Monica Rijpma, medewerker van JazzNu, heeft trombonist en componist Willem van Manen, die op 26 september overleed, persoonlijk gekend. In onderstaand artikel beschouwt Monica Rijpma twee in haar ogen belangrijke albums van Willem van Manen en wil zij haar woorden als een eerbetoon aan deze grote Nederlandse musicus laten doorklinken.
Contraband is smokkelwaar. Een boventoon is een harmonie van veelvoudige klanken die de door het oor waargenomen grondtoon verrijken. Pale Fire is een roman van Nabokov, Sheltering Sky een autobiografisch getinte roman van de door Willem van Manen bewonderde componist en schrijver Paul Bowles. Voor iemand die tijdens zijn muziekgeschiedenislessen aan het Sweelinck Conservatorium fel vasthield aan de stelling dat muziek niets zegt, was Van Manen veel bezig met woorden en betekenis. Hij was veelzeggend voor een goed verstaander. Verwijzingen en dubbelzinnigheid maakten deel uit van zijn humor. Die humor zat verankerd in zijn idioom en ging hand in hand met doorwrochte nauwkeurigheid zowel in zijn trombonespel als in zijn composities.
Willem van Manen betreurde het kortstondige leven van zijn hedendaagse composities. Bij de grote orkesten werd nog geen tiende van de repetitietijd gegeven aan nieuw werk. De rest van de tijd werd ingedeeld voor de klassiekers. Hij vond dat je toch wel mocht aannemen dat elke professionele musicus die klassieke stukken kon dromen.
Vanaf eind jaren zeventig nam componeren een steeds grotere plaats in binnen zijn werk. Van Manen schreef balletmuziek, filmmuziek en zelfs een opera, Roger, Roger waarvoor het libretto werd geschreven door zijn vriend Bernlef. Voor het Nederlands Studenten Orkest schreef hij Sheltering Sky. Hij ambieerde het om hedendaagse gecomponeerde muziek te schrijven die de tand des tijds zou kunnen doorstaan en legde voor zichzelf de lat hoog. Met kenmerkende tegenstrijdigheid gunde van Manen zichzelf pas een glas of fles wijn als hij weer minimaal ‘een minuut’ muziek had gecomponeerd. Bij de compositie Mond open, ogen dicht die hij schreef voor het Nederlands Blazers Ensemble lijkt het metrum van het adagio inderdaad ingesteld op de secondewijzer.
LANGDURIG VEHIKEL
Het zou kunnen dat die drang om te componeren hem ertoe aanzette een vaste betrekking bij het Breuker Kollektief van de hand te wijzen. Met de Contraband creëerde hij in 1984 een langdurig vehikel voor zijn composities. Zijn inspiratie kwam uit alles; literatuur, beeldende kunst en de klassieke muziek van met name moderne hedendaagse componisten vanaf Igor Stravinsky, Belá Bartok, Arnold Schönberg en Louis Andriessen, maar ook Claude Debussy. Daarnaast was jazz vanaf Louis Armstrong via de bigband-era, bop en free jazz voor hem gesneden koek. Hij gaf ridderlijk zijn foute liefde voor de West-Coast-jazz toe toen dat nog dapper was, aangezien hij al stevig was gesetteld in de ivoren toren van de Amsterdamse avant-garde scene.
Voor een vluchtige inzage van zijn gecomponeerde werk uit die tijd is er gelukkig een link te vinden op de website van De Concertzender waarvoor hij vijftien jaar werkte als eindredacteur en coördinator van de jazzprogrammering. De link klikt door naar een opname van het programma Chronicle of Dutch music dat op 7 februari 2018 geheel aan van Manen is gewijd. Dit programma brengt vijf van zijn composities voor grote ensembles bij elkaar, waaronder ook Sheltering Sky. De stukken zijn bewaard gebleven doordat er van één of een paar uitvoeringen een eenmalige radio-opname werd gemaakt. Daarna verdween het materiaal inclusief de bladmuziek onder een laag stof. Wie weet, bedenkt iemand dat heruitvoering en uitgave van deze muziek de moeite van het bewaren waard is voor het Nederlandse cultuurlandschap.
GOSPEL EN WAH-WAH
Deze beschouwing beperkt zich tot het ‘lichtere’ werk, de jazz, met als anker twee cd’s; Willem van Manen uit 1979 en The Painter van de Contraband, opgenomen in 2004.
Het album uit 1979 is n zoverre uniek dat het de enige cd is die de naam van Van Manen op de hoes draagt. Zoals sommige schrijvers zich liever verbergen achter een pseudoniem, verschool Van Manen zich enigszins achter zijn werk. Dat was eerder verlegenheid dan bescheidenheid. Er was geen Willem van Manen Kollektief maar wel een Leerokest Boventoon, Springband en Contraband. Het album Willem van Manen is in zijn geheel te beluisteren onderaan dit artikel. Van Manen speelt hierop enkele solostukken. Er zijn twee duo’s met pianist Misha Mengelberg en vijf triostukken. Het thema van Wah-wah klinkt als een gospel die regelrecht uit de diepste bronnen van de Mississippi ontsproten lijkt.
Van Manen maakt veelvuldig gebruik van dempers die het geluid van de trombone vervormen en soms een bijna vocale klank geven. Na de melancholieke opening die langs de met varens begroeide oevers van de rivier vloeit, volgt een monoloog van een babbelende, klagende, mopperende, smekende en dan weer verleidende trombone. De noten zijn steeds duidelijk aangezet, zelfs als het er in hardbop-tempo driftig aan toe gaat. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld in het openingsnummer Dice. Hierin is een lange solo weggelegd voor drummer Martin van Duynhoven. Tussen neus en lippen begint met drums en een lopende bas van Harry Miller, de bassist die eind 1983 een van de drie slachtoffers was van het dodelijke ongeluk van de Springband. Dat drama heeft een blijvende impact gehad op Van Manen.
Bij tussen neus en lippen beginnen de contrabas en drums te wandelen. De trombone komt binnen, slaat alarm en start een steeds drukker wordend verhaal. Bas en drums gaan onverstoord verder en het oor van de luisteraar wordt gevangen in de klanken van de trombone. Het is alsof je voor het eerst duidelijk hoort dat het een koperinstrument is, maar dan warmer en normaal gesproken logger dan de trompet. Van Manen heeft die logheid overwonnen. Swing, marstempo, uptempo of pulserende free bop, hij blijft klinken alsof elke noot er toe doet. Nadat de blazer de aandacht heeft opgeëist, geeft Miller lik op stuk met een contrabassolo die een even grote overredingsdrang aan de dag legt. Het alarm klinkt opnieuw en het trio werkt toe naar het slot.
De twee stukken met Misha Mengelberg op de piano klinken heel anders. Pannonica is een uitwerking van een thema van Thelonious Monk dat begint met de trombone die de melodielijn speelt over een contrapuntische piano. Bij de tweede ronde gaat de piano verder zijn eigen weg en improviseert de trombone op het thema dat harmonieus samen wordt afgesloten. ’s Avonds kouder als buiten is een gezellige charleston die natuurlijk ontspoort, even terug in het gareel komt en weer van de rails raakt. Versneld komen piano en trombone als twee dronkenlappen nog net veilig tot stilstand. De trombone gaat alleen door in het snelle Plunger, een betoog waar geen touw aan is vast te knopen. In het laatste nummer van de plaat, For Jimmy K, is te horen hoe contrabassist Miller als het ware de hardbop-sprinten van de trombone vertaalt naar de contrabas.
CONTRABAND
Van contrabas naar contraband. Na het noodlottige ongeluk van de Springband duurde het een tijd voordat Van Manen de behoefte voelde, of zelfs maar in staat was zich te uiten. De Springband was voortgekomen uit de drang om voor een vaste formatie te kunnen componeren. Met de Contraband werd die wens ingewilligd. In de daaropvolgende twintig jaar speelde het viertienmansorkest honderden concerten in binnen- en buitenland en nam zes cd’s op.
De combinatie van gecomponeerde thema’s en uitgesponnen solo’s zijn karakteristiek voor het geluid van de Contraband. Het gaat hierbij om individuele solo’s maar ook om groepsimprovisatie zoals dat bij de New Orleans-fanfares gebeurde. De inspiratie voor de composities kwam uit de onuitputtelijke bronnen van de jazzgeschiedenis die Van Manen zijn hele leven bleef onderzoeken. Dat vermengde hij met zijn kijk op de hedendaagse gecomponeerde muziek. In feite was het belangrijkste verschil in idioom vooral te vinden in het aspect van improvisatie, voor Van Manen het onderscheidende element voor jazzmuziek.
Hij droeg een elpee van de Contraband op aan de in 1984 overleden presentator en jazzcriticus Michiel de Ruyter. De Ruyter was al vanaf de jongensjaren van de trombonist een drijvende kracht achter de schaarse jazzprogramma’s op de radio. In 2000 begon stichting Concertzender aan het uitzenden van herhalingen. En het moet veel voldoening hebben gebracht dat Van Manen vanaf 2004 zelf vijftien jaar lang dat estafettestokje van De Ruyter heeft overgenomen.
Op YouTube zijn verschillende links te vinden naar de laatste cd van de Contraband. The Painter was de laatste opname van de door Van Manen opgerichte band die later zonder hem een doorstart maakte. De hoes van The Painter heeft een afbeelding van een schilderij van toenmalige buurman, filmmaker en schilder Paul de Lussanet. Ook dit album is onderaan dit artikel te beluisteren.
Inmiddels leverden meerdere bandleden composities, maar Contrast, Spooky, Droom en Outline zijn door Van Manen geschreven. Spooky heeft een latin-beat neigend naar reggae en er is een smaakmakende rol weggelegd voor de baritonsax . Droom begint als een Hitchcock-film met gefluisterde blazers, drums en een dalende pianoriff. De gedempte trombone sneakt naar binnen, de piano trilt hoog en de dreiging neemt toe. De trombone met schatplichtigheid aan Van Manen begint de verhaallijn, er komt een uitgeschreven tempoversnelling, de achtervolging wordt ingezet en de tenorsaxofoon begint aan zijn solo. Na een meerstemmige improvisatie keert het orkest terug naar de rust van de bladmuziek.
Misschien zegt muziek niks, zoals een abstract schilderij geen eenduidig beeld schept. Maar het is juist die abstractie die inspireert en de luisteraar blijft boeien. Bij momenten is er gegniffel van herkenning voor een paar maten die zijn geleend van een ‘standard’. De emotie werkt bindend en de luisteraar wordt binnengehaald in een onaf doek dat door deelname van de toehoorder compleet wordt.
Zoals Van Manen bij de aankondiging van een concert in Haarlem tegen het publiek zei: “Dit wordt een bijzondere avond. Jullie boffen maar weer.”
MONICA RIJPMA
Ik heb ’t grote genoegen geproefd om lange tijd onder Willem’ s vleugels lid te zijn van de Contraband. Hij was ’n ontzettend lieve, geruststellende humoristische bandleider die ieders potentie liet groeien a la Ellington. Ik ben er ongelofelijk trots op dat ik hem zo heb gekend. Wat ’n inspirator was hij voor me!