Zeldzaam mooi. En nog eens: zeldzaam mooi. En nog eens, en nog eens. Aan deze twee woorden heb je genoeg om de superbe schoonheid van de cd ‘Ombre de mon Amant’ aan te duiden; je herhaalt ze vanzelf. Hoe vaker je de cd beluistert, hoe meer zeggingskracht deze woorden krijgen.

Ombre de mon Amant is een schitterende cd. Waarop een onwaarschijnlijke verbinding tot stand wordt gebracht tussen Arabische muziek, barok en jazz. Onwaarschijnlijk omdat er een aantal nauwelijks te nemen barrières moesten worden overwonnen.

Eerstens de uitdrukkingswijze van de Arabische teksten. Voorts de typische maatsoorten en ook nog de manier waarop Rima Khcheich zich moest dompelen in barokmuziek met haar zo afwijkende ritmiek en techniek. En tot slot hoe Nederlands muzikaal erfgoed door een Libanese zangeres wordt vertolkt, ondersteund door Nederlandse musici.

Sceptici zullen misschien opmerken dat jazzmusici zich al eerder aan Arabische muziek hebben gewaagd. Dat is zeker waar, maar hier is sprake van een omgekeerde volgorde. Van jazzmusici is bekend dat zij vrijwel allemaal in staat zijn zich aan andere culturen aan te passen. Op Ombre de mon Amant echter voegt de zangeres zich grotendeels naar de traditie van het westen én naar instrumenten die binnen haar traditie niet of nauwelijks voorkomen. Toegegeven, een theorbe klinkt als een Arabische luit, maar de vihuela (snaarinstrument uit de Renaissance) en – vooral – de basklarinet zijn typisch westerse instrumenten.

Eerst maar die basklarinet. Heb je hem ooit eerder mooier gehoord dan hier op Ombre de mon Amant? De manier waarop hij diep brommend in de muziek schuift, haar omfloerst ondersteunt, haar soms leidt – naar vooral authenticiteit. En dan Rima Khcheich’s stem: loepzuiver, breekbaar hoog, slepend en transcendent in de eeuwenoude Arabische teksten. Voeg daarbij de inbreng van luitist Mike Fentross, een autoriteit in de wereld van de oude muziek. Zijn ervaring in de oude muziek heeft hij op een voorbeeldige wijze gekoppeld aan het overwinnen van de moeilijkheden die de Arabische maatsoorten, kwarttonen en de volstrekt afwijkende tempi voor westerse musici opleveren.

Rima Khcheich is bevriend met de Libanese dichter Rabin Mroueh. Op haar verzoek bewerkte hij liederen uit de barok, twee van Constantijn Huygens en een van Michel Lambert. De emotie die Arabische poëzie oplevert krijg je niet vertaald, reden waarom Mroueh zich beperkte tot parafrases. Daarmee voor de zoveelste maal bewijzend dat Ornstein, Fentross en Khcheich zich niet in hokjes laten dringen, maar met open gemoed de steile berg die Arabische contra westerse culturen vormt, hebben beklommen.

Je hoort tegelijkertijd wel en niet aan Ombre de mon Amant af, welke inspanningen nodig waren om tot dit sublieme eindproduct te komen. Wél door de enorme voorbereidingstijd die het project zonder meer nodig had, niet door de fabuleuze ineenvloeiing van jazz, barok en Arabische muziek. Hier hebben musici niet zomaar in een zolderkamertje een en ander in elkaar geprutst. Ombre de mon Amant is daarentegen de referentie waaraan veel toekomstige, soortgelijke projecten zullen worden afgemeten.

RINUS VAN DER HEIJDEN

Rima Khcheich/Mike Fentross/Maarten Ornstein – Ombre de mon Amant
Zefir Records

 Rima Khcheich– zang
Mike Fentross– theorbo, vihuela
Maarten Ornstein– basklarinet

www.zefirrecords.nl

 

Previous

Bert van den Brink (rondetijd 4.48,86)

Next

Udo Prinsen filmt mede essentie van jazzalbum

1 comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook