orkestcompositie het licht liet zien, zijn Cello Concert, gebaseerd op de nieuwe muziek van Webern.

Schuller ontwikkelde zich razendsnel. Hij ging grasduinen in nieuwe combinaties van instrumenten. Dat leverde verbluffende resultaten en schitterende composities op: Five Pieces for Five Horns; een kwartet voor vier contrabassen; een voor vier cello’s; een concerto voor contrafagot en een voor altsaxofoon. Het kamermuziekwerk Fantasia Concertante uit 1947 is geschreven voor drie hobo’s (of drie trombones) en piano, Twelve by Eleven was voor kamermuziekensemble met verplichte ruimte voor vrije improvisatie. En een wel heel opmerkelijk, later werk: Grand Concerto for Percussion and Keyboards (2005) voor acht percussionisten, een harpspeler en twee toetsenisten. Een jaar later gevolgd door Refrains voor twaalf tuba’s, tien euphoniums en percussie.

Het lijkt hierbij dat Gunther Schuller zich uitsluitend bekwaamde in hedendaagse gecomponeerde muziek. Dat is echter niet zo, al vanaf zijn jonge jaren was er ook interesse voor jazz. Een van de groepen die zijn bijzondere belangstelling had was het Modern Jazz Quartet, waarvoor hij in 1958 het Concertino voor Jazzkwartet en Orkest schreef. En waarmee hij een nieuwe term in de jazzmuziek inleidde: The Third Stream. Hiermee worden zijn inspanningen aangeduid die uiteindelijk resulteerden in de grootste verdienste die de componist Gunther Schuller aan de dag legde: zijn verbintenis van jazz en eigentijdse gecomponeerde muziek.

OP DE HELLING

Je kunt stellen dat Schuller vanaf het moment dat hij begon met componeren de bestaande muziekliteratuur op de helling zette. In 1950 schreef hij zijn Symphony for Brass and Percussion, waar de gebruikelijke strijkers- en rietsectie ondergeschikt werd gemaakt aan koper- en percussie-instrumenten. En die ook alweer een opstap betekende naar die voor de ontwikkelling van de jazzmuziek zo van belang zijnde Third Stream.

Gunther Schuller met tenorsaxofonist Joe Lovano.
Gunter Schuller met tenorsaxofonist Joe Lovano.

Gunther Schuller introduceerde in 1957 de term zelf. Hij gaf hem in mei 1960 vorm, middels een gedenkwaardig concert van het Contemporary String Quartet met een uitgelezen keur aan jazzmusici: het Bill Evans Trio, gitarist Barry Galbraith, altsaxofonist/klarinettist Eric Dolphy en altsaxofonist/componist Ornette Coleman. De combinatie speelde een verzameling Third Stream-composities van Gunther Schuller. De Third Stream was gegrondvest en de bedenker ervan omschreef hem in krachtige bewoordingen: “De Third Stream-beweging inspireert componisten, improvisatoren en uitvoerders om toe te werken naar een samengaan van muziekstijlen, of ze nu etnisch of uit welke hoek dan ook komen. Tot nu toe zijn die stijlen door de componisten van elkaar gescheiden gehouden. Ik denk dat ze moeten samenkomen, juist in dit land, omdat Amerika een originele culturele smeltkroes is.”

Gunther Schuller kwam op het pad van de jazz door de muziek van Duke Ellington. Hij arrangeerde die in 1945 voor de Cincinnati Pops en voerde later ook jazzmuziek uit, onder meer in een ensemble dat werd geleid door Miles Davis. Op dat moment was Schuller hoornist in de Metropolitan Opera, waar hij het werk afwisselde met het spelen in diverse jazzgroepen. Schuller was autodidact wat componeren betreft, maar studeerde Franse hoorn, fluit, muziektheorie en contrapunt in New York. Hij was daar geboren, vertrok van 1932 tot 1936 naar het land van zijn ouders, Duitsland en keerde nadien terug naar New York. In 1943 begon hij aan zijn eerste professionele baan, als hoornist bij het American Ballet Theatre. In hetzelfde jaar werd hij ingelijfd bij het Cincinnati Symphony Orchestra.

Gunther Schuller.
Gunther Schuller.

SPAGAAT

Componeren en zelf optreden, dat was de spagaat die steeds harder knelde bij Gunther Schuller. In 1959 gaf hij aan optredens de brui en hield zich nog slechts bezig met componeren, dirigeren en schrijven. Hij was auteur van een aantal belanghebbende historische werken als Early Jazz: Its Roots and Musical Development (1968) en The Swing Era: The Development of Jazz, 1930-1945 (1989). Zijn opname van Scott Joplin’s Red Back Book met The New England Conservatory Ragtime Ensemble won in 1974 een Grammy en betekende het startpunt van de ragtime-revival in het midden van de jaren zeventig. Wat onderscheidingen betreft: in het duizelingwekkende aantal dat hem ten deel viel, vormt de Pulitzer Prize 1994 voor zijn orkestwerk Of Reminiscences and Reflections het stralende middelpunt.

Gunther Schuller heeft ook enorme educatieve verdiensten gehad. Hij liet honderden leerlingen kennismaken met de twaalftoonstechniek en de daaruit voortgekomen Third Stream. En verschafte hen daarmee een nieuwe blik op eigentijdse muziek. Voorts dirigeerde hij een groot aantal orkesten in de Verenigde Staten. Maar Gunther Schuller zal altijd herinnerd blijven als de avantgardist die in navolging van wat componisten als Schönberg, Berg en Webern in Europa deden, in de Verenigde Staten de muziek van nieuwe, onpeilbare invalshoeken voorzag.

RINUS VAN DER HEIJDEN

 

Previous

HAN BENNINK (RONDETIJD: 6:15,36)

Next

Rogier Telderman Trio zoekt het vooral in schoonheid

Lees ook