Simone Sou, componiste, percussioniste en drummer, Braziliaanse van geboorte en sinds 2012 gevestigd in Nederland, treedt de komende weken een paar keer op in Amsterdam. Op 29 juni geeft het festival On the Roof haar carte blanche voor een bijzondere avond vol jazz en Braziliaanse invloeden. Reden genoeg om haar op te zoeken en te spreken over haar bijzondere banden met muziek en natuur, haar creatief proces en wat ze in petto heeft voor komende concerten.
Op een vrijdagochtend ontvangt Simone Sou mij in haar huis in Tilburg. In de woonkamer zijn allerlei instrumenten te zien: een udu op de grond, omringd met planten, verschillende soorten shakers, en kleine percussieinstrumentjes, netjes opgeruimd boven op de kast. Als ik dat opmerk, zegt ze: “En dan nog, er zijn er nu veel minder, want ik heb al een deel teruggebracht naar Brazilië’. Er valt een korte stilte. “Ja, ik verhuis weer naar Brazilië, in september. Ik zal op en neer blijven reizen, maar Brazilië wordt weer mijn thuisbasis.” Later in ons gesprek legde ze hier meer over uit.
Na het zetten van een lekker kopje koffie, gaan we in de tuin zitten. Wel in de schaduw, want de Nederlandse zon is haar te fel en te warm. Het wordt een openhartig gesprek waar ze ruim de tijd voor neemt om over muziek, Brazilië, vrouwen, sociale betrokkenheid, natuur en ziel te spreken en mij een kijkje te geven in ‘haar plekje’, haar kleine ‘zonstudio’ zoals ze de in muziekkamer omgetoverde berging heeft gedoopt.
In het najaar van 2017 kwam je album ‘SOS Bras Beat’ uit, staan je concerten in Amsterdam in het teken van dat album?
Ja, gedeeltelijk wel. Het album is in het najaar in Nederland uitgekomen, met onder meer een optreden bij Paradox. Ik ben nu net terug van een groot concert in Sao Paolo. Het concert in het Bimhuis op 22 juni is een optreden met een big band onder leiding van Nelson Latif. We spelen traditionele sambamuziek, iets wat ik in Brazilië bijna nooit doe. Het concert van de On the Roof-reeks (festival dat zich elke zomer op het dak van bedrijfspand Op Zeezand in Amsterdam-Noord afspeelt, red.) op 29 juni is eigenlijk een dubbelconcert. Tijdens het eerste deel speel ik met gitarist Nelson Latif en toetseniste Elizabeth Fadel onze eigen interpretaties van Braziliaanse standards.
In het tweede deel met bayanspeler Oleg Fateev en gitarist Eran Har Even brengen we inderdaad mijn composities, onder meer van SOS Bras Beat ten gehore. Dit trio is heel bijzonder en eigenlijk bij toeval ontstaan. Ik speelde al geruime tijd met Oleg, en als je zo goed functioneert als duo, is het niet makkelijk om ruimte te hebben voor een andere muzikant. Een tijdje terug was Eran aanwezig bij een van onze concerten en hij kwam kort even jammen. Het heeft volgens mij niet veel langer geduurd dan drie minuten, maar de manier waarop hij zijn spel integreerde in mijn composities, hoe hij met een open hart kwam spelen, hoe de samenwerking heel natuurlijk ontstond, was heel bijzonder. Een paar maanden later heb ik weer contact met hem opgenomen en zo zijn we als trio begonnen. Ik ben heel blij om deze muziek naar Amsterdam te brengen, want het is zo dat het publiek uit de Randstad vaak niet afreist naar concertzalen daarbuiten, dus heel fijn dat ik juist daar mag spelen.
Wat is het idee achter je laatste album ‘SOS Bras Beat’?
Ik zie muziek niet alleen als amusement, ik zie het echt als een expressie van het leven, het overbrengen van een boodschap. Hoe meer ik om me heen kijk, naar de wereld in het algemeen, naar de milieuproblemen en naar mijn land in het bijzonder, hoe meer ik een maatschappij in beweging zie: demonstraties, veranderingen, betrokken mensen. Dat is een proces waar ik onderdeel van wil en moet zijn. SOS in de titel is een referentie naar ‘sounds of soul’ en ‘sounds of silence’, want mijn muziek komt uit mijn hart en is de expressie van wat er diep binnen in mij speelt, hoe ik reageer, wat ik wil zeggen. Tegelijkertijd is SOS ook een referentie aan ‘nood’, een soort ‘noodoproep naar Moeder Aarde’.
Dit album heb je in Nederland opgenomen met Nederlandse musici, terwijl je vorige album juist volledig in Brazilië gemaakt was. In hoeverre zijn deze processen verschillend geweest?
Die twee albums zijn echt compleet anders. Het creatief proces was anders, de organisatie van de opnamen, waar ik was in de wereld en ook waar ik stond in mijn leven, de mensen met wie ik werkte, de financiering van het project, echt alle aspecten waren anders.
Mijn vorige eigen album, Sim.One.Sou, is opgenomen in Brazilië. Ik had een eigen studio thuis, het proces van opnamen en produceren heeft bijna een jaar geduurd en gebeurde in samenwerking met medemusici. SOS Bras Beat voelde meer als een behoefte: ik wilde spreken, ik had dingen te vertellen. Ik was in de tussentijd verhuisd naar Nederland, waar alles voor mij nieuw was. Het was een tijd van introspectie, het componeren was veel eenzamer, een diepgaand proces. Het was eigenlijk een beetje een herontdekking van wie ik ben, waar ik sta en wat ik wil zeggen. Ik had geen studio thuis, alleen mijn muziekkamer, mijn ‘zonstudio’ zoals ik hem noem. Daar speel ik veel in, maar ik kan niet opnemen. Dus ben ik op zoek gegaan naar een opnamestudio hier in Tilburg. Ik heb eerst al mijn partijen, drums, percussie en zang opgenomen. Pas daarna heb ik besloten welke instrumenten hierbij pasten. In dit geval voelde het het best om zoveel mogelijk blazers erbij te betrekken. En ik ben heel blij dat ik zulke goede musici als Eric Vloeimans (trompet), Hans Sparla (trombone) en Marcelo Monteiro (saxofoon) als gast heb mogen verwelkomen op dit album.
Was de energie en samenwerking tussen musici anders dan in Brazilië?
Dat is moeilijk te zeggen, omdat het proces zelf al zo anders was. Maar er zijn wel duidelijk verschillen tussen hoe muziek wordt benaderd in Brazilië en in Nederland. In Brazilië is muziek heel duidelijk gelinkt aan de natuur en bepaalde rituelen. De basisinstrumenten zijn percussie en drums, ook omdat ze bij feesten en rituelen van de inheemse bevolking worden gebruikt. Traditionele muziek van de landen die ik bezoek inspireert mij. Ik heb in mijn jaren in Nederland niet echt een type ‘traditionele of inheemse’ muziek ontdekt, niet in de zin zoals ik die ken.
Daarentegen zijn in Nederland jazz, improvisatie en het bestuderen van muziek heel belangrijk. Daardoor zijn er ook uitstekende muzikanten. Maar als ik tijdens een percussieworkshop aan mensen vraag om muziek te ‘voelen’ of te bewegen op een bepaald ritme, komt dat niet vanzelf. Bij ons zit dat echt in het dna, ‘in Brazil, music is the body; here, music is the mind’. Niet dat het per se hieraan ligt, maar een van de redenen dat ik besloten heb om mijn thuisbasis weer in Sao Paolo te vestigen, is ook omdat ik er gemakkelijker muziek kan spelen. Mijn netwerk is daar groot en mijn muzikale carrière uitgebreid. Natuurlijk heb ik de afgelopen jaren ook in Nederland en Europa van alles opgebouwd, en mijn partner woont hier, dus zal ik zeker vaak op en neer reizen.
Je bent een vrouwelijke percussionist. Daar zijn er niet veel van, hoe zie je dat?
Ja dat is zeker waar. En er zijn ook in Nederland weinig vrouwelijke drummers. In Brazilie komt dat veel vaker voor. Ik denk dat het misschien te maken heeft met hoe mensen zich verhouden tot muziek in Brazilië. Daar is een vanzelfsprekende band tussen ‘nature’, ‘nurture’, leven scheppen en oorspronkelijke volksmuziek. Deze connectie maakt het heel natuurlijk dat vrouwen – levenscheppers – percussie en drums spelen. Ik denk ook wel dat vrouwen een andere soort energie brengen in een band. Toen ik bij Drummers United speelde, merkte ik dat de mannelijke energie heel erg bepalend is, vrouwen bijvoorbeeld zijn opener naar andere vrouwen toe. Voor mij was in elk geval de connectie met percussie heel erg makkelijk en vanzelfsprekend. Het is het eerste instrument die ik ooit gespeeld heb, en dat doe ik nog steeds met veel plezier.
Het album is tot stand gekomen mede dankzij een crowdfundingcampagne. Hoe was dat?
Dat was wel een bijzondere ervaring. Ik was helemaal klaar met opnemen, en net voordat ik begon met mixen, was het geld op. Toen ben ik in contact gekomen met het Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur (bkkc). Daar hebben ze een ondersteunend programma waarbij ze artiesten begeleiden met dit soort projecten. Het is echt een heel bijzondere hulp geweest, samen hebben we gesprekken gehad om erachter te komen wat mijn boodschap was. Bkkc heeft de ‘voordekunst’-crowdfundingcampagne helpen voorbereiden, mij helpen uitzoeken wat ik aan mijn sponsors kon bieden, van cd tot workshops. Het is niet alleen voor de campagne goed geweest, het heeft mij ook geholpen om goed uit te drukken waar ik voor sta en hoe ik mezelf kan promoten. Want voor mij, net als voor vele artiesten, blijft het moeilijk om promotie voor je eigen kunst te doen. En niet te onderschatten; bkkc heeft ook voor dertig procent het project gefinancierd.
Zo’n campagne heeft niet alleen voordelen, het is ook heel hard werken en het bezorgt je de nodige stress. Dagelijkse contacten met sponsors, het maken van video’s, communiceren over de campagne, dat is allemaal werk wat erbij komt. Het is heel veel en ook heel onzeker, want je weet niet of je het gaat redden. Mijn sponsors zijn voornamelijk voortgekomen uit eigen netwerk, en vrienden van vrienden voor dit album. En ik heb het gehaald! Ik ben daar heel dankbaar voor. Wat ik ervan heb geleerd? Nou, in elk geval dat je het vertrouwen in jezelf moet hebben dat je het kunt halen. En ik ben ook begonnen om andere mensen te steunen via crowdfunding, dus van de mogelijkheden die het biedt ben ik zeker veel meer bewust geworden.
Heb je al ooit een concert op een dak gespeeld?
Haha, nee ik denk het niet. Ik heb op veel verschillende locaties gespeeld, maar volgens mij nog nooit op een dak. Wel ooit in een kerk, en zelfs op een boot hier in Tilburg!
Hoe belangrijk is waar je speelt?
De invloed van de plek of ruimte is echt honderd procent voelbaar, net zoals de energie van het publiek. De akoestiek, afstand tot het publiek, andere geluiden… Beter nog, ik vind dat dit alles de muziek en het concert móet beïnvloeden. Ik speel geen concert dat gelijk is aan de repetities, vooral niet. Ik ben heel benieuwd wat dit concert op een dak gaat brengen.
Wat kunnen mensen verwachten van het concert van je trio bij ‘On The Roof’?
Ik breek graag met stereotypen. Ik nodig mensen uit om te komen luisteren naar mijn visie op het leven via een muzikale reis. Ik zie mezelf meer als een artiest dan alleen als musicus. Voor mij is muziek een transformatie. Ik breng graag iets nieuws naar mensen, iets origineels en ik zie graag hoe mensen zichzelf dan herkennen in wat ik doe. Wat ik breng gaat over mij, hoe ze reageren gaat over hen en die wisselwerking is heel mooi.
Tekst en foto’s SOPHIE CONIN
Simone Sou speelt kort na elkaar tweemaal in Amsterdam. Op 22 juni maakt zij deel uit van Roda de Samba in het Bimhuis, op 29 juni van het festival On The Roof.