Gijs Idema is de bescheidenheid zelf. In een gesprek met hem lijkt iedereen belangrijker dan hijzelf. Maar schijn bedriegt. De Amsterdamse gitarist, pas 27 jaar oud, heeft zijn sporen in de Nederlandse wereld van de jazz al verdiend. Nadat hij met een 10 zijn bachelor behaalde aan het Conservatorium van Amsterdam, toog hij naar New York om er aan de Manhattan School of Music een jaar master te doen. Zijn aanloop naar de jazz is grillig: op 11-jarige leeftijd greep hij naar de gitaar, laafde zich aanvankelijk aan de muziek van Jimi Hendrix en Led Zeppelin, ging klassiek gitaar studeren en kwam op 17-jarige leeftijd via zijn ‘leermeester’ Robert Veen in contact met jazz. Gijs Idema verwierf de meeste bekendheid door zijn samenwerking met zangeres Anna Serierse, met wie hij het Idema/Serierse Quartet vormt. Maar inmiddels heeft hij met de hele nieuwe generatie jazzmusici nauwe banden. Gijs Idema dook met plezier in de twintig vragen van de JAZZ-tafette.

Gijs Idema: “We hebben acht concerten gedaan, die steeds vrijer werden.”

Waar ben je op dit moment mee bezig?
In april gaan we nog met het Idema/Serierse Quartet naar Berlijn. De tour hier in Nederland hebben we vorige week beëindigd in Rotterdam. We hebben acht concerten gedaan, die steeds vrijer werden. Het was ontzettend leuk om onze eigen muziek te spelen.

Welke herinneringen aan je carrière zijn je het dierbaarst?
Mijn eerste kennismaking met het jazzleven. Dat was toen saxofonist Robert Veen mij meenam voor een tour door Nederland. Als 17-jarige zo de jazz binnen te stappen is een speciale ervaring. Vanaf toen wist ik zeker dat ik hiermee door wilde gaan. Robert is helaas overleden, maar hij is heel belangrijk voor mij geweest. Ik heb door hem gemerkt hoeveel waarde goede muziekeducatie heeft.

Waarom doe je graag wat je doet?
Vooral omdat het zo mooi is dat je met je medemusici iets opbouwt. Met Cas Jiskoot en Tim Hennekes speel ik nu tien jaar en onze muziek krijgt steeds meer lagen. Met Anna Serierse en Mo van der Does heb ik dat ook. De verbondenheid met je medemusici en het publiek is geweldig. Je ervaart een soort nederigheid die voor iedereen hetzelfde is. Muziek is het mooiste wat er is.

Wanneer is je passie voor jazz ontstaan?
Rond mijn vijftiende, toen ik klassieke les kreeg, kwam ik in aanraking met Olaf Tarenskeen, die klassiek en jazz doceerde. Ik speelde enkele jaren geen klassiek meer, maar de laatste paar jaar heb ik klassiek weer opgepikt, nu op de elektrische gitaar. Technisch is dat heel uitdagend. Een gitaar is zo’n oud instrument, voor mij voelt het als een soort verplichting ook iets van die ouderdom op de elektrische gitaar te ondergaan.

Gijs Idema: “De verbondenheid met je medemusici en het publiek is geweldig. Je ervaart een soort nederigheid die voor iedereen hetzelfde is.”

Van welke ontwikkeling in de jazzgeschiedenis had je onderdeel willen zijn?
De periode-Coltrane en het tweede kwintet van Miles Davis. De tijd waarin we nu leven is echter de geschiktste periode voor mij. Ik heb het gevoel heel erg vrij te zijn in de keuzes die ik maak, en het is een heel uitdagende tijd wat betreft samenwerkingen. 

Wat is het bizarste dat je ooit mee hebt gemaakt tijdens een concert?
Dat was in Artis in Amsterdam tijdens een optreden met zangeres Nina Rompa. We stonden voor het olifantenverblijf, de olifanten bewogen met hun slurf mee op het metrum en ritme van de muziek.

Waar vind je inspiratie?
Heel erg in de beeldende kunst. Ik ga graag naar musea, ook in het buitenland. De sfeer zo in je eentje in een museum, daar de stilte opzoeken. Miro en Kandinsky’s werken zie ik graag. Ook ga ik graag naar films. Zoals laatst naar The Banchees of Inisherin. De kille sfeer erin blijft me nog steeds bij.

Wat is het spannendste dat je ooit hebt ondernomen?
Tijdens het dieptepunt van Covid-19 besloot ik een album op te nemen met een grote bezetting. Dat is uitgedraaid op opnames in de Waalse Kerk in Amsterdam met het ADAM Strijkkwartet en Anna Serierse. De plaat Shaping Time kwam in 2021 uit. Ik was in die periode bezig om composities te schrijven die helemaal doorgecomponeerd waren. Het voelde heel intiem toen om alle uitgeschreven muziek uit te voeren.

