Maarten Hoogenhuis en Jasper Blom.

Brutaal, heersend, opdringerig, concessieloos, nieuw, dansant, humoristisch. Dat zijn zomaar wat kwalificaties die zich opdringen na een bezoek aan een concert van Krupa & The Genes. Als je erover gaat nadenken, vallen je nog veel meer benamingen te binnen. Maar die zijn echt niet nodig om de muziek van dit wonderlijke septet te omschrijven. En omschrijven zou ook al niet hoeven. Beleef het maar. Maak van de gelegenheid gebruik als je ze ergens op een concertagenda ziet opduiken, live samenzijn met Krupa & The Genes is een belevenis die je minstens één keer in je leven moet meemaken.

Stefan Kruger

Twee slagwerkers, twee gitaristen, twee saxofonisten en een basgitarist. Geen beginnende knakkertjes van het conservatorium, maar grote geesten uit de Nederlandse jazzscene. Tja, dan zou je het eigenlijk al moeten weten. Zóu, want dan nog kan het misgaan. Niet echter bij Krupa & The Genes. Een zeldzaam mooi concept wordt geschraagd door groot vakmanschap, uitgebreide kennis van de jazzliteratuur en ongekend speelplezier. Hoewel het septet al drie jaar bestaat, leek het er door het uitbundige enthousiasme – in elk geval deze avond – op dat Krupa & The Genes zich nog moest bewijzen. De gecreëerde kermis in de hel toonde het tegendeel.

Joost Patocka

ABSURDISTISCH

Twee slagwerkers, je zou de ritmiek die zij neerleggen, absurdistisch kunnen noemen. Want ze komen ieder uit een andere hoek. Bij Joost Patocka hoor je de jazzinvloeden deinen, Stefan Kruger is iets meer rock-georiënteerd. Samen zorgen ze echter voor een doortimmerd woud van ritmes en maatsoorten. Ze ontwikkelen daarbij dezelfde magie als Afrikaanse drummers, aanlokkelijkheid die je gaandeweg in de tang neemt en je binnen voert in het overrompelende moois dat de rest van de band in petto heeft.

Raphaël Vanoli

Krupa & The Genes speelde repertoire dat ze langer in portefeuille hebben, maar deze avond werd het voorzien van een Nederlandstalig randje, omdat dit volgens Joost Patocka een ‘nogal dwingende eis van de politiek’ is. Zo werd Peacekeeper Vredesbewaker, Bessie’s Rage Bessie’s Woede en California Hug Californische Omhelzing. Flauw of niet, aan de intensiteit van de composities deed het natuurlijk niets af. Zo kreeg Bessie’s Rage een prachtig gitaarduel van Anton Goudsmit en Rafaël Vanoli mee: de eerste die zich vrij door zijn spel bewoog, de tweede die daar met glissando’s effectief onderdoor speelde. Opvallend was dat verderop in het concert de rollen vaak omgekeerd waren: Vanoli die een vrije rol nam, vol elektronische klankexperimenten en daardoor fraai ontregelend, Goudsmit die zingend over de ritmische stoomwals heen fladderde. Opzwepende inbreng van alt- en tenorsaxofoon veroorzaakte hierbij de eerste van vele nog volgende heksenketels.

Anton Goudsmit

Secure, een compositie van Stefan Kruger, rustte op een klankimprovisatie van Rafaël Vanoli, waarbij de nadruk minder op de ritmes van de slagwerkers lag. Het ging de band meer om de invullingen van de improvisaties, die hier de leidende rol hadden. Loser in a Swimming Pool plaatste jazz in een nieuw perspectief: soms klonk er een rock&rollend collectief, op andere momenten een op hol geslagen kudde die de geest van Misha Mengelberg levend hield. Maar voor alles gold: het geheel was gewikkeld in al die ritmes die de inhoud van je hoofd lieten dansen, je blijdschap verschaften en deden beseffen dat het hier in dit ondermaanse nog zo slecht niet is. Waanzin heeft immers ook zijn opwekkende kanten.

Sean Fasciani

SING, SING, SING

Het laatste stuk, Zifeng, was een muzikale persiflage op Sing, Sing, Sing, het legendarische nummer van de even legendarische slagwerker Gene Krupa – verbasterde naamgever van Krupa & The Genes – dat hij groot maakte met het orkest van Benny Goodman. Geen persiflage in de negatieve betekenis, maar wellicht de uitvoering waar Goodman ooit van droomde. De toegift, Droplul, in calypsosfeer, sloot een meer dan opwindend optreden af.

Krupa & The Genes na afloop van het concert in de kleedkamer van Paradox: Rafaël Vanoli, Anton Goudsmit, Stefan Kruger, Sean Fasciani, Joost Patocka, Maarten Hoogenhuis en Jasper Blom.

Krupa & The Genes maken ongekende emoties los. Kracht, vindingrijkheid en coherentie maken er een toporkest van. De weinigen die daar nog geen kennis van hebben, kunnen op 14 december in het Amsterdamse Bimhuis terecht, waar het septet dan het nieuwe album Two presenteert.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA VAN DER HEYDEN

Krupa & The Genes
Paradox Tilburg, 24 november ‘17

Stefan Kruger – slagwerk
Joost Patocka – slagwerk
Jasper Blom – tenorsaxofoon, klarinet en zang
Maarten Hoogenhuis – altsaxofoon en elektronica
Anton Goudsmit – gitaar
Rafaël Vanoli – gitaar
Sean Fasciani – basgitaar

www.krupa-thegenes.com

Previous

Jos Machtel (rondetijd 5.01,49)

Next

Zuid Nederlands Workshop Orkest voor jonge musici

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook