Foto Tom Beetz

De saxofoon is het meest gebruikte blaasinstrument in de jazz. En van de gebruikelijke typen waartoe ook de sopraan-, alt- en tenorsaxofoon behoren is de baritonsaxofoon de minst gebruikte. Alleen van de soprillo-, sopranino-, C-melody-, bas-, contrabas- en sub-contrabassaxofoon is het gebruik in de jazz nog zeldzamer.

De saxofoon werd ontwikkeld door de Belgische muziekinstrumentenbouwer Adolphe Sax die ook al verantwoordelijk was voor de uitvinding van de bugel. Componist Hector Berlioz beschrijft dat Sax een ophicleïde (een soort tuba met kleppen) nam en daar een klarinetmondstuk op zette, en zo op het idee van de saxofoon kwam. Adolphe Sax wilde een instrument maken dat de souplesse van de strijkers had, maar ook de dynamische mogelijkheden van het koper en de klankmogelijkheden van het hout. Niemand kan ontkennen dat dit wonderbaarlijk goed is gelukt.

Voor de meeste jazzsaxofonisten is de baritonsaxofoon iets om erbij te doen, maar enkelen spelen (vrijwel) uitsluitend baritonsaxofoon. Harry Carney was vanaf 1927 de vaste baritonsaxofonist bij Duke Ellington, en vanaf de jaren vijftig werd Gerry Mulligan de beste baritonsaxofonist ooit. Baritonsaxofonisten Serge Chaloff, Pepper Adams, Leo Parker, Ronnie Cuber en in ons land Jan Menu gaan ook bijna nooit vreemd als het om hun instrument gaat. De liefde voor de baritonsaxofoon kan ook overdreven proporties aannemen zoals bij Tokyo Chutei-Iki (foto), een Japanse band die uit twaalf baritonsaxofonisten bestaat en in 2012 op het North Sea Jazz Festival optrad. Of twaalf baritonsaxofoons ook twaalf keer mooier klinken dan één baritonsaxofoon is echter de vraag.

 

Previous

1,5 Meter Sessie met MOON TRIO nieuwe concertbeleving

Next

Jazz ten tijde van corona: Michiel Braam

Lees ook