In NRC van 24 augustus stond een artikel over de Zuid-Koreaanse pianiste Chaerin Im. Zij rondde haar masterstudie jazzpiano af aan het Conservatorium in Amsterdam. Zoals veel van haar generatiegenoten verbindt zij zich niet alleen aan jazz, ze neemt binnenkort een album op dat een kruising bevat van indiepop en vrije impro met elektronische elementen. 

Aan het einde van het interview zegt ze iets behartenswaardigs: “Jongere mensen worden nu veel meer blootgesteld aan heel andere muziekgenres. Maar ik zie het potentieel dat jongeren echt dol kunnen worden op moeilijke jazz.” Vooral die laatste twee woorden sluiten naadloos aan op de intentie van een column die JazzNu op 20 augustus publiceerde en waarin de programmering van Paradox in Tilburg onder de loep werd genomen. Het vrijwel ontbreken op dit podium van de generatie Nederlandse musici die de moderne jazz in Nederland een eigen gezicht hebben gegeven was de tendens van de column, die bijna honderd reacties liet binnenlopen bij de redactie van JazzNu.

Eén ervan was saillant. Hij is afkomstig van pianist Michiel Braam, die reageerde via Facebook. Hoewel hij vooral anticipeerde op de eerste drie woorden van de column – ‘Wat is jazz?’ – sluit zijn reactie nauw aan op de verdere inhoud van de column, die als titel meekreeg ‘Hé Paradox, waar blijft de Nederlandse jazzhistorie op jullie podium?’ Michiel Braam verpakte zijn weerklank met een fraaie video, die deels is opgenomen tijdens de Zomer Jazz Fiets Tour en het festival Stranger Than Paranoia – nota bene in Paradox – beide in 2016.

De video bevat de eigenzinnige versie die het sextet Reeds & Deeds in 2016 vertolkte als eerbetoon aan multi-instrumentalist Rahsaan Roland Kirk. Een pakkend Kirk-thema krijgt in de handen van Reeds & Deeds een behandeling die de historische impact van het stuk overeind houdt, maar hem tegelijkertijd voorziet van de verworvenheden die de zes rasmusici van Reeds & Reeds in vele jaren speelervaring hebben opgedaan.

Er bestaat nauwelijks een betere stap om de woorden van Chaerin Im muzikaal te begeleiden. Jongeren ‘dol laten worden op moeilijke jazz’ zoals de pianiste hardop wenst. Het zou goed zijn als niet alleen jongeren, maar ook programmeurs van podia worden bereikt, die kennelijk vergeten zijn hoe waardevol vaderlandse jazzmusici voor de evolutie van hun muziek in Nederland zijn geweest. En daarom wellicht die muziek ook als ‘moeilijk’ zijn gaan beschouwen, bang zijn geworden dat zij hun zalen niet vol gaat trekken en haar daarom maar achterwege laten. Afijn, lees de column hieronder er nog maar eens op na.

RINUS VAN DER HEIJDEN

Previous

Hé Paradox, waar blijft de Nederlandse jazzhistorie op jullie podium?

Next

Sander Smeets (rondetijd 2.58,35)

Lees ook