COLUMN


Weggedoken tussen zijn gitaar en zijn versterker zit hij met zijn instrument in de aanslag op een pianokrukje. Smal, is ’t, maar net breed genoeg. De grote theaterzaal stroomt intussen leeg, het applaus galmt nog na, de foyer in, zijn plek voor vanavond. Het sfeervolle zaaltje met dito bar raakt gevuld met hen die nog even willen nablijven, wat drinken, anderen ontmoeten, even zitten.

De gitarist speelt met gevoel op routine, ondertussen kijkend vanaf het achtergrondgordijn tot aan de entree: welkom. Een doneurtje, dit extraatje na afloop van de voorstelling: het nazitconcert. Een muzikale traktatie voorzien van gemurmel, geroezemoes en (na)gepraat. Al spelend ziet hij vooral ruggen. Hij accentueert stiekem kuchjes en lachjes, ditjes en datjes. Hier en daar een verlegen knipoog naar een eenzaam ogende gast. Naarmate de tijd meer verstrijkt speurt de solist naar signalen van het vermeend publiek ‘of hij wel opgemerkt wordt?’ “Daar leer je van”, zei zijn marketingdocent. “Je doet ervaring en routine op.” “Je mag jezelf presenteren”, had de theaterdirecteur nog toegevoegd.

Van rifje naar rifje luistert hij naar klinkende glazen en kopjes in de spoelbak van de bar of aan de statafels. Is hij niet meer dan de kleur van het behang? De vulling van het lege podium in de foyer, het puntje in het decor, de beweging tussen de banners; is dit de nazit-kans? “Wie luisteren wil, die luistert toch wel”, had hij het thuisfront nog voorgehouden. Lettend op zijn notenstandaard met moderne iPad, met Messenger, Facebook en Whatsapp. Zo blijft hij tijdens zijn eenzame tocht op de hoogte van al zijn virtuele vrienden ‘all over the world’. Nog drie kwartier. Met zijn hippe ‘foot switch’ bladert hij door zijn omvangrijke jazzy repertoire. Hij werkt, solo blijft solo, als je niks doet, gebeurt er ook niks. En dat is zichtbaar, souplesse in de vingers, klank en kleur producerend en vooral emotie tonen; als ware het een auditie voor een soapserie. Trots kraakt hij enkele noten.

Zijn spel – breekbaar opgestart – is nu wat strakker, hij raakt ingespeeld. Het gaat hem gemakkelijk af. Wat wil je na al die jaren zwoegen, studeren, luisteren en spelen in workshops, classes en masterclasses? Hij opent wederom op het spannende, verwachtingsvolle maj6/9 akkoord. Gezellig klinkt Smile. Niet voor niets Charly Chaplins compositie. “Ik zit hier toch, solo”, spreekt hij zichzelf moed in, ”tussendoor op weg naar meer.”

Het uur is om. Sommigen hebben de nazi uitgezeten. Hij stopt. Het zit er weer op voor vandaag. “Dank dat ik voor u mocht spelen op deze mooie avond.” Iets tussen een buiging en een knik in met een warme glimlach verraadt het einde. Het resterende publiek, nog steeds verzadigd van de hoofdact van de avond, kijkt er niet echt van op. Er klinkt een slap geklap; hij verheugt zich op zijn frietje oorlog, mooi verdiend toch? Instrument in de koffer.

De nazit-gitarist van de avond glimt van de belangstelling van een aardige mevrouw. “Wat speel je mooi solo”, doet vervolgens even ‘alsof’ tegen de kritische man, die er eigenlijk bij komt staan omdat hij de aardige vrouw leuk vindt, maar dat terzijde. “Ketting van cliché-likjes.” De man kijkt bedenkelijk. “Ja hoor, jij speelt zelf ook?” Hij wacht het antwoord niet af en vlucht snel in een flirt met het buffetmeisje. “Geef je ook les?” vraagt zij. “Liever niet, maar aan talent, dat is iets anders…”

De gitarist haast zich na een snel biertje met gitaarkoffer en repertoire onder de arm op weg naar de frituur tegenover het theater. Op een tv-scherm in een hoek aan de muur draaien doorlopend clips. “Doe mij een frietje oorlog.” “Weer lekker gespeeld, jongen?” klinkt het belangstellend vanachter de toonbank. Het sissende vet en de dreunende beat vanuit het scherm aan de muur overstemmen zijn antwoord. Doet wonderen, zo’n frietje oorlog.

JO DAUTZENBERG
Illustratie GEMMA KESSELS

Jo Dautzenberg is een nieuwe columnist bij JazzNu. Eenmaal per maand gaat hij een column wijden aan actuele en minder actuele zaken op het gebied van muziek en dan met name op dat van jazz. In zijn columns wil Jo Dautzenberg de schijnwerper richten op personen, situaties, podia, festivals of ‘oenen’ zoals hij zelf zegt. En dan met name in Limburg en soms ook in België en Duitsland. Hij is medewerker aan het Cultuurcafé bij de publieke regionale omroep Limburg, L1. Eerder werkte hij als medewerker bij een jazztijdschrift en was hij initiatiefnemer van ‘Root 51 Muziektheater’, dat muziek-, film- en theaterprojecten samenstelde in de Euregio en zich afspeelde van 2011 tot 2016. Jo Dautzenberg is gitarist in een amateurband. 

Previous

Richard Bona flirt heftig met Kameroen en Cuba

Next

McCoy Tyner, de pianoreus van John Coltrane

Lees ook