Als je de compositie ‘Bogerous’ opzet van het kwintet Deon, raak je bij de eerste tonen geraakt door het intro dat contrabassist Dion Nijland neerlegt. Een enkele, ronde noot, nóg een en nóg een, aanzet voor fascinerend bas-spel en dan een tenorsaxofoon die binnen sluipt om zo naar een kwintetvorm toe te werken. Meer heb je als luisteraar niet nodig om snel te doorgronden wat het album ‘Soft Steel’ te bieden heeft.

Dat is heel wat, want deze nieuwe formatie van contrabassist Dion Nijland klinkt verrassend, veelzijdig, verbindend, doorgrondend en onderzoekend. En deze laatste constatering is meteen een soort containerbegrip: Soft Steel laat zich niet vangen onder één omschrijving, de vijfmansband kan evenzeer worden gekwalificeerd als zowel jazzensemble als kamerorkest.

Dat heeft alles te maken met de steeds weer doordachte opbouw van de twaalf stukken. Je krijgt daardoor niet wat je verwacht en dus wat je gewend bent: Deon bewandelt nieuwe paden, laat zich door de nauwelijks te categoriseren muziek niet buigen naar wat ooit was en gemeengoed is geworden. Liever kiest componist/bandleider Nijland voor wat wel was – binnen muziek kan het immers bijna niet anders – maar binnen contexten die aan wereldse grenzen raken en zich daardoor niet laten beperken door wat gewoontes voorschrijven.

Als je de compositie Deun hoort, zou je een associatie kunnen krijgen met een fanfare die voorbij marcheert. Even maar, want de mars wordt getransformeerd in een collectieve improvisatie die nog altijd de innerlijke kracht van zo’n mars bezit, maar je verblijdt met een korte klarinetexercitie die verrassend binnen treedt. En hoor dan tegelijkertijd hoe contrabas en slagwerk daaronder krioelen en verdere spanning oproepen.

Je kunt aan Soft Steel afhoren hoe het maakproces zich vanaf het begin heeft ontwikkeld. Het kan niet anders dan dat de meeste, zo niet alle composities zijn geboren uit wat aantekeningen of verdwaalde noten. Het collectief zal zeker inspraak hebben gehad in de opbouw en verdere ontwikkeling van de stukken, maar de hand van Dion Nijland blijft immer hoorbaar. Zijn keuze voor de bezetting is bewonderenswaardig. De jonge Mees Siderius en Ruben Drenth naast hemzelf en Steven Kamperman en Ad Colen plaatsen, kan bijna geen grotere tegenstelling oproepen. En dat is een element dat in hedendaagse geïmproviseerde en –gecomponeerde muziek onontbeerlijk is.

Soft Steel is een zoektocht naar verdieping, naar contrasten die wringen, naar gestructureerd groepsspel dat zich af moet zetten tegen improvisaties die hun kleur krijgen door de zo diverse achtergronden van de vijf musici. En ook het zoeken én oplossen van de tegenstelling tussen orkestratie en abrupte laagvlakten van intense solotochten van de groepsleden. Voeg daarbij de bezetting van klarinetten, saxofoons, trompet, contrabas, slagwerk en vibrafoon en je kunt alle kanten uit.

Bij Deon gelukkig alleen maar de goede.

RINUS VAN DER HEIJDEN

DEON

Soft Steel

TryTone

Dion Nijland – contrabas en composities
Ruben Drenth – trompet
Steven Kamperman – klarinetten
Ad Colen – tenor- en sopraansaxofoon
Mees Siderius – slagwerk en vibrafoon

www.dionnijland.com

www.trytone.org

www.toondist.nl

Previous

One Frame Movement is niet voor één gat te vangen

Next

Koen Smits (rondetijd 7.02,09)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook