Bert Huisjes is journalist. Zijn journalistieke pad liep van oorlogsverslaggever bij het AD, misdaadverslaggever bij De Telegraaf, eindredacteur bij omroep POW tot eindredacteur, bestuurder en daarmee baas van omroep WNL (Wij Nederland). Maar zijn carrière begon in 1991 bij JazzNu, dat toen nog in druk verscheen en in 1978 werd opgericht door Rinus van der Heijden en Jan Rensen. JazzNu is in 2015 digitaal aan een tweede leven begonnen met dezelfde Rinus van der Heijden als hoofdredacteur. De auteur van dit interview was redacteur van het gedrukte JazzNu toen Bert Huisjes als medewerker bij dit blad kwam. Interviewer en geïnterviewde kennen elkaar al 32 jaar, maar zagen elkaar lange tijd niet. Veel plichtplegingen waren dus niet nodig toen ze elkaar weer zagen en zonder één vraag te hoeven stellen, Huisjes meteen van wal stak.

Bert Huisjes: “. Ik stuitte laatst op een verhaal over Sidney Bechet. Wauw, denk ik dan. Die jaren twintig in de jazz, wat een geweldige tijd moet dat zijn geweest.”

Mijn naam is Bert Huisjes. We kennen elkaar al heel lang. Wij kennen elkaar van JazzNu. Toen ik begin twintig was zaten we in kleine zaaltjes te overleggen wat in het volgende nummer zou komen. Dat was altijd een heel spannend moment. Daar werden ook de taken verdeeld. Dat was voor mij een boeiende tijd, want het was het begin van mijn journalistieke carrière. Jij was toen al een gearriveerde JazzNu-er.” 

Maar je kwam daarvóór al in contact met jazz.
Ik ben opgegroeid in een dorpje in Drenthe waar eigenlijk culturele armoede heerste. Ik had de hele bibliotheek al uitgelezen en ik wilde graag gitaar leren spelen. Er was een gitaarleraar die mij regelmatig zei: ‘Deze muziek is ook heel bijzonder’. Hij heeft me geleidelijk aan voorbeelden gegeven van jazzplaten. Die grepen mij, ik vond dat geweldig. Ik kom nog uit een tijd dat je met een oude buizenradio langs de kanalen ging. Dan hoorde je Duitse zenders die jazz uitzonden en ik luisterde laat op de avond naar Tros Session uit een jazzcafé. Dat was geweldig. Dan kon je dingen horen die voor mij heel bijzonder waren. Ik had niet veel mensen om me heen die dat ook leuk vonden en voelde me daar bijzonder bij, moet ik zeggen. Ik houd veel van muziek. Ik heb later meer zoektochten gedaan binnen de klassieke muziek en opera. Vind het leuk om in muziek iets te ontdekken. Heb geen idee waarom ik als tiener die behoefte had. Ik heb toen ook wel gedroomd om naar het conservatorium te gaan. Dat heeft iedereen wel die iets met muziek heeft gedaan, maar ben nu blij dat het niet zo is gegaan. Ik ben gewoon een muziekliefhebber en muziekontdekker en vind het leuk om verhalen erover te lezen. Ik stuitte laatst op een verhaal over Sidney Bechet. Wauw, denk ik dan. Die jaren twintig in de jazz, wat een geweldige tijd moet dat zijn geweest. Dat een opname moest worden stil gelegd omdat er een trein langs reed.

Je was in 1991 nog maar net iets ouder dan twintig jaar. Hoe kwam je bij JazzNu?
Ik weet nog precies hoe ik bij dat blad kwam. Eindredacteur Lo Reizevoort vroeg de School voor Journalistiek in Zwolle of zij studenten hadden met belangstelling voor muziek. JazzNu wilde toen verjongen. Ik zat nog in mijn eerste schooljaar en mijn docent Willem Bekius (de in 2008 overleden echtgenoot van stemkunstenaar Greetje Bijma – TB) raadde Lo aan om mij binnen te halen. Ik begon als medewerker, maar mocht meteen aanschuiven bij de redactievergaderingen. Ze wilden dat ik een specialisme zou doen dat de redactie nog niet in huis had, namelijk de overgang van jazz naar popmuziek. De fusionachtige muziek zal ik maar zeggen. Maar eigenlijk kwam ik ook uit de klassieke jazz. Ik was een liefhebber van bijvoorbeeld Wes Montgomery. Mijn grote escape uit het Drenthse dorp was vooral om de jazzplaten uit de bibliotheek mee te nemen. Ik zocht vooral jazzmuziek omdat ik dat bijzonder vond. De eerder genoemde gitaardocent beval mij platen aan van jazzgitaristen zoals Joe Pass. Eigenlijk kwam ik dus uit een klassieker jazzgebied dan waar de redactie van JazzNu behoefte aan had. Die wilde de moderne kant van de jazz zien en hoe die doorbrak naar de moderne tijd. Met aandacht voor mensen zoals Mike Stern, Pat Metheny en John Scofield.

Je hield al van jazz, luisterde er naar. Was je daarom bereid om naar dat blad te gaan?
JazzNu vond ik een heel deftig blad. Het was een tijdschrift met veel standing. JazzNu was hét jazzblad van Nederland. Als je iets meer van jazz wilde weten was er maar één tijdschrift dat er toe deed en dat was dit blad. Ik las het. Het was het blad waarin geheimen stonden die onthuld werden. Maar ook dingen die ik helemaal niet kende. Dan kon het gaan over big bands en daar wist ik niets van. Ik herinner me nog een redactievergadering waar het ging over Blue Note, Decca en al die labels. Ik begreep het belang daar niet van. Ik kon de link niet leggen naar het belang van die labels voor de jazzmuziek. Later begreep ik dat de labels stallen waren voor artiesten die series van platen maakten. Ik heb van jullie geleerd wat het belang daarvan was. Hoe belangrijk Rudy van Gelder (opnametechnicus voor onder meer Blue Note – TB) voor de jazz was. Ik was nog slechts bezig met de vraag hoe jazzmuziek in elkaar zat en wie de belangrijke artiesten waren. 

Bert Huisjes: “JazzNu was hét jazzblad van Nederland. Als je iets meer van jazz wilde weten was er maar één tijdschrift dat er toe deed en dat was dit blad.”

Die passie voor muziek begon als kind toen je nog geen journalist was. Had je toen ook al belangstelling voor andere muzieksoorten zoals pop?
Pop was toen alom aanwezig en daar ben ik mee opgegroeid, maar mij ging het toch vooral om jazz. Ik heb me wel eens afgevraagd waarom jazz voor mij belangrijk was. Ik denk dat het heeft te maken met ontplooiing en met de artiesten. Die artiesten stonden voor vrijheid en zich ontworstelen aan milieus. Ik kwam uit een vrij eenvoudig milieu. Het was heel bijzonder om jazz als een soort opwaarts mobiel moment mee te nemen. Ik hield van iets wat andere mensen niet begrepen. Voor mij was jazz heel bijzonder om omhoog te klimmen.

Was je daardoor niet een buitenbeentje?
Met mijn muzieksmaak wel. Later na mijn twintigste was kwam ik mensen tegen die dat ook hadden. Maar het was voor het eerst bij JazzNu. In Drenthe was geen scene. Wat ik erg leuk vond in het jazzmilieu was dat je mensen tegenkwam met andere beroepen, die ver buiten mijn eigen veld waren en waarmee je toch iets gemeenschappelijks had. Vaak heel bijzondere mensen die een vrijzinnig wereldbeeld hadden.

Met je muzieksmaak was je een buitenbeetje. Voelde je daar niet gênant bij?
Nee hoor, want vriendinnetjes vonden het maar wat leuk dat ik jazz interessant vond. Daarmee was ik anders dan de anderen. Ik was geen buitenbeentje in de zin dat ik niet met de anderen kon meekomen. Mijn dochter heeft dat overigens ook met klassieke muziek en literatuur.

Hoe is het nu met je muziekbeleving?
Ik leid nu een big band, of zoiets. Als ik kijk naar Duke Ellington, die was bezig met muziek maar ook met de organisatie, met het betalen van mensen en het krijgen van de juiste musici op de juiste plek. Waarbij zij allemaal willen shinen en het liefst de eerste trompet spelen. Er is veel gelijkenis met het leiden van een big band. In de omroep zitten sterren en solisten, maar je hebt ook mensen die de partijen moeten blazen. De analogie met een big band is best wel fascinerend. Die muzikanten waren avonturiers die met een groep onderweg waren en ze moesten allemaal tegelijk aankomen. En ze moesten allemaal in toom worden gehouden. Het waren grote ego’s. Welkom bij de wereld van de radio en televisie. Dat zijn ook mensen met ego’s. Dat is ook niet verkeerd, want iemand zonder ego zal geen ster worden en niet gaan vlammen. Er is heel veel analogie met jazz en orkesten en met mijn vak.

Bert Huisjes: “Jazz speelt in mijn levenshouding een hele grote rol. Ik vind het nog steeds mooi om er nieuwe dingen in te ontdekken.”

Om terug te komen op de muziek. Welke rol speelt jazz nu in je leven?
In mijn leven is jazz een punt waarmee ik terugval op mezelf. Als ik aan het wielrennen ben dan heb ik, zoals vanmorgen, Thelonious Monk op mijn oren. En dan ontdek ik daar weer dingen in waarvan ik denk: waarom vind ik dit zo mooi? Soms is jazz ook een geweldige band die je met mensen kunt aangaan. Ik weet bijvoorbeeld dat Matthijs van Nieuwkerk een enorme fan is van Monk en Sonny Rollins. Dat levert momenten op dat je snel met een ander kunt klikken, want we vinden beiden dezelfde dingen mooi. Dus als je vraag is, wat is de rol van jazz op dit moment, dan doe ik er eigenlijk niets mee, behalve luisteren. 

