Eerder dit jaar nam het trio The Ghost, The King and I in Studio2 van het MCO Hilversum in aanwezigheid van studiopubliek ‘We Got Rhythm – The Music of George Gershwin’ op. Het is niet echt verassend dat dit een prachtige momentopname is geworden. Zelfs de aanwezigheid van het publiek voegt iets toe.
De naam van het drummerloze trio zou kunnen verwijzen naar een Shakespeare-sonnet of een Griekse tragedie maar het is eenvoudiger; bassist Frans van Geest is the Ghost en gitarist Vincent Koning is the King. Beiden zijn zij evenwaardige partners voor de oprichter van het trio en ook hun namen zijn wijd en zijd bekend bij het jazzpubliek. Bandleider Rob van Bavel zal vanuit de ik-figuur spreken, vermoed ik.
Elke babyboomer die tijdens de tweede helft van de vorige eeuw opgroeide in een Mies-Bouwmangezin, had thuis wel ergens in de platencollectie een uitvoering van Rhapsody in Blue staan. De klarinet krult swingend door de ruimte, ontlaadt zich in een sirene en landt in een symfonieorkest. Vanaf dat moment was klassieke muziek nooit meer wat het tot dan was. Voor velen was het, wellicht onbewust, de eerste aanraking met jazz.
Spoel nu door naar de jaren zeventig. Pianist Rob van Bavel groeit op in een muzikaal gezin en heeft met recht een uitgebreide biografie in de Nederlandse Muziek Encyclopedie waar valt te lezen dat er thuis meerdere piano’s klaarstonden. Van Bavel weet als tiener al dat hij pianist wil worden en speelt vanaf zijn middelbareschooltijd swingjazz. Waarna toch aanvankelijk voor klassiek wordt gekozen op het Conservatorium van Tilburg. Hij switcht naar het Rotterdams Conservatorium waar hij enkele jaren later cum laude afstudeert van de jazzafdeling. Net als bij Nina Simone spat de liefde voor klassieke muziek uit de swing, zijn zelfgekozen huisstijl. Als het niet swingt, is het niets! Waar hebben we dat eerder gehoord?
Het eerste nummer op We Got Rhythm is een door de gitaar ingezette uitvoering van It Ain’t Necessarily So. Alleen al de titel is een les in syncopathie, met het accent op de zwakke lettergreep. Bij het ‘rondje melodie’ is er een aangename toevoeging van enkele maten en een break, tussen de stukken van het schema. AABA-schema’s kunnen log worden maar de lichtvoetige gitaarsolo neemt je mee op een lentewandeling in de zon. Die wordt door de piano overgenomen. Je neuriet mee en ziet in gedachte Gene Kelly dansen in Parijs. De solo van de contrabas brengt rust en vervloeit in het laatste schema, een vraag-en-antwoordspel door gitaar en piano. Daarna herinneren de laatste melodienoten op de gitaar je eraan dat je niet alles moet geloven wat er in de bijbel staat. Heerlijk!
Meteen daarop volgt het melancholische I Loves You Porgy. ‘Don’t let him handle me’; fragiel en prachtig mooi, evenwichtig verdeeld over piano, gitaar en bas krijgt de klacht van Bess emotionele diepgang. Het publiek blijft even stil voor het applaudisseert. Geen tijd voor treurnis want het luchtige ’s Wonderful volgt en is speels en ondeugend. The Man I Love en The Blues zijn omgewerkt naar preludes en de cd eindigt met Third Prelude, bijgenaamd ’de Spaanse Prelude’, waarin flarden van Rhapsody in Blue zijn verwerkt. Gershwin schreef drie preludes, maar had er eigenlijk vierentwintig willen verwerken in een compositie die hij Melting Pot had willen noemen. Maar hij stierf op jonge leeftijd aan een hersenbloeding.
De voorkant van de cd-hoes is een Illustratie die is gemaakt door drummer en beeldend kunstenaar Victor de Boo. Aan de binnenzijde staan de geest, de koning, en de pianist gefotografeerd als drie jongensachtige Kingsmen met witte hemden, zwarte stropdassen en opgestroopte mouwen.
De optelsom is een cd die in elke swingcollectie een plek verdient, maar momenteel alleen te verkrijgen is bij de makers.
MONICA RIJPMA
THE GHOST, THE KING AND I
We Got Rhythm – The Music of George Gershwin
Eigen beheer
Rob van Bavel – piano
Vincent Koning – gitaar
Frans Van Geest – contrabas