Gijs Idema: “Ik was in de Covid-19-periode bezig om composities te schrijven die helemaal doorgecomponeerd waren.”

Welk muziekstuk of album heeft voor jou een speciale betekenis?
Het laatste jaar vooral Dear Old Stockholm van John Coltrane, met drummer Roy Haynes. De intensiteit van die plaat heeft iets bij me aangewakkerd. Verder van Hiatus Kaiyote Choose Your Weapon. Deze plaat, die iets meer pop bevat, hoorde ik vijf jaar geleden voor het eerst. Sindsdien heeft hij een nieuw deel van mijn fantasie geprikkeld. En mij geleerd nog veel meer mogelijkheden aan te boren. 

Wat neem je altijd met je mee?
Mijn koptelefoon.

Welke actualiteit heeft je aandacht?
Het klimaat vind ik het meest zorgwekkend. Maar het is een moeilijke keuze, er gebeuren zoveel nare dingen tegelijk. En dat zijn zorgen die niet de aandacht krijgen die ze verdienen. Ik probeer bewust te eten, te fietsen, met de trein te reizen. Zo bewust mogelijk te leven.

Wie is je grote voorbeeld buiten de jazz?
Mijn opa. Hij komt niet uit de muziek, maar is wel iemand die het meest geniet van muziek. Hij gaat elke dag een half uur zitten om muziek te beluisteren. Dit probeer ik ook. We bellen elkaar om de week en maken dan een keuze uit zijn muziekcollectie. Daar praten we dan over. Ik kom uit de speciale wereld die jazz is, nadien weer met beide voeten op de grond. Ik ben heel blij dat ik zo’n persoon in mijn leven heb.

Wat intrigeert je aan je instrument?
De gitaar is een heel gemakkelijk instrument, maar tegelijk ook een heel moeilijk. Soms voelt de gitaar als een incompleet instrument. Voor mij vormt dat een uitdaging, dat er niet één manier is om het goed te doen. 

Gijs Idema: “De gitaar is een heel gemakkelijk instrument, maar tegelijk ook een heel moeilijk.”

Wat heb je geleerd van je muziek?
Dat luisteren naar je medemens ook heel belangrijk is. Dat het niet altijd uit jezelf hoeft te komen.

Wat wilde je vroeger altijd worden?
Voetballer. Ik was vooral een fan van Heerenveen. Ik had snel door dat dit niet zou werken. Daarna had ik geen concrete wens, wel was ik erg met muziek bezig. 

Wanneer ervaar je de vrijheid te falen?
Als ik studeer heb ik die vrijheid niet. Ik probeer ook dan zo goed mogelijk te spelen. Met publiek erbij ben ik verplicht alles te geven. En dan vind ik dat falen geen punt is. Als je het over jazz hebt, moet je vrij zijn. 

Welke ontwikkeling in de jazz juich je toe?
Dat alles steeds opener wordt. Kruisbestuivingen, samenwerkingen tussen diverse disciplines worden steeds belangrijker. De vrijheid van muziek vereist dat je niet meer moet denken in labels. Dat er, vergeleken met vroeger, meerdere genres zijn om mee samen te werken. Daarom is het fijn om met klassieke musici te werken, dan komt er geen label op de muziek.

Met wie werk je graag samen?
Met Cas (Jiskoot) en Tim (Hennekes) sowieso. Ik speel al met hen samen van vóór mijn conservatoriumtijd. Ieder doet zijn eigen ding en toch komen we telkens weer samen. Dat vormt een hele mooie band, die ik graag zo wil houden. Met Anna (Serierse) zijn we al tien jaar gefocust op standards, maar de laatste twee jaar werken we aan zelf geschreven materiaal en aan de textuur zang en gitaar. Zie dat als een soort klankonderzoek. 

Gijs Idema: “De vrijheid van muziek vereist dat je niet meer moet denken in labels.”

Welke dromen liggen nog voor je?
Dat er hopelijk tours komen met eigen muziek om die zoveel mogelijk in binnen- en buitenland te spelen. 

Aan wie geef je het Jazz-tafette stokje door?
Aan Mo van der Does. Hij is een fantastische muzikant, die hele mooie muziek schrijft. Zijn Motet is een geweldig album, helemaal zijn eigen ding.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

www.gijsidema.com

Previous

Festival PRESENT begint te wortelen bij de mens met een vrije geest

Next

Jan van Teeffelen zwerft bij I Compani niet door straten maar door muziek

Lees ook