Overal komen en gaan kleine lokale jazzfestivals. Meestal zijn die gericht op de directe omgeving, met muzikanten uit de buurt, en soms wordt een enkele bekende groep ingehuurd. Dergelijke buurt- en dorpsfestivals zijn meestal geen lang leven beschoren. Dat is een beetje anders met het buurtfestival Jazzfest Amsterdam. 

Peter Bernstein is een topgitarist, zeker in combinatie met Jesse van Ruller..

Amsterdam is geen dorp, maar de Indische Buurt in Amsterdam-Oost is dat wel een beetje. Van oudsher een tamelijk gesloten, beetje dorpsachtige buurt van Amsterdamse havenarbeiders, met veel kroegen en gezellige winkeltjes die veelal aan hun waren een wervende term toevoegden, zoals de Pittenkoning (voor de beste petroleumstelpitten), de Kaasknaller en het Snoeppaleis. De havenarbeiders zijn inmiddels vervangen door yuppen, de kroegen en winkels door hippe eettentjes, maar de gezellige dorpssfeer is behouden. 

Michael Vatcher in een hem typerende houding achter zijn slagwerk.

Jazzfest Amsterdam heeft alles van een buurtfeest. De muziek is gesitueerd op zes kleine podia rondom het StayOkay-hostel in de Indische Buurt. Toch is er een wezenlijk verschil met al die andere buurt- en dorpsfestivals. Ook hier komen de muzikanten uit de buurt, maar dan wel uit Amsterdam. En omdat de meerderheid van de jazzmuzikanten, inclusief een groot contingent buitenlanders, in Amsterdam woont, is voor de programmering een ‘mer à boire’ aan talent beschikbaar. Niet gek dus dat deze veertiende editie een ijzersterk jazzprogramma van jonge, ervaren, en oude jazziconen bood. Ook niet gek dat van het overvolle programma, en dat wordt met spijt geconstateerd, maar een klein deel gehoord kon worden.

De jonge Iraanse zangeres Delaram Kafashzadeh hield zich bij de verrichtingen van Xavi Torres en Reinier Baas vaak op de achtergond. Valse bescheidenheid?

Het begin was al meteen goed met de jonge Iraanse zangeres Delaram Kafashzadeh, die begeleid werd door pianist Xavi Torres en gitarist Reinier Baas. Torres liet de noten als golfjes uit zijn piano stromen, die door Baas werden voorzien van schuimkopjes. Torres en Baas pasten bij elkaar als een hand bij een handschoen. Delaram hield zich in de fraai stromende muziek vaak stil, maar als ze haar heldere stem gebruikte gebeurde er iets. Dat dit in de Indische Buurt gebeurde was goed, want in haar geboorteland zou het niet meer kunnen nu het voor vrouwen verboden is te zingen. Daaraan droeg ze haar compositie Kasi Mara Avaz Midahad op. Van de tekst in Farsi viel niets te verstaan, maar des te meer van de emotie van haar verdriet en bitterheid. 

Michael Moore vormde een duo met slagwerker Michael Vatcher.

Die mooie gestructureerde muziek van Torres en Baas leek even ver weg toen het duo Michael Moore op klarinet en Michael Vatcher met een zingende zaag, een straat verderop met een vrije improvisatie begonnen. Moore liet de kleppen van zijn klarinet als een pruttelend motorbootje klinken, terwijl Vatcher onverstoorbaar doorging met het doorzagen van zijn strijkstok. Waar dat naartoe leidde werd snel duidelijk. De chaotische klanken vielen stuk voor stuk op hun plaats tot een intrigerende structuur, waaraan de vrijheid niet werd opgeofferd, maar elementen van marsen en calypso’s opwelden. Het procedé om vrije jazz toegankelijk te maken is weinigen gegeven, maar Vatcher en Moore zijn een lichtend voorbeeld van hoe zoiets kan.

Peter Bernstein en Jesse van Ruller vonden elkaar in het vertolken van jazzstandards en voelden elkaar aan tot in alle vezels van hun lijf.

Met een duo dat elkaar tot in de vezels aanvoelt gaat zoiets goed, maar het gaat niet altijd op die manier. Het gitaarduo van Peter Bernstein en Jesse van Ruller had een vergelijkbare muzikale vriendschap. Dit duo had niets met free jazz te maken, wel met jazzstandards. Zij lieten horen dat je elkaar ook daarmee kunt uitdagen tot mooie muziek. Deze topgitaristen die ieder een andere stijl en benadering van bekende liedjes hebben, contrasteren met elkaar, vullen elkaar aan en dagen elkaar uit. Als Bernstein soleert, begeleidt Van Ruller, en omgekeerd. Tijdens Bernsteins solo’s voel je dat hij de liedjes in zijn hoofd meezingt, en die zang met zijn snaren overbrengt. Van Ruller zingt zo te zien niet mee, speelt meer staccato en bedenkt complexe structuren binnen de akkoordenschema’s. Het doel om aandacht te schenken aan de schoonheid van jazz, lukte goed in een arrangement van gitarist Jim Hall van With a Song in my Heart en in Bobby Hutchersons bewerking van Tres Palabras.

Het concert van FaKruTu smaakte door de niet opgedaagde Mola Sylla als een chocoladebol zonder slagroom.

Die schoonheid lukte iets minder goed bij FaKruTu. Basgitarist Sean Fasciani, drummer Stefan Kruger en gitarist Mark Tuinstra hadden een goede klik maar leken de aangekondigde, maar niet opgedaagde Afrikaanse zanger-percussionist-onrustzaaier Mola Sylla heel erg te missen. Hun funky jazzmuziek klonk nu als een Bossche bol zonder slagroom. Het had zo lekker kunnen zijn, maar had nu weinig smaak.

