Alleen koperinstrumenten, saxofoons en drums. Zo’n instrumentatie doet je al snel denken aan vroege jazzmuziek uit New Orleans. En daarmee zit je meteen op het goede spoor. Want de band Gallowstreet neemt die jazzstijl als een van de uitgangspunten voor de lp ‘Laaglands’ en dat is een verdikkemes goede keuze.

Gallowstreet heeft het – in rechte lijn met het muzikale concept – eigenzinnig aangepakt. De zeven blazers en een drummer hebben Nederlandse landschappen opgezocht om Laaglands vast te leggen. Daarbij werden, analoog aan het aantal opnamen op de elpee, acht plekken opgezocht, zoals moerassen, duinen, weides en heidevelden. Voor de topografieliefhebbers onder ons wordt bij de vermelding van elk stuk de plek op deze aarde vermeld. Het stuk IJzeren Rijn bijvoorbeeld werd voorzien van de aanduiding 51˚09’.8”N 6˚07’39.0”E. In lekentaal: de opnamen vonden plaats op de treinrails van Nationaal Park De Meinweg in Roermond. En Springtij werd geboren op de Waddeneilanden, terwijl Zwarte Sneeuw in de buurt van Tatasteel bij Beverwijk en Velsen werd vastgelegd.

De keuze voor buitenlocaties is natuurlijk niet nieuw. Voor de inmiddels legendarische Zeeland Suite van Leo Cuypers zochten de musici allerlei plekken in Zeeland op. Maar Laaglands is toch anders, omdat heel Nederland werd aangedaan. Je hoort niet altijd dat Gallowstreet óf hier óf daar is zoals op de platenhoes is omschreven, maar de titels van de stukken, die hun weerslag krijgen in de muziek, laten de luisteraar in zijn of haar hoofd meereizen met alle trips die de acht musici ondernamen. En jazeker, de natuur is links en rechts zeker te horen.

De blaasmuziek op Laaglands kent vele invalshoeken. Uiteraard zit die van eigentijdse brassbands erin opgesloten en komen de marching bands uit New Orleans ook zeker om de hoek kijken, maar het octet heeft heel knap de nadruk gelegd op grooves in vrijwel elke compositie. Daarvoor tekenen tuba en drums, maar diezelfde tuba durft het aan om bijvoorbeeld in het stuk Laaglander een enigszins melodische rol op zich te nemen.

Laaglands is het vierde album van Gallowstreet, dat zich vooral in het begin van zijn bestaan, zo rond 2012, ontpopte als een festival – lees: feest – band. Maar dat de groep ook houdt van scherpe tegenstellingen toont Laaglands, dat haaks staat op het vorige album Our Dear Metropolis, opgedragen aan de schoonheid en wellicht nog meer aan de lelijkheid van Amsterdam. De metropool is verlaten, de natuur lonkte bijna onhoudbaar tijdens de Covid-19-periode, waarop de mannen de paden op, de lanen in, trokken.

Om een dergelijk project te doen slagen, is er veel nodig: sterke composities, meer geld dan gewoonlijk, een platenmaatschappij die de zaak wil dragen (en daar is Zennez Records weer!), door het veranderde spelconcept veel repetities en uitmelken van vakmanschap. Aan al deze facetten voldoet Laaglands. Het resulteert in bezinning, filmische klanken, odes aan fanfaremuziek, symfonisch aandoende orkestdelen en niet te vergeten de eigenzinnigheid van Gallowstreet, die in één klap de vermeende lichtheid van dit ensemble in geducht vakmanschap en een breed spectrum aan invloeden, van eigentijds gecomponeerd, tot hedendaags geïmproviseerd en zelfs tot hiphop ombuigt.

Van feestmuziek derhalve naar een feest om naar te luisteren.

RINUS VAN DER HEIJDEN

GALLOWSTREET

Laaglands

Zennez Records

Bo Floor – trompet, flügelhorn
Luc Janssens – trompet
Mart van Baalen – trombone
Jeroen Verberne – trombone, schelpen
Lucas van Ee – tenor- en sopraansaxofoon
Dirk Zandvliet – baritonsaxofoon, basklarinet
Peter Keijsers – tuba
Abe van der Woude – drums

www.gallowstreet.com

Previous

Jazz à Liège barst wederom van de veelzijdigheid

Next

Sanem Kalfa confronteert zichzelf vanuit diepe muzikale verbindingen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook