COLUMN

 

Cd’s of streaming? Fysieke geluidsdragers of onderduiken in de digitale, anonieme on-line techniek? Het is een ontwikkeling die niet meer te stoppen is. Muziekliefhebbers contra geluidsfreaks? Het is inmiddels bijna een ethische kwestie geworden. JazzNu worstelt ermee.

Geluidsdragers. Ze bestaan al sinds 1860, toen de Fransman Léon Scott zijn fonautograaf uitvond, de voorloper van Edisons fonograaf. Nadien kwamen er schellakplaten, grammofoonplaten op vinyl, geluidsbanden, muziekcassettes, compact discs, MP-3 spelers en iPods om muziek vast te leggen en voort te brengen. Sinds enkele jaren dreigen deze fysieke dragers te worden verdrongen door enkele drukjes op de toetsen van jouw telefoon. Floep, muziek waar je maar wilt. Gemak dient de mens, nietwaar?

Gemak wel, jazeker. Maar zijn digitale links een ontwikkeling waar je blij mee moet zijn? Gemakzuchtigen zullen van de daken schreeuwen dat zij het geweldig vinden. Veel muziek is er immers mee gediend. De luchthartigheid van popmuziek, waar je als beoefenaar binnen tien minuten in een top-tien kunt belanden en er binnen een kwartier weer uitgewipt blijkt te zijn, is er zeker mee gediend. De gemakzuchtigen hollen hijgend achter die ontwikkeling aan: ze willen immers van elke beweging op de hoogte zijn. Linkje aanklikken, dertien seconden luisteren, wegdrukken, nieuw linkje, negen seconden enzovoorts.

Maar er zijn ook – nog altijd – mensen die muziek anders ‘consumeren’. Die een muziekavondje voor zichzelf beleggen, voor hun platen- en/of cd-kast gaan staan en zichzelf urenlang plezieren met prachtige muziek. Die wordt versterkt door de platen- of cd-hoes, die hen aanvullende informatie verstrekt en hen met die hoes in de hand nóg meer laten genieten van hun favoriete muziek. Plus hen de mogelijkheid verschaft de geschiedenis van de muziek met een enkele handbeweging uit de kast te trekken. Met muziek beluisteren via links naar Spotify en Soundcloud kan daar geen sprake van zijn.

En dan zijn er nog de liefhebbers die beroepsmatig met muziek bezig zijn. De schrijver van dit artikel is er een van. Daardoor zit hij met de neus boven op elke nieuwe ontwikkeling. JazzNu wordt sinds pakweg twee jaar dagelijks geconfronteerd met het verschijnsel streaming en dat roept niet alleen ethische, maar ook sociologische vraagstukken op. Welke houding moet de redactie van een – nota bene digitaal – tijdschrift in deze innemen? Moet de redactie de vluchtigheid ervan voor lief nemen, of moet zij de nadruk blijven leggen bij fysieke geluidsdragers? Moet zij slechts kennis nemen van de muzikale inhoud van een aangeboden link of moet zij rekening houden met de economische kant van deze kwestie? Met andere woorden: moet het financiële belang van de musicus zwaarder wegen dan het feit dat vastgelegde muziek meer is dan alleen vluchtig laten horen wat de geest van dezelfde musicus heeft voortgebracht?

“Onder welke steen ben jij uitgekropen?”

JazzNu is de afgelopen tijd meerdere malen in botsing gekomen met musici die alleen nog maar via streaming – een methode om distributie van muziek en film via internet mogelijk te maken – hun muziek de wereld in willen sturen. Vorig jaar ging dat hard tegen hard toen een jazzmusicus zich nadat de redactie hem had meegedeeld dat zij alleen maar fysieke cd’s wilde bespreken, haar toebeet: “Onder welke steen ben jij uit gekropen?” Maar meestal gaat het beschaafder. Een andere musicus bood zijn nieuwe cd ook digitaal aan. Jazeker, hij had ook wel fysieke elpees, maar die opsturen naar de redactie kostte te veel geld. Daarbij voorbij gaand aan het feit dat plaatsing van een recensie heel wat meer rendement kan opleveren dan de portokosten voor de te verzenden elpee.

En een derde musicus had een valide argument om zijn muziek ditmaal on-line aan te bieden: “Ik heb weinig kosten gemaakt en ieder van de musici werkte gratis mee. Het geld dat binnenkomt wordt gelijkelijk over de musici verdeeld, zodat er niets eerst geld naar de kosten (fysieke product en drukwerk) hoeft te gaan. Om die reden komt het album daarom heel bewust ook niet op Spotify en andere streaming-diensten. Zelf ben ik heel bewust tegen het Spotify-model en vóór een eerlijker verdeling.” Waarbij hij er nog aan toevoegt dat er door de Covid-19 crisis geen concerten zijn en cd’s dus niet verkocht kunnen worden.