Lucas Santana beperkte zich tijdens zijn concert op Jazzfest Amsterdam tot de fluit.

Cantorias, een project van vier uitstekende zangeressen met saxofonist Lucas Santana, had ook wel iets meer smaak mogen hebben. Zowel Santana als zangeres Lilian Viera komen uit Brazilië, dus gek was het niet dat zij iets van hun Braziliaanse roots wilden laten horen. Teleurstellend was het wel dat de samba wat door sukkelde, weinig variatie toonde en de nummers op elkaar leken. Lucas Santana die onbetwist een groot saxofoontalent is en in andere groepen liet horen dat hij de pannen van het dak kan spelen, beperkte zich tot het spelen van dwarsfluit. Een mespuntje malagueta zou de muziek goed hebben gedaan. De zaal bleef stampvol, dus wat toegankelijkheid en commercialiteit betreft, had Cantorias gelijk en niet ondergetekende.

Theo Loevendie, grootmeester van de Nederlandse gecomponeerde en geïmproviseerde muziek, is met zijn 94 levensjaren nog altijd een grote persoonlijkheid achter de piano.

Het hoogtepunt van Jazzfest 2025 was zonder meer het afscheidsconcert van Theo Loevendie. Hij is meer dan een icoon, hij is een grootheid in de jazz en klassieke muziek. Loevendie is 94 jaar en het lichaam is broos geworden, lopen gaat moeilijk maar zijn geest is glashelder. Het was duidelijk dat gitarist Maarten van der Grinten de leiding op zich had genomen, en het was nog duidelijker dat Loevendie zich de kaas niet van het brood liet eten. Aankondigen van de nummers kon hij nog steeds vond hij, en hij had gelijk. Kleine anekdotes overgoten met een zweem van humor, tekenden een man die eigenlijk nog lang niet klaar was met muziek. 

Saxofoon speelde hij al tien jaar niet, piano des te meer. Gezegend met het geweldige trio van violist Oene van Geel, bassist Tijs Klaassen en Van der Grinten hoefde hij daar niet op te letten. Loevendie speelde een selectie uit zijn omvangrijke jazzoeuvre, dat door Van der Grinten genoteerd werd om er een Theo Loevendie Real Book met 48 van zijn mooiste composities van te maken. Veel van zijn composities zijn in de jaren zestig geschreven, memoreerde Loevendie en uiteraard werd zijn beroemdste compositie, Finch Eye opgedragen aan dichter Simon Vinkenoog, gespeeld. 

Oene van Geel, Tijs Klaassen en Maarten van der Grinten begeleidden Theo Loevendie tijdens zijn afscheidsconcert.

Ook mooi dat hij de compositie WWW in W (Welkom Wolter Wierbos in Welling, een befaamd muziekcafé in Amsterdam) had opgedragen aan de niet meer spelende trombonist Wolter Wierbos. Loevendie speelde in de begeleiding spaarzaam de akkoorden, met een timing die aan Thelonious Monk deed denken. Uiterst effectief en swingend in zijn beperking. In zijn sterke solo’s liet Loevendie ook de akkoorden hun swingende werk doen, zonder zich te laten verleiden tot single note spel. 

In Bayram toonde hij een glimp van zijn relatie met Turkse muziek, die vooral in zijn klassieke werk belangrijk is geweest. Grappig was zijn verhaal over zijn serie composities met vrouwennamen volgens het alfabet. Bij de letter C aangekomen schreef hij Carla, opgedragen aan huisvriendin en schrijfster Carla Hazewindus die op de eerste rij zat te genieten. Loevendie kon er zelf geen genoeg van krijgen en ver voorbij de hem toegemeten tijd moest Van der Grinten ingrijpen en hem zeggen dat er geen tijd meer was voor zijn compositie Timboektoe

Xavi Torres en Reinier Baas waren de begeleiders van zangeres Delaram Kafashzadeh.

Loevendie mokte er nog even over, ging uitleggen wat die compositie bijzonder maakte en zei: “Jullie houden dit nummer tegoed voor de volgende keer.” Al lang vergeten dat dit zijn afscheidsconcert had moeten zijn.

Foto’s en tekst TOM BEETZ

JAZZFEST AMSTERDAM

Diverse locaties in de Indische Buurt van Amsterdam, 22 maart 2025

Delaram Kafashzadeh 
Delaram Kafashzadeh 
– zang 
Xavi Torres
–  piano 
Reinier Baas 
-gitaar 

Moore/Vatcher
Michael Moore 
– klarinet, altsaxofoon 
Michael Vatcher 
– drums, zingende zaag, hammered dulcimer

FaKruTu
Stefan Kruger 
– drums 
Mark Tuinstra
– gitaar 
Sean Fasciani
  – basgitaar 

Bernstein/Van Ruller
Jesse van Rulle
r – gitaar
Peter Bernstein – gitaar  

Cantorias
Femke Smit, Nina Rompa, Lilian Vieira, Anna Serierse -zang 
Lucas Santana 
– dwarsfluit 
 Daniel de Moraes
  – gitaar 
Breno Virícimo  – basgitaar
Udo Demandt  – drums 

La Penutima!
Theo Loevendie
  – piano 
Maarten van der Grinten – gitaar 
Oene van Geel  – altviool, percussie 
Tijs Klaassen  – contrabas  

www.jazzfestamsterdam.nl

Previous

Jaap Berends neemt voorschot op de dood met album ‘Dots’ 

Next

Efraïm Trujillo IV brengt gloedvolle ode aan zijn tenorhelden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook