‘Jazz in Duketown opent beslist niet voorzichtig’, zette de koppenmaker boven de recensie over de openingsdag van dit Pinksterfestival. Het zou de volgende twee dagen beslist niet voorzichtiger worden, kan daaraan worden toegevoegd. Ondanks de constante dreiging van verstorende regenbuien stond een aantal topacts gewoon in de buitenlucht geprogrammeerd en het ging bijna altijd goed.

Een beetje winderig was het wel toen pianiste Amina Figarova het grote podium op de Markt opliep. Figarova, geboren in Azerbeidzjan, kent ons klimaat maar al te goed. Ze woonde jaren met haar echtgenoot, fluitist Bart Platteau in Nederland, werd hier uiteindelijk te groot en ging naar Amerika om uit te groeien tot een van de belangrijke jazzpianisten en componisten van dit moment. Ze is hier niet meer vaak te horen, dus dit was een uitgelezen kans om de kennismaking te hernieuwen.
Figarova speelde muziek van haar nieuwste project Suite for Africa, zonder het Matsiko World Orphan Choir van de cd-opname. Het was een feest om te luisteren naar haar manier van spelen. Haar toucher is zelfbewust en de timing fenomenaal. Dank zij die timing zijn maar enkele noten nodig om het sextet te laten swingen, ook dankzij de vlekkeloze ritmesectie van de Nederlandse bassist Jeroen Vierdag en Amerikaanse drummer Ferenc Nemeth. Dat swingen deed Figurova door trefzekere akkoorden aan te slaan.
Ik kon me dat van vroeger niet herinneren, dus kennelijk is dit de invloed van Amerika. Voor Platteau geldt dat in nog sterkere mate. Meer dan ooit vertelt hij met zijn solo’s een mooi verhaal. Daar kon de Cubaanse trompettist Yasek Manzano nog iets van leren. Met zijn spetterende spel maakte hij wel indruk, maar zijn verhaal was warrig en verre van spectaculair.

Opvallend was de grote opkomst op de Parade waar Fingerprints van trompettist Jan van Duikeren ‘echte’ jazz speelde. Bebop en mainstream wat aan de meeste Bossche jazzvierders doorgaans niet is besteed. Velen kwamen vooral voor gast Shirma Rouse die met haar grote soulstem de harten van alle muziekliefhebber bereikt. In het deel dat ik hoorde zong Shirma ‘echte’ jazznummers, en ook dat ging er bij het publiek in als Gods woord in een ouderling.

Tegelijkertijd speelde vijftig meter verderop in de grootste zaal van dit festival gitarist Stochelo Rosenberg, de andere publiekslieveling, gypsy-jazz. Rosenberg drijft steeds verder weg van de Django Reinhardt-highlights en beweegt naar de jazzstandards waaronder die van Duke Ellington. Het waren mondharmonicaspeler Hermine Deurloo en pianist Jermaine Landsberger die hem bij de les hielden. Deurloo legde in de muziek een diep gevoel met haar mondharmonica. Ooit studeerde zij bij Toots Thielemans, en nu ze zich niet meer met hem hoeft te meten, betaalt dat zich uit in een relaxte, intieme en vrije manier van spelen.

Haar rol bij Rosenberg is te vergelijken met de rol van violist Stéphane Grappelli bij Django Reinhardt. Jermaine Landsberger is meer dan het beluisteren waard, alleen al omdat hij hier niet vaak te horen is. Net als Rosenberg komt hij uit een Sinti-familie. Bij hem staat de jazzbrander op de hoogste stand. Landsbergers manier van pianospelen is spectaculair. Hij gooit zijn hele lichaam en geest in de vleugel, is in zijn solo’s nauwelijks te stoppen en laat zijn fantasie de vrije loop. Als hij zijn gang gaat komt de muziek los van de grond en gaat zweven.

Een dag later staan saxofonist Kika Sprangers en een Noors ECM-trio met beide benen op de grond. De muziek van het muzieklabel ECM staat bekend als zweverig, maar dat kan nu echt niet gezegd worden. Er woedt een verstilde poolwind van coole jazz, waarin Sprangers een zoektocht onderneemt naar schoonheid en sound. De muziek komt over als een lange suite van vele klanken en geluiden, en gaat over schoonheid en ritmiek.
Het is muziek om in op te gaan, om je erin te verliezen, te genieten van wat het is, en om er vooral niet te veel over na te denken. De volle zaal van het Theater aan de Parade luisterde ademloos en was zo stil dat je de kruk van de drummer hoorde kraken. Een huzarenstukje van Kika Sprangers is de korte samenvatting van dit bijzondere concert.

Nog niet zo lang geleden stond Sprangers zelf met een vers conservatoriumdiploma op de jazzpodia, nu staat al weer de jongste generatie in de startblokken voor een muziekcarrière. Jazz in Duketown gaf tweedejaars studenten van het Tilburgse Fontys Conservatorium de gelegenheid om zich als kamerjazzgroep te presenteren. Een mooi initiatief dat door de studenten met composities van Kika Sprangers en Jeroen van Vliet, met beide handen werd aangegrepen om er samen iets moois van te maken en in praktijk te brengen.
Saxofonist Maarten Hogenhuis en gitarist Jesse van Ruller hadden als oude rotten met samenwerken geen enkele moeite. Beiden liepen dezelfde weg in, kozen daarna hun eigen richting en kwamen aan het eind elkaar weer tegen. Soms ook was het samenspel meer van: volg mij, ik val aan. Zeg maar, als kamermuziek van het type Lee Konitz en Jim Hall dat elkaar precies aanvoelt. Ook hun samenspel was een zoektocht naar geluid, en als het geluid werd gevolgd kwam je uiteindelijk op onverwachte plekken.

Barencia van pianist Xavi Torres zocht niet, maar liet de Mexicaanse danseres Karen Lugo een verhaal vertellen over een zoektocht naar het leven en de liefde. Klassieke thema’s van de Spaanse flamenco, waarin ook leven en dood van de toreadors een rol spelen. Lungo beeldde dat uit met geweldige dans, klikte het ritme met haar laarsjes, en gebruikte kleding en waaiers om haar verhaal kracht bij te zetten. Het trio van Xavi Torres stond in haar dienst en stuwde haar met dwingende noten voort.
Kom daar niet om bij zangeres Dee Dee Bridgewater. Niets van stille intieme zoektochten. Zij is een diva en laat dat horen. Wat een stem, en wat een blues. Alles wat zij doet is goed, maar van wat ik hoorde piekte het nummer Danger Zone als de Himalaya boven alles uit. Dee Dee steeg daarin boven zichzelf uit. Ze werd iemand anders, behield haar eigen stem maar reïncarneerde in Ray Charles. Ze werd in alles Ray Charles, liet net als hij haar lichaam van links naar rechts zwaaien, spuwde vuur met haar tekst over het feit dat we met zijn allen in de gevarenzone zijn beland en gooide alles eruit: ‘Wij bestaan ook!’

Geen gevoel om rustig van te gaan slapen. Goed dus om weer even tot ons zelf te komen met de schoonheid van kunst. De Belgische tenorsaxofonist Mathias Van den Brande omarmt de schoonheid in de schilderijen van Mark Rothko. Rothko schildert in vele lagen met vele kleuren en wie zich de tijd gunt, ziet op een gegeven moment de onderste lagen door de bovenste schemeren. Van den Brande doet hetzelfde met zijn muziek.
De lagen muziek die hij aanlegt schemeren door elkaar tot een caleidoscoop van kleuren en gevoelens. Zijn spel is verfijnd, de kleuren subtiel en ingehouden. Trompettist Jean-Paul Estiévenart brengt met een fijn penseeltje accenten aan. Van den Brande is kleurenblind en ziet Rothko net iets anders. Zijn muziek is ook net iets anders. Niemand voelde dat beter aan dan bassist Tijs Klaassen en drummer Wouter Kühne. Zij lieten alle lagen van de muziek naar boven komen, de onderste werden de bovenste en omgekeerd.

Een solo van Kühne aan het einde, zo perfect en zo toepasselijk, beluisterde zich als de lijst om een schilderij, die steeds zachter en idyllischer Jazz in Duketown tot een voorzichtig einde bracht.
Foto’s en tekst TOM BEETZ
JAZZ IN DUKETOWN
Diverse locaties binnenstad Den Bosch, 8 en 9 juni ’25
Amina Figurova Sextet
Amina Figurova – piano
Bart Patteau – dwarsfluit
Yasek Manzano – trompet en bugel
Stephan Guillaume – tenorsaxofoon
Jeroen Vierdag – contrabas
Ferenc Nemeth – drums
Fingerprints
Jan van Duikeren – trompet
Shirma Rouse – zang
Tom Beek – tenorsaxofoon
Timothy Banchet – piano
Hugo den Oudsten – basgitaar
Salle de Jonge – drums
Stochelo Rosenberg & Jermaine Landsberger
Stochelo Rosenberg – gitaar
Hermine Deurloo – mondharmonica
Jermaine Landsberger – piano
Matheus Nicolaiewsky – contrabas
Sander Smeets – drums
Kika Sprangers & Beiggja
Kika Sprangers – altsaxofoon
Kjetil Mulelid – piano
Mats Eilertsen – contrabas
Per Oddvar Johansen – drums
Fontys Conservatorium Chamberjazz Ensemble
Julia Sorlea – zang
Brennan de Graaf – klarinet
Tuur Steeghs – piano
Rocco Stilphen – contrabas
Youri Traa – drums
Barencia
Xavi Torres – piano
Michelangelo Scandroglio – contrabas
Bernardo Guerra – drums
Karen Lugo – dans
We Exist! The Dee Dee Bridgewater Quartet
Dee Dee Bridgewater – zang
Carmen Staaf – piano
Rosa Brunello – contrabas
Shirazette Tinnin – drums
Maarten Hogenhuis & Jesse van Ruller
Maarten Hogenhuis – altsaxofoon
Jesse van Ruller – gitaar
Mathias Van den Brande
Mathias Van den Brande – tenorsaxofoon
Jean-Paul Estiévenart – trompet
Tijs Klaassen – contrabas
Wouter Kühne – drums