Daar tegenover staan musici die hun oeuvre door de loop van vele jaren goed gedocumenteerd willen zien. Er is er minimaal één die, al brengt hij drie nieuwe albums per jaar uit, deze per se op cd wil vastleggen. Een andere musicus gaat voorbij aan de financiële aspecten die samenhangen met het uitbrengen van fysieke dragers: hij legt na een reis naar het Verre Oosten waar hij zijn muziek opnam, elke cent opzij om zijn nieuwe cd in fases tot stand te laten komen.

Het is niet zo dat de redactie van JazzNu door de nieuwe digitale ontwikkelingen rond muziek uitbrengen, in gewetensnood is geraakt. Wel dat het voornemen om alleen maar fysieke cd’s uit te brengen overeind blijft, zij het dat het deukjes begint op te lopen. De argumenten voor de keuze voor ‘fysiek’ zijn legio. Enkele ervan: de redactie wordt al sinds het begin van de coronacrisis door musici overspoeld met verwijzingen naar Spotify en Soundcloud om aan te geven dat daar zijn of haar nieuwe album is te vinden. Een groot deel daarvan bestaat uit zelf opgenomen muziek, met een goedkoop microfoontje en een inhoud die navenant is: ‘Wilt u recenseren s’il vous plaît?’

Een andere reden is de archiefwaarde van fysieke cd’s. De redactie van JazzNu beschikt over duizenden elpees en cd’s, die telkenmale hun dienst bewijzen als historische bewaarbox. Bij het schrijven van necrologieën is de informatie op de hoezen onontbeerlijk; een overzicht van hoe het oeuvre van een musicus eruit ziet, trek je zo uit de kast; een cd waaraan tot in de kleinste details aandacht is besteed, klinkt beter dan een link.

Sommige hoesjes zijn ware kunstwerken,
de liefde van de muzikant druipt er van af

En dan is er nog een belangrijk aspect. Veel jazzmusici die hun muziek op cd uitbrengen, willen dat zo zorgvuldig mogelijk doen. Niet alleen aan de muziek en de opname ervan, maar ook aan het uiterlijk van de cd wordt ultieme aandacht besteed. Sommige hoesjes zijn ware kunstwerken, de liefde van de muzikant druipt er van af. En hoezeer wordt dan de luisteraar niet verwend als hij zo’n artistiek verantwoord kleinood in handen heeft: prachtige muziek, mooie teksten en strelingen voor het oog, in en rondom het cd-boekje. Die ontwikkeling zet overigens – weliswaar nog mondjesmaat – door bij musici die in plaats van een fysieke cd een volwaardig digitaal album uitbrengen.

Voorlopig blijft JazzNu bij zijn voornemen alleen fysieke cd’s te recenseren, ook al is het einde van déze geluidsdrager inmiddels eveneens in zicht. Wie daar keiharde argumenten tégen heeft, mag zich melden. Met plezier.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Illustratie GEMMA KESSELS

Previous

Tom van der Zaal gloedvolle vertolker van hardbop

Next

Into The Wind heeft aan saxofoon en gitaar genoeg

2 comments

  1. Wat een ouwe lullen praat zeg. Elk argument is in dit stuk zo onderuit gehaald. Vervang het woord cd eens in tijdschrift en digitaal in blog! Boter op het hoofd. Meestal is de belangrijkste factor een gratis cd’tje te krijgen, daar zit het meeste sentiment in dit stuk. En natuurlijk was vroeger alles beter;)

  2. Is dit niet een wat wereldvreemde keuze voor een professionele luisteraar? Zou de muziekliefhebber die zijn platenspeler en lp’s ooit aanvulde met een cd-speler en cd’s, zijn installatie niet kunnen uitbreiden met bijvoorbeeld bluetooth en een iPad, benieuwd als hij is naar nieuw uitgekomen muziek? Dit is een in alle opzichten eenvoudiger stap dan die van analoog naar digitaal. Het mooie is dat muzikanten zich dan kunnen concentreren op waar ze goed in zijn: muziek maken. Mooie hoesjes zijn leuk, maar namen, jaartallen en andere informatie (veel meer dan op een hoesje past) zijn online te vinden. Prettig voordeel is dat we kunnen stoppen met het fabriceren van kunststof schijfjes en plastic hoesjes.

Comments are closed.

Lees ook