Maar het speelt in mijn levenshouding een hele grote rol. Ik vind het nog steeds mooi om in jazz nieuwe dingen te ontdekken. Zo las ik laatst een prachtige serie over de allereerste platenmaatschappijen. Hoe die opnamen maakten van mensen die toen geweldige muziek produceerden. Laatst kwam dankzij A(rtificial) I(ntelligence) een nieuwe plaat uit van de Beatles en toen dacht ik: laat die AI nu eens los op die jazzplaten uit de jaren twintig en dertig. Als dat wordt opgekrikt naar de normen van nu, dan wordt iedereen omver geblazen. Dat weet ik zeker, want die muziek werd toen opgenomen op wasrollen en daarna met de meest povere geluidstechniek bewerkt. Daar verheug ik me nu al op. Het verheffen van hele mooie krakende opnamen naar het geluidsbeeld van nu gaat de volgende vijf jaar in het teken staan van het ontsluiten van een heel oud archief. Dat archief is nu vrij van rechten. Daar zullen veel liefhebbers lol aan beleven en daar zullen ook weer mensen veel aan verdienen. Ik appte laatst naar een jazzfotograaf dat ik een opname van Jelly Roll Morton hoorde. Ik zei: deze opname is honderd jaar oud, maar denk je eens in dat het de geluidskwaliteit van nu heeft. Dan besef je, oh wat een stem, wat een verhaal. Ik denk dat die mensen weer tot leven komen. Daar verheug ik me op.

Nadat Huisjes leeg loopt over de muziek van Miles Davis, John Coltrane, Wes Montgomery, Chet Baker en Dexter Gordon, merk ik op dat hij nog steeds razend enthousiast over jazz is:

Ik heb het gevoel dat jazz in je DNA zit.
Ja, zelfs in mijn politieke denken en in mijn denken over organisatie. Daarin val ik terug op mijn denken over jazz. Het zit hem in dingen als zelfontplooiing en grenzen verleggen. In jazz zitten heel veel punten waarmee de mensheid verder wordt gebracht. Een stapje omhoog, opwaartse mobiliteit. Als je van jazz houdt moet je ook open staan voor andere muziekvormen die dezelfde aspecten kunnen hebben. Jazz is vrijdenkersmuziek. Vrijdenkers, kom er maar eens om. Er zijn steeds meer mensen die niet vrijdenken. Ik ben een liberaal-conservatief. Het conserveren van het goede is jazz. Houd het in stand en eer het. Maar de vernieuwing en de vrijheid is liberaal. Die gedachte zit als een harnas om me heen.

Bert Huisjes: “In het publieke bestel hoort jazz een kunstvorm te zijn die belangrijk is. Dat is volledig uitgeveegd, het is gewoon omgebracht.”

Praat je over jazz met je medewerkers van WNL?
Nee, ik denk niet dat er veel mensen zijn die weten dat ik van jazz houd. Ook binnen de publieke omroep is het schaars. Ik vind het ook wel een onderwaardering. In het publieke bestel hoort jazz een kunstvorm te zijn die belangrijk is. Dat is volledig uitgeveegd, het is gewoon omgebracht.  Het is een taak van de publieke omroep om aan kunst en muziek in al hun vormen aandacht te geven. Mijn omroep is klein en we concentreren ons op politiek, economie, veiligheid en onze Nederlandse identiteit. Dat zijn de vier pijlers waarop ik vaar. Als je een grote omroep bent dan zou je jazz, klassieke muziek en de populaire muziek volledig moeten omarmen. Wij doen alleen journalistiek en gaan geen cultuur doen. Dat hoort bij de AVROTROS en een beetje bij de VPRO. De omroepen zijn zich aan het specialiseren. Ik vind wel dat de omroep in zijn breedte onachtzaam omgaat met jazzmuziek. Klassieke muziek heeft wel zijn plek gevonden bij NPO Klassiek en daar is alle jazz vanaf gegooid. Het is niet mijn plek in het bestel om daar een oordeel over te hebben, maar dit is wel heel erg zonde.

Tekst en foto’s TOM BEETZ

Previous

Gert-Jan Dreessen omringt zich met ‘sterbezetting’

Next

Sarah Blake voegt nieuwe dimensie toe aan ‘liefdesliedjes’

1 comment

  1. Wat een fijne innemende man, ik wil een relatie.
    Mooie foto’s en spannende verhalen zeg wat een avonturier en orkestleider, chapo.

    Bert we houden van je en van jazz.

    Lieve groet

    Jules

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook