In veel gevallen heeft de hedendaagse jazz granieten funderingen nodig. De belangrijkste is natuurlijk: vertrouwen. Fiducie in deze muziek, dat zij nu en in de toekomst alle recht van bestaan heeft. Maar ook in de uitvoering van jazz, waar soms rotsvaste posities nodig zijn om jazz jazz te laten zijn. Zo een was Charles Mingus; zijn reïncarnatie heeft zich aangediend in de persoon van Anneleen Boehme, die deze avond in Paradox diepe indruk maakte.
Charles Mingus was bij leven één brok beton. Niet alleen als privé-persoon, meer nog als jazzmusicus. Beluister zijn veelzijdige oeuvre en zonder uitzondering stapt hij in beeld als de spil waar alles om draait. Zijn aandeel in de moderne jazz heeft de contrabas een nieuwbakken rol gegeven, een die aan de bekende rij solo-instrumenten een nieuwe loot heeft doen groeien. Die naast saxofoons, trompetten, piano’s en de stem, voor de contrabas een eigen uitdrukkingswijze heeft ontwikkeld. Zodat naast ritmiek, melodie en harmonie evenveel zeggingskracht bezitten als voornoemde solo-instrumenten.
Toch blijft het vreemd dat slechts weinig contrabassisten die verborgen kant van de contrabas bloot leggen. Ze zijn er wel, maar slechts mondjesmaat. Maar nu is er één die dit (mogelijke) gemis ruimschoots goed maakt: Anneleen Boehme die als uitvoerend musicus even imposant is als de omvang van haar instrument. Bij haar zingt de contrabas, leidt en drijft hij voort, verrast hij en geeft hij de muziek – in het geval van Anneleen Boehme: alle muziek – een tot ultieme vrolijkheid stemmende frisheid.
De Vlaamse Anneleen Boehme heeft met haar Grand Picture Palace een poging gedaan om met slechts negen musici een symfonieorkest op te tuigen waarmee zij jazzmatig alle kanten op kan. Dat is niet bij een poging gebleven: Grand Picture Palace hanteert een concept waarin een symfonieorkest een passende plek heeft gekregen binnen een jazzformatie. Én waarin voor een symfonieorkest nieuwe wegen zijn uitgestippeld om uit het keurslijf van streng gereglementeerde, klassieke muziek te treden. Met name dit tweede aspect is nieuw en kan vér dragende gevolgen krijgen als anderen – of Anneleen Boehme zelf – het verder gaan uitwerken.
Grand Picture Palace kuiert zonder noemenswaardige inspanning door de verst uiteen liggende werkvelden van muziek. Van muziek ja, niet alleen van jazz. Want gemakkelijk in het gehoor liggende klanken worden afgewisseld met strak orkestwerk, vlammende improvisaties met naar grote hoogte reikende, superstrakke collectieven, naar filmmuziek neigende delen waarin onvermijdelijk sferen uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw opduiken. En dan werd ook nog de poort naar de Oriënt open gezet en dansten latin-klanken een alsmaar vrolijker gestemd Paradox binnen.
Het concert begon overrompelend, toen alle negen bandleden a capella zingend Ouverture – Carmina III inzetten, een bewerkte Latijnse tekst van de Romeinse dichter Horatius. Die prachtig vergleed in een solo van drummer Matthias De Waele, waarmee de compositie Lucie werd ingeluid. En zo kon het gebeuren dat een klein symfonieorkest te maken kreeg met een er doorheen jakkerende solo van een altsaxofoon, terwijl de contrabas en slagwerk de onverstoorbaarheid die het hele concert kenmerkte, dwingend overeind hielden.
Tegenstellingen houden de vaart erin bij het orkest van Anneleen Boehme en zeker zo belangrijk: zorgen voor een voortdurende opgang naar grootscheepse verrassingen. Zoals een tuba die het dromenland van het strijkkwartet verkent. Of weer de tuba die een eenvoudig, lang aangehouden thema – op en neer, op en neer, op en neer in Vuurtoren – kruidde met donkerte, waar de trompet dan weer doorheen zong.
Gelukkig was er ook ruimte voor een lange contrabassolo van de leidster: rotsvast en overtuigend. Die indruk had ze al vanaf de eerste noot nagelaten en die bleef ook zo: de contrabas was manifest aanwezig en dat was maar goed ook. Want zelden hoor je het instrument zo kleurrijk en vormvast als in de handen van Anneleen Boehme.
Een aparte rol binnen Grand Picture Palace vertolkt drummer Matthias De Waele. Hij is de kalmte zelf, jaagt nergens op virtuositeit, maar zijn plek is evident, om het maar eens op zijn Belgisch te omschrijven. Bepaald indrukwekkend was de passage die was voorbehouden aan de lage instrumenten: basklarinet, tuba, altviool, contrabas en cello, waar De Waele hard en tamelijk genadeloos tegenin sloeg.
Alle stukken tijdens het concert waren van de hand van Anneleen Boehme, op één na, de toegift. Daarin nam zij de vrijheid om te zingen en ook dat klonk als de spreekwoordelijke klok. Zij maakte er een eind mee aan een gedenkwaardig concert, waarin haar laatste woorden een regel uit haar lied waren: I’ll be dreaming of you. Dat is wederzijds: laten we dat doen tot de volgende komst van dit geweldig intrigerende en zeldzame gezelschap.
RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS
ANNELEEN BOEHME – GRAND PICTURE PALACE
Paradox Tilburg, 19 februari ‘22
Anneleen Boehme – contrabas en composities
Ron Banken – basklarinet en altsaxofoon
Cedric De Lat – trompet
Berlinde Deman – tuba
Matthias De Waele – slagwerk
Laura Kennis – viool
Linde Verjans – viool
Rhea Vanhellemont – altviool
Juno Kerstens – cello
Ik vond het ook een geweldig concert. Maar Charles Mingus in deze recensie erbij halen, dat is wel erg overdreven. De toegift was voor mij een teleurstelling.
Leo Bontje
Gouda