In tranen gedrenkte Bosnische sevdah, daar tegenover geplaatste hitsige Macedonische brassmuziek, perfect overgeleverde zigeunerklanken en opgewonden flamencomuziek en –dans. Dat was een deel van de programmering van het International Gipsy Festival, dat voor de twintigste keer in Tilburg plaatsvond. Of er ook een 21e opvoering gaat komen, is geheel niet zeker. De 2016-editie was immers een gedane belofte aan de negen maanden geleden oprichter en initiator van het evenement, Albert Siebelink. Of zijn wilskracht en doorzettingsvermogen in een andere culturele ‘weirdo’ kunnen worden getransplanteerd, is koffiedik kijken.
Áls er een 2017-aflevering komt van het International Gipsy Festival, dan zou Amira Medunjanin opnieuw uitgenodigd moeten worden. Als brug tussen verleden en toekomst, als topattractie van dit jaar en garantie voor het verloop van de 21e editie. Want de Bosnische zangeres was onbetwist de muzikale koningin van een evenement dat het aan zijn statuur verplicht is om nog vele jaren de muziek van verschoppelingen en andere onderdrukten aan het ‘vrije’ Westen te tonen. Met muziek die eeuwenoude droefenis vertoont, maar waarin zich ook de roep om vrijheid en blijheid heeft vastgebeten. Muziek als notulist van het verleden en heraut van een veranderende wereld.
SEVDAH
Wat een persoonlijkheid is Amira Medunjanin. Binnen enkele minuten had zij een innige band gesmeed met het duizendkoppige publiek, had zij voor wie de sevdah – de Bosnische volksmuziek die dezelfde miserie kent als blues, fado en duende – nog niet kende, een brede weg gebaand om te worden ondergedompeld in haar opvattingen van Bosnische, Kroatische en Macedonische overleveringen. Gezet in haar doorleefde uitdrukkingsmogelijkheden en de link die zij legt met het heden. Sevdah derhalve die bij Armina Medunjanin extra dimensies krijgt.
Analoog aan haar streven de sevdah in een eigentijds kader te plaatsen, was de keuze van haar musici. Volgelingen die een brede Turks-Griekse instrumentale basis legden, waarop de sevdalinke (Bosnische liederen) van Amira Medunjanin een bodem kregen als akkers in een nat en zonnig voorjaar. Bosnië, Kroatië, Macedonië, Herzegovina, overal haalde de zangeres haar ingrediënten vandaan. Ook uit Sarajevo, haar woonplaats, waarvoor ze het publiek uitnodigde een vakantie te gaan doorbrengen en dan bij haar thuis koffie te komen drinken. “Dat is een belofte”, zegde ze breed lachend toe.
Bosnië aan kop tijdens het twintigste Gipsy Festival, met Nederland hijgend in de nek er achteraan. Want het waren The Basily Family en Maurice Leenaars, die voor volgende hoogtepunten van het festival zorgden. De Basily-familie had de Roemeense cymbalist Marius Preda uitgenodigd en dat bleek een voltreffer. Binnen de uitgestrekte traditie van Sinti en Roma was de aanwezigheid van Preda een regelrechte verrijking. In de fabelachtige strakheid van de Basily’s legde de Roemeen een nieuwe kern, waarin een volstrekt versleten traditional als Sweet Georgia Brown vanaf de basis werd gerestaureerd.
BLACK EYES ROCK
Adembenemend hoogtepunt van dit concert was het moment waarop de frontlinie van drie gitaristen werd uitgebreid tot zes en de rock&roll-klassieker Black Eyes Rock werd ingezet. De mid-tempo blues zette The Basily Family met een ongelooflijke strakke timing neer, in een hels tempo dat bij ieder ander de compositie mank had geslagen, maar hier tot hemelse hoogte werd verheven. En ergens daar middenin een korte improvisatie tussen de sologitaar en wonderboy Marius Preda op cymbalon. Bijna hallucinerend!
Die momenten kende het concert van Maurice Leenaars ook diverse malen. Geflankeerd door twee zangers, een cajonspeler/zanger en een danseres mat de gitarist de flamenco breed uit. Twee volstrekt verschillende vocalisten, de ene met die typische rauwe en verscheurde stem die de flamenco maakt en breekt en de ander met een stemgeluid als van een orkaan, versmolten tot een hitsige carrousel waarin het loepzuivere gitaargeluid van Maurice Leenaars immer de leiding had. Een danseres vervolmaakte het visuele aspect van het optreden. Expressie had ze genoeg, danstechnisch was het een stukje minder, maar de muziek maakte alles goed.
Russische klezmer kwam van Dobranotch. Dat resulteerde in traditionele muziek uit verschillende republieken van de voormalige Sovjet-Unie, met iets te veel eigentijdse toevoegingen. Daardoor sloeg de muziek dood, in elk geval wat de diversiteit betreft. De eenduidigheid die dat opleverde, nam al na enkele stukken de belangstelling weg.
ORKESTAR BRAKA KADRIEVI
Het buitenprogramma van het International Gipsy Festival –popcentrum 013 was met een binnenprogrammering ook bij het evenement betrokken – werd afgesloten door Orkestar Braka Kadrievi en Balkan Trafik Orkestar. Het orkest van de Macedonische familie Kadrievi bestaat al tachtig jaar en wordt nu bevolkt door de vierde generatie muzikanten. Met twee trompetten, vijf tuba’s, een accordeon, een altsaxofoon en twee slagwerkers werd er onverbloemde Oost-Europese brassbandmuziek vanaf het volgepropte podium het festivalterrein opgeblazen. Tot op de drempel van de voordeur zogezegd, want de totaalklank raakte je diep in de ziel. En zoals dit bij – uitsluitend perfecte – brassbands het geval is, swingde de muziek als de pest. Een deinende massa onderging het slot van het 20e International Gipsy Festival, wellicht in de hoop dat dit concert tevens ook niet het einde van het voortbestaan van het Gipsy Festival inluidde.
Want wat de toekomst betreft is niets zeker. Bregje Delrue, woordvoerster van de organisatie, wijst er op dat de twintigste editie er is gekomen, omdat de naaste medewerksters van oprichter Albert Siebelink – Alberts Angels gedoopt – hem voor zijn dood hebben beloofd dat er in elk geval een 2016-aflevering zal komen. “We gaan nu evalueren en zien hoe we daarmee uitkomen”, is het enige dat zij kon zeggen over de toekomst van het evenement.
Het 20e International Gipsy Festival speelde zich af op een nieuwe plek, de achterplaats van een kerk in hartje centrum Tilburg. ‘Kerktuin’ was de grootse benaming van deze plek, maar dat was wel heel veel gezegd. Het merendeel van de bezoekers klaagde over de bestrate ondergrond van het festival; het gras om te zitten en liggen van twee voorgaande locaties werd node gemist. Als er dus een vervolg komt, zou een de zitvlakken van de bezoekers meer koesterende plek moeten worden gevonden.
KAT IN HET BAKKIE
Kat in het bakkie zou je zeggen. Want financieel moet de organisatie in de komende jaren nog wel rondgebreid kunnen worden. Met zo’n duizend betalende bezoekers haalde de 2016-aflevering de begroting. Bier vloeide rijkelijk, de hamburgers – hier Tilburgers – en Balkanworst ontmoetten vele hapklare monden en de organisatie was perfect. Doen dus maar weer, volgend jaar. Laat die op Albert Siebelink lijkende culturele ‘weirdo’ nu alvast opstaan.
RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN
20e International Gispy Festival
Veemarktkwartier Tilburg, 28 mei 2016