De cajón is een houten kist met een dun voorblad die je met de handen en vingers bespeelt. Aan de binnenkant van het voorblad zitten snaren gespannen zoals bij een snaredrum. Aan de achterkant zit een klankgat. Je bespeelt een cajón terwijl je erop zit. Aan de rand van de drumkist krijg je een scherpe toon die vergelijkbaar is met een snaredrum. Door in het midden te spelen krijg je een lage ‘boem’-toon die vergelijkbaar is met een basdrum. Cajónes kunnen klinken als een eenvoudig drumstel en werken goed bij akoestische instrumenten, zoals bijvoorbeeld in een akoestische gitaarband. Cajónes komen oorspronkelijk uit Peru en werden uit armoede gebruikt door slaven die aan boord van slavenschepen alleen houten kistjes hadden om muziek mee te maken. Later werden ze vooral veel gebruikt bij flamenco in Spanje.
In de jazz is het een ‘nieuw’ instrument dat je steeds vaker ziet, vermoedelijk omdat het een stuk eenvoudiger is te vervoeren dan een drumstel. Gezien de flamenco-achtergrond is het niet vreemd dat het Cajón Jazz Trio met Marta Themo op de cajón uit Spanje komt. Maar ook daarbuiten wordt de cajón steeds vaker gesignaleerd, tot in Dallas, Texas met het Modern Cajon Jazz Ensemble toe. Gezien de bescheiden aanschafprijs is de cajón hard op weg om een van de populairste percussie-instrumenten te worden. In Nederland zie je steeds vaker drummers op de cajón spelen. En niet alleen drummers, maar ook violist Oene van Geel (foto) is soms meer op de cajón dan op viool te horen.
