Op een van de vele momenten dat pianist Jeroen van Vliet zijn noten als ganzendons uit de piano liet zweven, gleed achter de podiumtent op de Markt in ’s-Hertogenbosch fluisterstil een vrachtwagen van Heineken voorbij. Het leek alsof de chauffeur de notenregen van het Moon Trio niet wilde verstoren. Maar dat was maar voor even: enkele minuten later werd het normale festivallawaai aangevuld met het gerammel van lege bierfusten.

Het kon niet missen: Jazz in Duketown 2015 was deze zondagavond in volle gang. Mooie muziek werd vermengd met de bekende festivalgeluiden: schreeuwende mensen, knetterende bromfietsen, gelal, gerammel van glazen en flessen en te druk pratend publiek. Maar dit gold niet alleen voor ‘mooie muziek’, anderssoortige muziek kreeg er evengoed mee te maken. Allemaal niet erg, want hoe luider het kabaal, hoe geslaagder een festival is. Althans als je in bezoekersaantallen rekent. En organisaties doen dat nu eenmaal zo.

Bij Jazz in Duketown kan die conclusie in elk geval worden getrokken. Zondagochtend vroeg kraaide Bartho van Straaten – samen met Koen Graat programmeur van het Bossche festival – al victorie. ‘Dag twee (zaterdag, red.) was de best bezochte dag sinds 9 jaar’, facebookte hij. ‘Bij Typhoon op de Parade stond het publiek van muur tot muur.’

PUBLIEKSLIEVELINGEN

Dat mag geen wonder worden genoemd, want precies als bij het North Sea Jazz Festival weten ze bij Jazz in Duketown net zo goed dat je bepaalde publiekslievelingen moet boeken om publiek op de been te krijgen. Het razend populaire Typhoon had zijn instrumenten bij wijze van spreken mogen vergeten; festivallocatie Parade was toch wel volgestroomd. Met zevenduizend toehoorders was het er op zaterdagavond bomvol.

Eén vogel in de lucht maakt echter nog geen lente. Daar zijn er meer voor nodig en die wáren er dan ook. Een willekeurige greep uit het programma-aanbod leverde telkens volle pleinen en zalen op – al werd de drukte bij Typhoon niet meer geëvenaard: Eddy & The Ethiopians, Tim Langedijk Trio, Yuri Honing Quartet, New Cool Collective, Metropole Orkest met Lalah Hathaway, Jeroen van Vliet Septet, Bill Evans Soulgrass Band en Christian McBride Trio. En van het publiek mocht het dit jaar ook gerust een graadje experimenteler zijn: bij het Jasper Blom Quartet met gast Bert Joris stond een lange rij wachtenden voor de toegangsdeuren van de Toonzaal.

Jazz in Duketown 2015 mag derhalve geslaagd worden genoemd. Zowel wat betreft belangstelling – 135.000 personen over vier dagen – als programmering. Aan het eerste droegen de gunstige weersomstandigheden bij, aan het tweede de – soms profetische – blik van de twee programmeurs. Die er overigens ook wel eens langs zaten: het Engelse GoGo Penguin mag dan wel als hip worden omschreven, hun concert op Duketown onderscheidde zich nergens van andere, minder bejubelde pianotrio’s.

In iets mindere mate gold dit ook voor gitarist Max Frankl. De er als een jonge John McLaughlin uitziende Zwitser was heel wat braver dan zijn look-a-like. Hij ontfutselde vooral mooie, beheerste klanken aan zijn gitaar. Zijn duetten met de altklarinet uit zijn kwartet waren voorbeeldig en zijn manier van improviseren, voortdurend met de ogen gesloten, was dat ook. Het kabbelde en kabbelde maar. Grote indruk echter wekte slagwerker Lionel Friedli, die zich redelijk braaf in de begeleiding toonde. Maar ojee, laat hem niet los voor een solo, want dan transformeert hij in een moordmachine.

FEESTBAND

Eddy & The Ethiopians ontpopte zich tot een ware feestband. En kreeg er de Parade redelijk mee los. De altsaxofoon van Edward Capel was niet in zijn eentje aangever van de feestroes, de toetsen van Bart van Dongen evenzeer. Zodat de bandleden lekker synchroon konden wiegen op de zelf neergelegde, verende ritmes.

Christian McBride maakte zijn faam als contrabassist volledig waar. Niet dat hij het instrument in een nieuw kader plaatste, maar zijn vindingrijkheid en zijn onbetwiste gave om van de bas een melodie-instrument te maken, maakten hem rechtstreeks tot een publiekslieveling.

Een bijzonder prestatie leverde het Yuri Honing Quartet. Het speelde werk van de recente cd Desire. Dat was een gedurfd staaltje, want de akoestische, bijna tere muziek zou het bij vrijwel ieder ander afleggen tegen het festivallawaai. Tenorsaxofonist Honing, pianist Wolfert Brederode, contrabassist Gulli Gudmundsson en slagwerker Joost Lijbaart vertolkten de meeslepende composities iets nadrukkelijker dan in clubs of concertzalen. Het was voldoende om het talrijke publiek stijf in de luisterstand te krijgen.

Het Jasper Blom Quartet had dat in de Toonzaal, waar trompettist/componist Jeroen Doomernik de programmering verzorgde, niet nodig. Het publiek hier was van zichzelf al doodstil. En dolenthousiast. Want tenorsaxofonist Blom slaagde er in met een mix van vrije jazz en gecomponeerde muziek een vorm te creëren, die de term eigentijdse Nederlandse improvisatiemuziek volledig dekte. Met Jesse van Ruller op gitaar, hijzelf en trompettist Bert Joris als gast werd een frontlinie gevormd die zowel in gecomponeerde concertdelen als in geïmproviseerde, de handen ver uit de mouwen stak. Met achter hen contrabassist Frans van der Hoeven en slagwerker Martijn Vink kreeg ook het aspect ritme de volledige aandacht. Het leverde een prachtconcert op.

POLYFONIE LAGE LANDEN

Jasper Blom kwam met een interessante mededeling. In het najaar gaat zijn kwartet met wederom Bert Joris als gastspeler aan een concertserie beginnen met de naam Polyfonie uit de Lage Landen. Hiermee wordt terugverwezen naar het baroktijdperk toen I Fiamminghi, de componisten uit de Lage Landen (België en Nederland) grootse triomfen vierden in Europa. “Dit wordt een jazzode aan vergeten Vlaamse componisten”, kondigde Jasper Blom aan.

Deze recensie begon met de sprankelende noten van Jeroen van Vliet en eindigt er ook mee. De pianist had ’s middags in de stralende zon met zijn septet het Kerkplein volledig in zijn ban met de Zeeland Suite Revisited, een jubelproject dat heel Nederland aan het veroveren is. Vorig najaar werd het in de Zeeuwse Hedwigepolder ten doop gehouden, deze middag bleek dat de band op vastere grond de muziek in de dansmodus kreeg. De talrijke toeschouwers hapten gretig toe.

’s Avonds trad de Tilburger aan met een nieuw ensemble, het Moon Trio met contrabassist Gulli Gudmundsson en slagwerker Mark Schilders. Kamermuziek in de draaimolen, daar leek het op in die rumoerige podiumtent op de Markt. Maar evenals bij Yuri Honing werd ook hier het lawaai in de ban gedaan: subtiele pianomuziek, melodische basklanken en groovy slagwerk voegden een nieuwe loot toe aan de jazzboom die Nederlandse jazz heet.

 

Jazz in Duketown 2015
Diverse locaties binnenstad ’s-Hertogenbosch
23 en 24 mei 2015

 

Terwijl Aad van Nieuwkerk het juryrapport voorleest wacht Sebastiaan van Bavel onwetend de uitslag af.
Terwijl Aad van Nieuwkerk het juryrapport voorleest wacht Sebastiaan van Bavel onwetend de uitslag af.

Sebastiaan van Bavel winnaar Talent Award

Pianist Sebastiaan van Bavel is winnaar geworden van de Conservatorium Talent Award 2015, een van de initiatieven van Jazz in Duketown. De jury riep hem unaniem als winnaar uit. ‘Sebastiaan is een pianistische pianist, die een brug slaat tussen de muziek van Messiaen, Indiase muziek en jazz’, zo omschreef de jury zijn keuze.

Sebastiaan van Bavel, die in juni afstudeert aan het Conservatorium van Rotterdam was een van de acht musici die meedongen naar de prijs. Zij toonden onder grote publieke belangstelling op de zaterdag- en zondagmiddag van het festival hun kunnen. Jurylid Aad van Nieuwkerk maakte de winnaar zondagavond bekend in de Muzerije, waar alle presentatieconcerten van de conservatoriumleerlingen plaatsvonden.

De Conservatorium Talent Award voor jong jazztalent werd voor de vierde keer georganiseerd. Zangeres Jara Holdert van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag vormde hierop een uitzondering. Zij betoonde zich als singer-songwriter. De deelnemers aan de competitie volgen allen een bachelor- of masteropleiding aan een van de Nederlandse conservatoria.

Sebastiaan van Bavel kreeg een cheque ter waarde van vijfduizend euro overhandigd. Bovendien verzorgt hij op Jazz in Duketown 2016 een concert naar eigen inzicht. De vakjury van de Conservatorium Talent Award bestond uit de radiomakers Vera Vingerhoeds en Aad van Nieuwkerk, jazzmusicus Yuri Honing en jazzrecensent Rinus van der Heijden.

RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN

 

Previous

Spotify playlist Rob van Bavel

Next

Bruuske heksenketel Ribot’s Ceramic Dog verpest humeur

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook