De warme klanken uit Brazilië kwamen je deze middag al tegemoet als je Studio K binnen kwam voor de 2019-editie van Jazzfest Amsterdam. Mabassa was net van start gegaan in de bar/foyer en meteen zat de sfeer er goed in, al was het zo vroeg nog niet echt druk. Het werd meteen duidelijk dat er behoorlijk wat aanpassingen, in elk geval qua logistiek, gedaan waren bij het festival dat sinds die ochtend zelf ook al uitverkocht was.
De organisatie had de ervaring van vorig jaar en ongetwijfeld de veelvuldige reacties daarop, ter harte genomen. In de foyer waren alleen maar staplaatsen, duidelijk afgescheiden bewegwijzering naar de verschillende zalen op de eerste verdieping, en een afgesloten toegang binnendoor naar de grote zaal StayOkay. Wel moet gezegd worden dat het feit dat de grote zaal alleen buitenom te bereiken was met een temperatuur van zes graden halverwege maart, iets minder gezellig was. En ook leek het de hele avond wat invloed te hebben op een niet al te drukke bar. Maar er was zeker aandacht besteed aan verbeteringen. Niet alleen met het oog op de veiligheid van bezoekers, maar ook om hen een plezieriger ervaring te bieden.
BREED SPECTRUM
Wat betreft het programma zette Jazzfest de lijn door van de afgelopen jaren, met een breed spectrum aan genres, veel aandacht voor improvisatie, diversiteit in leeftijd, ervaring en bekendheid en ruimte voor bijzondere projecten of samenwerkingen. Daarin was het optreden van het Amerikaanse saxofoontalent Ben Wendel met het Conservatorium van Amsterdam de grootste publiekstrekker, vooral ook omdat de studenten zo te zien veel vrienden hadden meegenomen.
Opnieuw gearrangeerde standards, afkomstig van het alom geprezen album The Seasons van Ben Wendel, kwamen aan bod. Er werd genoeg ruimte gegeven voor jong talent om uit te blinken en iedereen op het podium en in de zaal was zichtbaar aan het genieten. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat voor iemand die vorig jaar The Seasons door Ben Wendels eigen band hoorde vertolken, de toegevoegde waarde van een geheel orkest voor deze stukken niet overduidelijk was.
Een andere bijzondere samenwerking was die tussen Anna Serierse en Harmen Fraanje. Beiden zijn al redelijk bekend bij het Jazzfest publiek, maar nog nooit in deze samenstelling te horen. Bij dit concert overheerste vooral gevoeligheid. Serierse’s stembeheersing was indrukwekkend, maar vooral voelde ze zo mooi aan waar wel te zingen, waar niet; waar de sfeer meer opriep naar warm-zwoele zachte klanken, en wanneer krachtiger uithalen nodig waren. Het samenspel met Harmen Fraanje en de kracht van improviseren maakten van dit concert een bijzondere gebeurtenis.
PURVES & LOTZ
In SK2 werd experimenteler muziek geprogrammeerd, de grens zoekend tussen geluid en muziek. Hoe muziek te maken met een saxofoonachtig instrument gemaakt uit regenpijpen? En kun je een rubberen knijpvarken als mondharmonica gebruiken? Vreemd genoeg – en regelmatig onderbroken door het gelach van het publiek – kon dat wel, al was het resultaat vaak meer sfeer opbouwen dan muziek componeren. Met een dosis humor en de openheid van het Jazzfestpubliek, creëerden Alan Purves en Mark Lotz wellicht het meest onverwacht optreden van de dag.
Als je musici spreekt, hoor je vaak van de jongere generaties dat ze ‘staan op de schouders van geuzen’, en van de oudere generaties dat het spelen met deze jongeren nieuwe inzichten geeft en nieuwe deuren opent. Dit wederzijds respect was te zien, te voelen en te horen bij de bijzondere samenwerking van Ack van Rooyen en Ian Cleaver. Het leeftijdsverschil tussen deze twee trompettisten is 67 jaar. Bij dit opmerkelijke kwintet speelde ook drumlegende John Engels en jongtalent Cas Jiskoot, en als derde generatie op het podium Juraj Stanik op piano. Wellicht had de keuze van de nummers iets verrassender gekund. Maar een mooie jazzstandard die goed gespeeld wordt en de vereniging van jazzgeneraties verveelt nooit.
Twee optredens vielen op door bijzonder goed gebruik te maken van de bioscooplocatie. Het project SNOW van Jeroen van Vliet en Frans van den Hoeven was het eerste. Deze musici hebben vaker met elkaar gespeeld, maar voor het eerst tijdens dit festival als duo. Met piano, toetsen, effecten en gitaren, wisten zij een mooi cineastische sfeer neer te zetten, aangevuld door videobeelden, die prima op hun plaats waren in bioscoopzaal SK1. Het samenkomen van melodieën, sfeervolle synthetische geluiden, beats, veelvuldige effecten en prachtige pianosolo’s deed soms denken aan de sound van Bill Laurance; voor deze recensente zeker geen straf.
DULCITONE
Wie ook goed gebruik wist te maken van de mogelijkheden die het witte doek bood was Renske Taminiau met haar bijzondere negentiende-eeuwse snaarinstrument dulcitone. Samen met gitarist Gijs Batelaan speelde ze muziek die ook echt als soundtrack diende. Het licht werd uitgedaan (helaas een ramp voor de fotografen) en zo het duo in het donker verder met musiceren als ondersteuning van beelden. De vertoonde films waren wat betreft stijl heel anders, waarbij de zelfgemaakte animaties van papier een erg mooie sfeer toevoegden. Renske Taminiau beschikt over een aangenaam warme stem, die juist aangevuld werd door de hoge bel-achtige tonen van de dulcitone. Het publiek liet zich meevoeren, met de ogen op het scherm gericht.
Zoals Renske Taminiau zelf zei: Wij zijn de chill-act van dit festival.” Geen verkeerde manier om deze editie rustig af te sluiten.
Tekst en foto’s SOPHIE CONIN
JazzFest Amsterdam
Studio/K en StayOkay Amsterdam, 23 maart 2019
Mabassa
Breno Virícimo – gitaar, zang
Nate Dizco – basgitaar, zang
Anan den Boer – keyboards
Marc Mangin – altsaxofoon, ewi, zang
Gino Cochise – drums
Ben Wendel & The CVA Large Ensemble
Ben Wendel – tenorsaxofoon
José Soares – altsaxofoon
Joshua Schofield – altsaxofoon
Adrien Losco – tenorsaxofoon
Federico Calcagno – klarinet en basklarinet
Cesare Mecca – trompet
Alba Careta – trompet
Hagan Kang – trombone
Adrian Moncada – piano
Massimo Imperatore – gitaar
Mauro Cottone – contrabas
Nick Thessalonikefs – drums
Anna Serierse – zang
Harmen Franje – piano
Alan Curves – percussie
Mark Alban Lotz – fluiten
Ack van Rooyen – flugelhorn
Ian Cleaver – trompet
Juraj Stanik – piano
Cas Jiskoot – contrabas
John Engels – drums
SNOW
Jeroen van Vliet – piano, effecten
Frans van der Hoeven – basgitaar, effecten
Renske Taminiau – zang, dulcitone,
Gijs Batelaan – gitaar, pedal-steelgitaar