Foto Gemma Kessels

De djoze is een kleine viool met een ronde klankkast die gemaakt is van een kokosnoot (djôz) die bedekt is door strak getrokken geiten- of vissenvel. Het handvat is een eenvoudige stok die het lichaam kruist en waaraan vier stemsleutels voor de snaren zijn bevestigd.

De djoze komt alleen voor in Iran en Irak en is eigenlijk afgeleid van de Iraanse rebabviool. Als het tempo opgevoerd wordt, wordt de djoze vaak niet langer gestreken, maar worden de snaren geplukt. In een Iraaks maqam-ensemble zal de djoze nooit ontbreken. De maqam is een Arabische toonladder die een traditie in zich draagt waardoor de frasen, belangrijke noten, het melodische verloop en de modulatie worden bepaald.

Maqammuziek is altijd improvisatiemuziek, overigens wel volgens strenge regels en al of niet uitgevoerd met gezongen teksten in het Arabisch, Turkmeens, Hebreeuws of Armeens die een emotie of gevoel uitdrukken. Wie de djoze wil horen moet dus naar een maqam-ensemble gaan, dat in Bagdad de tchalgi Baghdadi wordt genoemd. In de jazz wordt de djoze als accent van wereldmuziek gebruikt. Een van degenen die dat doet is de Belgische jazzpianist Free Desmyter die in zijn muziek graag gebruikt maakt van verschillende Arabische instrumenten waaronder de djoze.

Veel bekende djozespelers zijn er niet, zeker niet die zich in een jazzensemble ophouden. De uitzondering is de in Duitsland woonachtige Basam Hawar (foto) die in 2019 met Desmyter optrad tijdens November Music in Den Bosch en die zijn zelfgemaakte djoze met een grote klankrijkdom kon laten klinken, waarbij zacht gespeeld dit instrument zelfs op een sopraansaxofoon kon lijken. Basam Hawar speelde ook met Yuri Honing en een aantal klassieke musici. Zijn experimentele jazzactiviteiten zijn zo opvallend dat hij begin dit jaar de WDR Jazzprijs 2020 won.

Previous

Corrie van Binsbergen als gitarist áf en componist óp

Next

Jazz ten tijde van corona: Mike del Ferro

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook