Broos oogt hij, de man met het rode mutsje en de smalle gebogen schouders die een kwartier voor aanvang onopvallend voor het publiek langs schuifelt. Het is de beroemde componist Philip Glass en hij staat op het punt de eeuwenoude stenen treden van de Oude Kerk in Amsterdam te beklimmen die naar het orgel leiden.
De Vater-Müller is de afgelopen jaren gerestaureerd. Om te vieren dat het af is, organiseert de Oude Kerk ‘Playing the Cathedral’, een orgelprogramma vanaf het krieken van de ochtend tot na middernacht. Tussen improvisatiesessies van Nicolás Jaar, een matinee door Leo van Doeselaar en een orgelrecital van James McVinnie staat een live concert van Philip Glass op de agenda. Met saxofoonkwartet Artvark en het Nederlands Kamerkoor onder leiding van organist James McVinnie speelt hij stukken uit Einstein on the Beach uit 1976.
Zacht en beheerst zet Glass op het orgel het openingsstuk in van de opera die destijds de muziekwereld op zijn kop zette. Einstein on the Beach brak met alle bestaande operawetten. Hij heeft geen libretto, geen chronologisch verhaal en er komt zelfs geen aria in voor. De opera bestaat uit vier aktes, die worden in- en uitgeleid door vijf schakelstukken. In het eerste, Knee 1, zingt het koor op een paar lage akkoorden slechts cijfers: ‘one two three four, two three four five six, two three four five six seven eight’, terwijl vertellers verhaalfragmenten zo reciteren dat er slechts af en toe een paar woorden verstaanbaar zijn. Het is een klankenrijkdom die je voortdurend op het verkeerde been zet en tegelijk onverbiddelijk meesleept. Waarnaartoe? En hoe ver van de bekende wereld? Dat is aan de luisteraar. Een kwestie van de oren openen en loslaten wat vastzit.
In interviews verbaast Glass zich er nog wel eens over dat de mensen altijd maar weer zijn oude, repetitieve werken willen horen. Alsof hij zich niet helemaal achterover heeft gecomponeerd. Een gebrek aan productiviteit kan de 82-jarige Amerikaan niet worden verweten. De afgelopen decennia schreef hij vele pianowerken, symfonieën, muziek voor theater en voor zo’n veertig films.
Ook dit jaar beleven nieuwe werken van zijn hand hun première. Lang niet altijd kunnen ze rekenen op enthousiasme van de muziekpers en Glassliefhebbers van het eerste uur. Het is onmogelijk om te voldoen aan hooggespannen verwachtingen van luisteraars die telkens opnieuw verrast willen worden met een geniaal werk.
Deze dag in de oudste kerk van Amsterdam blijkt Einstein on the Beach niets aan frisheid te hebben ingeboet. De doordraaiende ‘loops’ van muzikale motiefjes die nu en dan uit de band springen, een nieuwe richting inslaan, gezelschap krijgen van een motiefje dat net even wat langer of korter duurt, waardoor ze uit elkaar lopen en weer naar elkaar toe, het blijft een feest om je door Glass mee te laten voeren naar andere werelden in je eigen geest.
Een bijzonder aandeel daarin heeft de akoestiek van de Oude Kerk. Hoe subtiel er ook gemusiceerd wordt, tot achter in de kerk klinkt het helder en vers. Er is geen kaatsende galm die de muziek tot pap vervormt. In plaats daarvan krijgen de tonen eerder een verrassende warmte. Alsof ze langs de gebogen houten plafonds strijkend, steeds een vleugje barok meenemen.
Sterren van de middag zijn de saxofonisten van Artvark. Terwijl Glass op het orgel het fundament legt waarop de twee alt- en de baritonsaxofoon het deel Building opbouwen, blaast tenorist Mete Erker met een lyrische lentebries de ramen open. De improvisatie ontlokt zowaar een goedkeurende glimlach aan de meester achter het orgel, zoals we kunnen zien op de lcd-schermen. En terecht. In de Oude Kerk is nieuwe muziek gemaakt.
ANNE-MARIE VERVELDE
Foto’s RANJANI NIROSHA
Philip Glass – Einstein on the Beach
Oude Kerk Amsterdam,12 mei 2019
Nederlands Kamerkoor o.l.v. James McVinnie
Claron McFadden – sopraan
Artvark Saxophone Quartet