Je heb slechts vier noten nodig en je identiteit ligt op straat. Anderhalve minuut later zoekt je eerste huilbui in je binnenste ruim baan en nog een minuut later ligt de hele wereld van de muziek aan je voeten. Voilà, het Tilburgse deel van Stranger Than Paranoia is begonnen.
Bovenstaande omschrijving is de met markeerstift gezette handtekening van het Paul van Kemenade Classic Quintet met de Zuid-Afrikaanse gasten Feya Faku op flügelhorn en trompet en Sydney Mnisi op tenorsaxofoon. De twee musici zijn al dertig jaar als gasten aan het kwintet verbonden en nu Stranger Than Paranoia zijn laatste editie beleeft, is het niet denkbeeldig dat zij ook voor de laatste keer in Nederland zijn. Was het daarom dat het duo wel héél erg begeesterd de mix van eigen stukken en die van Paul van Kemenade zelf, te lijf ging?
Dit onderdeel van de eerste Tilburgse avond – Stranger Than Paranoia was al in het Bimhuis in Amsterdam begonnen met twee concertavonden – sloot drie concerten af, die precies in het credo van het festival totaal verschillend waren. Het was echter duidelijk dat het merendeel van het uitverkochte Paradox voor deze slotact had gekozen.
Het optreden had een zinderend karakter. Het septet opende met de Van Kemenade-klassieker Silenzio uit 1994, dat meteen werd ingepalmd door een tenorsaxsolo die Sydney Mnisi in razende vaart met flarden van het thema door een indrukwekkende improvisatie sleurde. Waarbij drummer Pieter Bast deze kolkende notenvloed ruimschoots liet overstromen.
De kracht van het Paul van Kemenade Classic Quintet ligt in de moeiteloze overgang van een bedje vol lyriek naar de organische kracht van een bigband. Dat ligt deels aan de ijzersterke ritmesectie, gevormd door pianist Jeroen van Vliet, contrabassist Eric van der Westen en drummer Pieter Bast. Wat gaat er met dit front gebeuren nu leider Van Kemenade een deel van zijn werkzaamheden neerlegt? Een dergelijk trio moet je toch koesteren. Pieter Bast bijvoorbeeld is een van de meest onderschatte drummers. Als iemand de levendigheid en rekzaamheid van een groep kan benadrukken is het deze slagwerker. Over pianist en contrabassist is niet voor niets zo vaak al de loftrompet gestoken.
De eerste Tilburgse avond werd geopend door het Emiliano D’Auria Quartet met als gast trompettist Luca Aquino. Deze vormde met altsaxofonist Manuel Trabucco de truck die het kwintet op gang moest trekken. Dat ging aanvankelijk moeizaam, maar al snel viel vooral de manier op waarop de chorussen van trompet en saxofoon in elkaar vervloeiden om dan solo verder te gaan. Opvallend was de rol van slagwerker Ermanno Baron die kans zag zelfs in de heftigste passages versieringen aan te brengen. In het groepsspel had Baron bewezen over buitengewone gaven te beschikken, in een solo sloeg hij zich naar hemelse hoogten.
Leider en pianist Emiliano D’Auria deed in charmant Italiaans Engels de aankondigingen en als hij dan zijn spel lichtjes in elektronica doopte, voegde hij als het ware een zesde instrument aan het kwintet toe. De stukken die van hun album First Rain kwamen waren van de hand van de leider en toonden een evenwichtige balans tussen melodie en doorwrochte improvisaties.
Iberjazz is het trio van José Luis Gutiérrez en tevens de aanduiding van zijn handelsmerk dat… ja, wat doet het eigenlijk? In elk geval een zeldzame mix maken van humor en muziek met unieke vondsten. Zo begon Gutiérrez het concert met in zichzelf gemompel, riep hij met een handtrommeltje de golven van een bruisende oceaan op, haalde hij een papieren vis uit zijn ene jaszak en een zeemeeuw uit de andere, verbond beide dieren aan zijn altsax, bracht er een zeil op aan, waarna het instrument plotsklaps als een zeilschip boven het podium ging zweven. Een kort moment van zinsbegoocheling.
De Spaanse muziekcultuur sloop door het hele concert heen. Gutiérrez’ spel op sopraansaxofoon haalde impressies aan Concerto de Aranjuez naar boven, verderop kwam flamenco naar boven piepen en wel zodanig dat een flamencodanseres niet had misstaan en een dansend Paradox evenmin.
José Gutiérrez bewoog zich steeds langs de ravijnen van de kitsch, maar gaf er nergens aan toe. Een serie bekers diende als een schaapskudde, compleet met hond. Hij kon ze laten blaten. Het leek erop dat Gutiérrez de dieren ging slachten; hij haalde een buis met daarin een slijpstaal tevoorschijn. De buis bewerkte hij met een boormachine, die daarin een stuk of zes gaten aanbracht en zodoende een fluit vormde. Gutiérrez peurde er een daverende solo uit, waarna hij een bezoeker op de voorste rij de fluit schonk. Het werd nog gekker met tien verlengde vingers met lange nagels waarop hij kon fluiten en een eveneens fluitend varkentje aan zijn voeten en nóg gekker met zes geslachte (rubberen) ganzen, waar hij op ging zitten en door luchtverplaatsing zijn muziek op een van de saxen van percussiewerk voorzag.
Basgitariste Celina Yebra lachte zich een hoedje, het publiek eveneens. Was dit niet al te flauw? Zeker niet, het was bepaald kunstig en onderstreepte de slotact, waarin het trio het publiek dankte voor zijn enthousiasme, een lange sleep ontrolde met de tekst ‘Alleen muziek die komt uit het hart kan een ander hart bereiken’. Dat was en is de kern van Iberjazz en tevens van Stranger Than Paranoia. Hiermee kan de rest van het festival vandaag, morgen en overmorgen met vertrouwen tegemoet worden gezien.
(Voor Karin)
RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS
STRANGER THAN PARANOIA
Paradox Tilburg, 21 december ’24
EMILIANO D’AURIA QUARTET
First Rain
Manuel Trabucco – altsaxofoon
Luca Aquino – trompet
Emiliano D’Auria – piano en composities
Dario Miranda – contrabas
Ermanno Baron – drums
JOSÉ LUIS GURIÉRREZ
Iberjazz
José Luis Gutiérrez – alt en sopraansaxofoon en zelfontworpen instrumenten
Celina Yebra – basgitaar
Tommy Caggiani – drums
PAUL VAN KEMENADE CLASSIC QUARTET
& special guests from South Africa
Feya Faku – flügelhorn en trompet
Sydney Mnisi – tenorsaxofoon
Paul van Kemenade – altsaxofoon
Louk Boudesteijn – trombone
Jeroen van Vliet – piano
Eric van der Westen – contrabas
Pieter Bast – slagwerk